gedroomdetourAls je over boeken schrijft, zoals ik, kan het gebeuren dat je af en toe een boek in je brievenbus aantreft, waarover je dan kunt schrijven.

Vaak bezorgt de postbode die pakketjes, soms fietst iemand van de uitgeverij zelf langs – scheelt weer een paar postzegels.

Het komt minder vaak voor dat een auteur zelf een boek komt afleveren. Dat gebeurde in het geval van De Gedroomde Tour van 1897, een boek van Kaspar Hanenbergh, uitgegeven door Het Stalen Ros, een uitgeverij van, o.a., Kaspar Hanenbergh.

Ik had erom gevraagd, om dat boekje, want de titel intrigeerde me. De eerste Tour vond zoals u weet in 1903 plaats, daar kunnen de dromen van Kaspar Hanenbergh toch niet al te veel aan veranderen?

En zo kreeg ik het op een ochtend in de bus.

Een uur later was het uit.

De Gedroomde Tour van 1897 is eerst en vooral een boeiend experiment: hoe kun je de feiten en de fictie combineren tot boeiende sportliteratuur? Tomas Ross doet het, in de Amerikaanse literatuur noemen ze het faction, maar in de sportschrijverij komt het weinig voor: het what if-verhaal. Groot gelijk heeft Hanenbergh, dat hij aanvangt met een vileine opmerking over het verwarrende wielerheden: ‘Sinds oktober 2012 is het toegestaan om oude uitslagen van wielerwedstrijden aan te passen aan nieuwe inzichten.’ Het is eigenlijk vreemd dat niemand eerder op dit idee kwam: als de officiële instanties weigeren de geschiedenis de geschiedenis te laten en van feiten fictie te maken door het verleden aan te vullen met nieuwe informatie, waarom zou de schrijver zich dan nog laten weerhouden door zoiets banaals als een uitslag, of geschiedkundige waarheden…?

De Gedroomde Tour van 1897  heeft op het eerste gezicht alle kenmerken van een non-fictiewerk over de oertijd van de fiets. Hanenbergh bewijst dat er lang voor Theofiel Middelkamp al grote Nederlandse wielrenners bestonden: Piet Dickentman, Jaap Eden en, vooral, Mathieu Cordang. De stelling van Hanenbergh is even boud als goed onderbouwd: was Geo Lefevre een paar jaar eerder met zijn plannetje voor een “tour de France” bij L’Auto-hoofdredacteur Desgrange gekomen, dan was Mathieu Cordang vermoedelijk nu Nederlands oudste sportlegende, over wie planken vol biografieën in vele talen zouden zijn volgeschreven.

In het wielrennen is wat je ziet en leest niet altijd de waarheid. De werkelijkheid is dat Maurice Garin in 1903 de eerste winnaar van de Tour de France werd. De waarheid is dat dat zes jaar eerder net zo makkelijk een jongen uit Blerick had kunnen zijn.

En dan begint Hanenbergh aan een sterk staaltje wieleralchemie: in een grote pot vermengt hij feit en fictie tot goud. Hij neemt de uitslagen van een aantal, in 1897 reeds bestaande wedstrijden (Parijs-Roubaix, Bordeaux-Parijs) en vermengt die met de uitslagen van enkele fictieve etappes. Ik zou de uitkomst van dit experiment niet verklappen als het niet op het omslag van dit fijne boekje stond: ‘De Nederlander Mathieu Cordang verslaat Garin en Rivierre en wint de eerste Tour de France’.

De Gedroomde Tour van 1897 is een combinatie van gedegen research en een boeiend gedachtenexperiment, met als onoverkomelijke conclusie dat de waarheid af en toe een zetje nodig heeft.

> Koop dit boek via bol.com

Frank Heinen