Ton Vissers is eind jaren ’60 en in de jaren ’70 een beroemde maar ook beruchte figuur in het wielerpeloton. Ton regelde en ritselde het wel, maar dacht daarbij niet altijd aan de belangen van zijn renners. In 1978 komt Vissers opeens weer met een Belgische wielerploeg op de proppen.

Zoppas/Zeus heet de ploeg. Twee Nederlanders, Tino Tabak en Ben Koken en een handvol Belgen staan er onder contract. In de wielerwereld slaat in 1978 iedereen de schrik om het hart. Hoe heeft die Vissers dat nu weer geflikt?

Geen geld
Ton Vissers trekt een spoor van vernieling door de wielerwereld in de jaren ’60 en ’70. Vissers heeft vaak geen geld en als hij het heeft dan zijn het in ieder geval niet de renners die daarvan profiteren. Het salaris waarop de renners recht hebben, wordt vaak niet of veel te laat betaald. Vissers komt er nog vaak weg mee ook. Het is een vrolijke vent en een makkelijke prater. En zo glijdt Ton door de wielerwereld. Van de ene ploeg naar de andere.

Vissers is daarin overigens niet de enige. Tot in de jaren ’80 zijn er in de wielersport veel wanordelijkheden. De ploegleiders zijn vaak lepe regelaars die onderling de buit verdelen. Wielrenners, vaak te naïef, laten zich in de luren leggen. Een ploegleider als Peter Post zorgt met zijn manier van werken uiteindelijk voor een meer professionele benadering.

Bijna mis
canadadryBij Canada Dry gaat het in 1973 bijna mis. Net voor de proloog van de Tour de France van 1973 weigeren de renners van Canada Dry-Gazelle van start te gaan, tenzij Ton Vissers alsnog de achterstallige betalingen voldoet. Op het laatste moment ontvangen de wielrenners hun geld.

Dat was dan ook alles. In een oude uitgave van De Muur (en ook in de Gelderlander) vertelt Mart Smeets smakelijk over de vrolijke wanorde bij de Canada-Dryploeg. Het had allemaal niets met topsport te maken.

Karel Jansen die in 1978 namens de VVWB de belangen van Nederlandse wielrenners behartigt: “Hij ( Ton Vissers) heeft een spoor van wanordelijkheden op het gebied van sociale rechtsposities van de Nederlandse beroepswielrenners in Nederland achtergelaten.”

Pillen
Ook in 1975 heeft Ton Vissers geen geld. Hij begint een nieuwe wielerploeg Alsaver-Jeunet-De Gribaldy. Ton Vissers is in dienst bij Alsaver. Alsaver is een fabrikant van anti-alcoholpillen. Hij krijgt geen budget, maar pillen. Vissers moet die pillen aan de man brengen. De opbrengst mag hij houden.

In het begin worden de renners gewoon uitbetaald, maar snel gaat het mis. De Belgen Van Marcke, Leman en Van Roosbroeck ontvangen ongedekte checks van Vissers. Er is geen geld meer. Snel loopt de schuld van Alsaver en Vissers aan de ploeg op tot 165.000 gulden.

De KNWU is ontstemd over de werkwijze van Vissers bij Alsaver. In de seizoen van ’76 en ’77 wordt Vissers geschorst door de KNWU. De onbeschaamde Vissers weet echter zijn weg in de wielerwereld wel  te vinden en via de Belgische wielerbond krijgt hij in 1978 opnieuw een licentie.

Manager
Het Zoppas/Zeus team krijgt Vissers als ploegleider, niet als manager. Een nuance die de KNWU na overleg met de Belgische bond nog wel wil toelichten. KNWU-directeur Harry Meuwisse: “Vissers is een licentie als ploegleider verstrekt, niet als manager. Dat wil zeggen dat hij zich niet mag bezighouden met het afsluiten van contracten. We hebben er wel van geleerd. Je moet Vissers niet de financiële huishouding toevertrouwen. Niet zozeer omdat hij onbetrouwbaar is, maar wel zeer onzorgvuldig.”

Bron: Het Vrije Volk, Oudescherpenzeel.nl

Maurice Beerthuyzen