De etappe van vandaag voerde door het Centraal Massief en was in meerdere opzichten vulkanisch: niet alleen het landschap, maar ook de koers ontwikkelde zich met veel gepruttel, gerommel en vuurwerk. De jonge Portugees Rui Costa leverde een indrukwekkende prestatie door als enige van de oorspronkelijke kopgroep over te blijven, een ontketende Vinokourov en een losgeslagen Gilbert achter zich te houden en de etappe te winnen.

Er waren nog drie renners die opvielen vandaag. De eerste was Juan Antonio Flecha, die meesprong op het moment dat Johnny Hoogerland aanviel om zijn bolletjestrui te verdedigen. Het leek alsof Flecha in een taxi ging zitten en zich door chauffeur Hoogerland omhoog liet rijden. Tot de taxi werd gelost in de afdaling. De Spanjaard stapte uit, maar hoefde niet lang te wachten op een nieuwe lift: Vino kwam voorbij stomen. Fijn voor Flecha, die vrolijk weer instapte bij de volgende taxichauffeur. Tot de Kazach er genoeg van had en hij Flecha uit zijn auto knikkerde om de jacht op Rui Costa alleen te vervolgen. Zo doe je dat dus, Johnny, dacht ik. Stilletjes meesluipen. Eerst onopgemerkt het bordje van de ander leegeten, en dan pas in de spotlights met krachten gaan smijten. Maar misschien ook wel niet. Het is leuk om Hoogerland als een cowboy te zien koersen, en zoals Ducrot terecht opmerkte: ‘We bewonderen hem niet omdat hij verstandige dingen doet.’

De tweede man die opviel vandaag was Thor Hushovd. De Noor met de sprintersbenen heeft al enkele dagen een voorsprong van slechts één seconde op klimmer Cadel Evans. Eén seconde. Dat is niets. Maar soms is niets genoeg om voor te vechten. Zelfs vandaag, in een etappe met aankomst op een berg van derde categorie, wist Hushovd die ene seconde en de daarbij behorende gele trui te verdedigen. De Noorse dondergod blijkt over onvoorziene krachten te beschikken.

En de derde man? Dat was Cyril Gautier. Waar Flecha tijdens de beklimming van de Col de la Croix Saint-Robert als een gentleman taxi’s in- en uitstapte, rende Gautier er als een dolle hond achteraan. ‘Wacht, wacht op mij!’ leek hij te roepen. Eerst gefrustreerd, toen boos, daarna wanhopig. ‘Ik wil mee! Neem me nou meehee!’ Alles aan Gautier schokte. Zijn lichaam slingerde alle kanten op, zijn fiets leek pogingen te doen om onder hem vandaan te komen. Hij kon niet meer. Maar Gautier beet liever zijn tanden stuk dan te moeten lossen. Hij moest en zou blijven aanklampen. Wat zijn keiharde koersen op karakter hem uiteindelijk opleverde? Enkele punten voor de bergtrui, en dat was het. Want op de slotklim reden alle taxi’s bij hem weg en was hij te uitgeput om er nog achteraan te hollen: hij kwam uiteindelijk binnen op ruim twee minuten van Rui Costa.

Lidewey van Noord
Laatste berichten van Lidewey van Noord (alles zien)