‘Ga jij dit jaar nog naar het WK?’ De vraag werd mij al een aantal keren gesteld. Er is weer een WK in Valkenburg en een mooier wielerevenement is er niet. Dus daar moet je als liefhebber wel naartoe.

Alleen: ik  ga niet dit jaar. Ik ga lekker voor de tv zitten zoals bij de meeste koersen. Om een paar redenen:

  1. Ik zou dan een aantal dagen gaan maar slaap het liefst in mijn eigen bed.
  2. Het is mij allemaal te massaal geworden. Jan Janssen zei het nog mooi bij de opening: ‘in 1964 in Sallanches stonden er twee tentjes, nu staat er een dorp.’
  3. Het belangrijkste punt: ik heb mijn mooiste WK’s al meegemaakt.

Jan RaasIk was erbij in 1979 toen Jan Raas wereldkampioen werd. Het was een geweldige dag met uitzinnige supporters. Ik  moet wel toegeven dat – toen mij laatst gevraagd werd of ik nog wat leuke dingen wist – ik mij er nog maar heel weinig van kon herinneren. Het zijn meer vage sluiers. 33 jaar is ook al weer een lange tijd in een snel veranderende wereld.

1998 is weer een ander verhaal. In die tijd rommelde ik wat in de journalistiek en kon ik door mijn perskaart een accreditatie aanvragen voor het WK. Dat opende, letterlijk, natuurlijk heel andere deuren. Ineens waren er geen hekken meer, geen opgefokte mannen met hesjes, want ik had een kaart om mijn nek en hoorde er dus bij. Ik ben ervan overtuigd dat het vandaag de dag niet meer zo werkt. Alles is veel strakker geregeld.

De zondag begon al geweldig. Ieder land had zijn eigen tent en in alle vroegte, het was nog heel rustig, scharrelde ik wat rond. Ik had een heel goed gesprek met Johan Museeuw. Hij sprak drie woorden tegen mij en dat staat gelijk aan een gemiddeld interview van een uur. Het mooie van een WK zijn de exoten. Die zie je niet in de Tour of in de klassiekers. De contrasten zijn op zo’n ochtend groot. Ik zag fietsen waar de gemiddelde wielertoerist niet op zou gaan zitten, maar zij reden daar toch maar mooi een WK mee. Dat kan die wielertoerist dan weer niet zeggen.

Wat niet erg meewerkte die dag was het weer. Koersen in de regen zijn schitterend maar als toeschouwer heb ik het er niet zo op. Na het startschot trok ik mij dan ook snel terug in een leuk cafeetje om daar de koers op tv te volgen. Bij de doorkomst even naar buiten en weer terug.

Bij toeval liep ik Peter Winnen tegen het lijf en de rest van de dag hebben we onder het genot van veel shaggies en bier heerlijk over wielrennen zitten bomen. Ook toen was hij al openhartig. Het mooie was dat ik geen moment heb overwogen daar ook maar iets van op papier te zetten. Voor mij was het al lang duidelijk dat de journalistiek mijn ding niet was.
Aan het eind van de dag, balend van de lekke band van Boogerd en van de ‘kleine’ winnaar Camenzind namen wij met een ‘doei’ afscheid.

Bijna twee jaar later kwam de post met een pakje. Ik had niets besteld en was nieuwsgierig wat het zou zijn. Het was het boek Van Santander naar Santander. Peter Winnen had mij zijn boek opgestuurd met een persoonlijke boodschap.

Ik zou nooit meer naar een WK gaan wist ik toen. Mooier zou het toch niet meer worden.

 

 

Robert Vuijk
Laatste berichten van Robert Vuijk (alles zien)