Niets is wat het lijkt in het wielrennen. Ook dit stukje niet. Wie hier kwam in de hoop een paar lekkere bimbo’s te zien, komt bedrogen uit vrees ik. Het zou kunnen dat Karsten Kroon die bimbo’s in bikini wel gezien heeft. We weten het niet. Hij had na de finish wel zo’n lachje op zijn mond alsof hij onderweg iets moois had gezien.

Wie goed had opgelet, zag het ook. Nadat de definitieve kopgroep was geformeerd, blokkeerden de mannen van Sky de weg als een stel douaniers. Niemand mocht de oversteek meer maken. Daar dacht Niki Sörensen duidelijk anders over. Hij reed hard weg, maar dreigde in een chasse patat te komen.

Bij Saxo bedachten ze daarom een goede truc. Ze gingen met vijf man op kop rijden, met als enig doel om een dreigement naar de kopgroep te sturen. Als ze niet zouden wachten op Sörensen, dan zouden ze wel even dat gat dichtrijden. Het was een mooi potje blufpoker. Het werkte. Sörensen sloot aan bij het groepje en de Saxo’s in het peloton lachten zichtbaar om hun eigen actie. Prachtig zoals wielrennen soms werkt.

De lach van Kroon legde in een paar seconden bloot wat voor mij de schoonheid van de wielersport is. Het gaat niet alleen om dom hard trappen, vaak wel, maar vooral om je hoofd goed te gebruiken bij dat trappen.

Volgens mij lachte Kroon om een eigen grap. Hoewel grap niet het goede woord is voor een  dergelijke meesterzet. Hij zou nog wel eens een goede ploegleider kunnen worden. Of een begenadigd romancier, waarbij hij zijn lezers continu op het verkeerde been weet te zetten.

Pieter van der Meer