Michael BoogerdKijk hem zitten, in zijn volgens de laatste stylingtrends ingerichte huis, op zijn grote bruine bank, de ogen gericht op de enorme plasmatelevisie aan de muur. Naast hem zit zijn wonder op schaatsen, met wie hij slechts in gebroken Engels praat. Haar bolle buik bewijst dat de liefde aan een half woord genoeg heeft.

Maar inmiddels begrijpt hij dat een half woord niet langer genoeg is. Niet meer. Toen collega Herbert hem vanmiddag belde, kwam hij er nog mee weg. Maar hij voelt dat het niet lang meer duurt. Volzinnen moeten er komen, volzinnen die elkaar aanvullen en samen een verhaal weven dat voor zijn gevoel niets te maken heeft met het jongetje dat in de jaren tachtig vol vuur op een racefietsje reed. Altijd in het spoor van Rini, dromend van de splijtende demarrage waarmee hij zijn broer op een onoverbrugbare achterstand kon zetten.

Ergens in het luchtruim tussen Amsterdam en Wenen is hij dat jongetje uit het oog verloren. Hij heeft het niet eens gevoeld, dat afscheid, maar de laatste weken moet hij vaak aan dat jongetje denken. Hij realiseert zich dat hij dat jongetje mist en hij zou er heel wat voor over hebben om weer eens in het wiel van Rini te zitten. In de zuiging en uit de wind.

Vorige week vroeg hij zijn broer of hij nog wel eens fietste. Zijn broer had geknikt, maar verder niets gezegd. Toen had hij zijn mond ook maar gehouden. Vroeger had zijn broer hem meteen begrepen, dat wist hij wel. Had zijn broer hem opgedragen morgen om acht uur klaar te staan. Maar ook voor zijn broer is een half woord niet langer voldoende.

Hij kijkt opzij, naar zijn vriendin. Streelt haar zwangere buik. Schraapt zijn keel. Ze kijkt hem aan, glimlachend, een vragende blik. Hij kucht nog eens. En dan komen ze tevoorschijn. Hele woorden zijn het, die samen hele zinnen vormen. En zij is stil. Ze luistert naar zijn verhaal. Over een jongetje dat zo ontzettend graag wilde demarreren. En dat nu alleen nog maar uit de wind wil zitten.

Mariska Tjoelker
Laatste berichten van Mariska Tjoelker (alles zien)