vlnr: Herman van der Zandt, Martijn Hendriks, Maarten DucrotVrijdagochtend. Bakje yoghurt, stapel boterhammen en een banaan voor onderweg. Het ontbijt is simpel in Hotel Domina, vlakbij het Rotterdamse Blijdorp. Buiten staan de bussen van Lampre, Lotto, Euskaltel en Neerlands trots Rabobank. De fietsen gaan op het dak, renners sloffen op hun crocs (!) wat rond voor het hotel. Zij gaan zo het parcours van de proloog verkennen.

Ik doe het klittenband van mijn wielerschoentjes extra strak. Alles moet goed zitten vandaag. Want vandaag is er het NK voor Journalisten. Vaak gereden op achteraf gelegen circuitjes met niet meer dan 30 deelnemers. Maar vandaag mogen we onze wedstrijd afwerken op het officiële Tour de France-parcours. Al maanden in training, al honderden kilometers gemaakt met Ruurd Edens en Herman van der Zandt. Vooral die laatste kan mij op dinsdagavond ontzettend veel pijn doen.

Sammy Sanchez, Olympisch Kampioen, sloft langs. “What are you going to do?” Ietwat geschrokken antwoord ik: “Championships for Journalists”. Sammy moet lachen en roept nog iets onverstaanbaars. Ik versta de woorden. You. Guys. Crazy.

Op naar de start! Zes kilometer naar Rotterdam Zuid. Op de fiets zweet ik al. Hoe voelen de benen? Waarom piept mijn fiets? Bij de start tref ik de rest van de Studio Sport-ploeg. Maarten Ducrot, Erwin Bak, Joris van den Berg, Edwin Peek. Meneer Otto van der Parre fungeert vandaag als ploegleider. Hij ontfermt zich ook over de andere NOS’ers: onder andere Herman van der Zandt, Ruurd Edens, Martin Bons.

Een half uur voor de start. Alles en iedereen is klaar. Tussen de auto’s van Saxo Bank en die van de Franse televisie rijden we naar de start bij Ahoy’. Officieel mogen we het parcours nog niet op, de profs zijn namelijk nog met hun verkenningsrondje bezig. Maar Franse beveiligers vinden het wel goed, we mogen door. En daar rij je dan opeens, als beeldbandredacteurtje van Studio Sport, in het wiel van een man van Radioshack. Is het nou Brajkovic? Of toch Leipheimer? Klik klik klak. De trein van HTC Columbia dendert langs. Mark Cavendish in het derde wiel. Zal ik even aanpikken? Een paar metertjes dan. Pfff.

Terug in ons starthok. Rob Harmeling repareert snel nog even de fiets van Joris van den Berg. “Hoe heb je dat nou weer voor elkaar gekregen?” reageert Rob. Oud-Tourwinnaar Joop Zoetemelk doet het startschot. Hij schiet de ongeveer 100 aanwezige journalisten weg. Drie rondes over het echte parcours van de Tour de France. Meteen gaat de snelheid flink omhoog. Naast mij wordt Wilfried de Jong door een knecht van Holland Sport naar voren gereden. Dat wiel moet ik hebben, denk ik bij mezelf. Even aanzetten, geen gaatje laten vallen, kijk uit, straks draaien we naar links, dan komt de wind van voren. TOET TOET! Een motor vol met stickers en antennes zoeft voorbij, achterop een fotograaf. Als een acrobaat hangt hij achterstevoren op de motor. Hij klikt in één keer zijn rolletje (voor het romantische gevoel…) vol. Zou ik erop staan?

Daar doemt hij op. Het wegdek is helemaal verlaten. Geen auto te zien. De Erasmusbrug. Achter de hekken staan plukjes toeschouwers. Zou chef d’equipe Jan Stekelenburg er staan? En Avondetappe-regisseur Pascal Clement? Dan zou ik supporters hebben. We klimmen naar een hoogte van twintig meter. Het dak van ons NK. In de afdaling rijden we vol door. Geen tijd voor jasjes tegen de kou.

Steeds meer renners moeten het peloton laten voor wat het is. Het gaat te hard. Ik weet me net te handhaven. Af en toe doet het pijn. Na anderhalve ronde hoor ik achter mij ineens gepraat. Onverstaanbaar. Het zal toch niet? Er komen toch geen renners weer aansluiten? In de bocht bij de Willemsbrug kijk ik om. Nee, die horen niet bij ons. Het zijn Danilo Hondo en Alessandro Petacchi van Lampre die waarschijnlijk iets te laat aan hun verkenning zijn begonnen. Een paar honderd meter later rijden ze naast me. Wij zitten in volle koers, onder in de beugels. We rijden nu zeker dik boven de veertig kilometer per uur. Alessandro Petacchi, veelvoudig etappewinnaar, heeft het naar zijn zin. En dat wil hij delen met zijn vrienden. Doodleuk maakt hij foto’s met zijn mobiel om ze vervolgens – voorzien van een tekstje – te versturen. Het meest dubbele gevoel dat ik ooit heb meegemaakt maakt zich van mij meester: Ik rij met echte profs een wedstrijd! Maar aan de andere zakt de moraal me in mijn wielerschoenen. Ik rij volle bak en hij kan nog sms’en. Doorrijden Martijn, niet teveel nadenken, die Alessandro kan waarschijnlijk niet zo goed de LSM bedienen als jij. Daarin versla je hem alweer. Doorrijden!

De laatste ronde. Omkooppogingen – het blijft een Italiaan – mislukken. Zelfs voor een kleine vergoeding weigert Petacchi vriendelijk de sprint voor mij aan te trekken. “Do it yourself. Legs okay!” lacht hij. Een compliment. Van Petacchi. Nog drie kilometer. Ik rij naar voren in het peloton. Dan maar zonder knecht.

De sprint mislukt faliekant. Ik zit aan de goede kant van de weg, maar mij wordt professioneel (?) de pas afgesneden door een andere journalist. Schelden. Petacchi heeft niet meegesprint. Na de finish zie ik hem niet meer. Ik hang dood over mijn fiets. Ontmoet ploegmaat Van der Zandt. Hij heeft nog geprobeerd weg te rijden, niet gelukt. Wie heeft er gewonnen? Geen idee. Wij niet. Rob Harmeling haalt water voor ons. Wij kunnen niet meer.

Op het lichtste verzetje rijden we terug naar het verzamelpunt. We praten na, analyseren de koers. Ik rij door naar Hotel New York. Daar hebben we die avond de eerste van 23 Avondetappes. Nog één keer de Erasmusbrug over.

Vandaag, zaterdag 3 juli, begint de Tour dan echt. Petacchi start ergens rond vijf uur. Aan zijn parcourskennis zal het niet liggen. Foto’s heeft hij immers genoeg na gisteren. Ik sluit mij weer aan in de karavaan waar ik thuis hoor: in die van de volgers. Drie weken in Tour de France. Een groot voorrecht.

Auteur: Martijn Hendriks

Martijn Hendriks
Laatste berichten van Martijn Hendriks (alles zien)