Hoe Nederlanders Duitsland weer wielergek willen maken

Foto: Team Giant-Alpecin

Wielrennen was de afgelopen jaren taboe in Duitsland na een reeks dopingschandalen waarbij nationale held Jan Ullrich hard van zijn sokkel viel. Nu de Nederlandse Giant-ploeg vanaf dit jaar onder een Duitse licentie gaat rijden wordt alles anders.

Onder de vlag van de nieuwe Duitse sponsor Alpecin en de Duitse kopmannen Marcel Kittel en John Degenkolb moeten de harten van de Duitsers weer heroverd worden.

Want dat is een belangrijke missie, zegt de Nederlandse teammanager Iwan Spekenbrink. “Met Duitse talenten als Marcel en John willen we de wielerbeleving in Duitsland een renaissance bezorgen.”

Om de Duitsers weer een beetje warm te krijgen voor het wielrennen vond de teampresentatie woensdag plaats in Berlijn, in de Franse ambassade. Op de voorste rij zaten zwaargewichten als Tourbaas Christian Prudhomme, UCI-voorzitter Brian Cookson. Zelfs de Duitse minister van Justitie Heiko Maas die gek is op fietsen kwam langs.

Duitsland deed de wielrensport in 2007 massaal in de ban. Televisiezender ARD besloot na een reeks dopingschandalen waar ook nationale held Jan Ullrich bij betrokken was, de Tour de France niet meer uit te zenden. Dat Marcel Kittel afgelopen zomer namens Giant even de gele trui mocht aantrekken, werd door Duitse sportjournalisten categorisch genegeerd.

Het gevolg: de Berlijnse renner Simon Geschke stuit in eigen land nog altijd op veel onbegrip. “Mensen vragen wat ik dan als werk of studie er naast doe”, zegt hij tegen Het is Koers. “Als ik vertel dat het eigenlijk mijn beroep is, valt hun mond open. Laat staan dat ze van de etappezeges van Marcel en John hebben gehoord.”

Toch wist Iwan Spekenbrink een grote Duitse sponsor te strikken voor zijn team. Shampoofabrikant Eduard Dörrenberg durft het met zijn bedrijf Alpecin aan om co-sponsor te worden. “Ik voelde dat dit het juiste moment is. Steeds meer mensen stappen op de fiets en ik geloof in de filosofie van Iwan.”

Dat de wielrenners de afgelopen zeven jaar boete hebben moeten doen in Duitsland, verklaart Dörrenberg als een typisch Duits fenomeen. “Wij hijsen met 100% inspanning onze helden op het schild. Als ze dan in de fout gaan is geen kuil te diep om ze met volle overgave er in te storten.” Duitsers houden niet van half werk, zegt de directeur. “Maar daarmee maken we onszelf het leven wel onnodig zwaar.”

Als Geschke al herkend wordt als wielrenner, dan vaak in negatieve zin. “De media maakten ons allemaal verdacht. Ze gingen daar echt te ver in.” Dat daar nu voorzichtig verandering in komt ligt volgens hem aan de successen van de jongste generatie. “Men ziet nu ook wel dat in onze sport de zwaarste controles plaatsvinden en dat wij een nieuwe schone lichting vertegenwoordigen.”

Geschke is daarom blij dat de ARD komende zomer weer terug is. “Heel belangrijk. De wielerfans kennen ons wel. Maar nu kan een veel groter publiek met ons kennismaken. De toezegging van de ARD om de Tour de France weer uit te zenden is een hele belangrijke stap.”

De Nederlandse renners maakt het niet veel uit dat ze nu voor een Duits team rijden. “Voor ons verandert er in dat opzicht weinig”, zegt Daan Olivier. Hij gaat er geen extra lesjes Duits om nemen. “Dat kan ik wel.” Dat wil ploeggenoot Ramon Sinkeldam wel even van hem horen. “Das kann ich!”, probeert Olivier. “Ach, we zijn heel internationaal en de voertaal is toch Engels.”

Teammanager Spekenbrink hoopt de successen van afgelopen seizoen te consolideren en een beetje uit te breiden. “Maar wij nemen geen resultaten als doel. We zijn een procesgedreven team.”