Roberto HerasRoberto Heras (21 februari 1974)

Roberto Heras is het niet gewend om tweede te worden. Hij werd wel eens derde, vierde ook wel, en een enkele keer vijfde. Maar tweede? Zelden.

Ja, één keertje in de Vuelta van 2002, achter een vliegende Aitor Gonzalez, in wiens buurt men in die weken beter geen lucifer kon afstrijken. Ontploffingsgevaar, zou Jean Nelissen mompelen.

En nu staat hij hier, op het op één na hoogste treetje. Zie hem staan: in een colbert dat hem twee maten te groot is, en dat witte slobberhemd met die slordig geknoopte stropdas die onder zijn boord vandaan komt. Daaronder een zwarte korte broek. Op zijn hoofd een gebloemd fietshelmpje dat bij de eerste de beste val als een eierschaal in twee keurige brokken zal splijten.

Wat een comeback.

Daar heb je dan in je leven vier keer de Vuelta voor gewonnen, ben je met afstand de beste Spaanse ronderenner van het voorbije decennium. Twaalf keer in de top-tien van een grote ronde. Miljonair.

En dan dit. Het afleggen tegen iemand van wie de wereld nog nooit gehoord heeft. Alastair Kay, amateur bij York Cycleworks.

Hij is begonnen met wielrennen bij Kelme, een broedplaats van klimtalent, alles om dat uiteindelijke doel te behalen, de Heilige Graal voor iedereen op een racefiets: de Tour.

Overgelopen naar de vijanden, de kolonisators van US Postal, om er in dienst van zijn grootste concurrent te gaan rijden. Alles voor dat ene doel, alles om te leren. De wereld begrijpt niets van z’n beslissing: waarom zou je je talenten in dienst van een ander stellen? Waarom figurant zijn in een stuk waar je een hoofdrol kunt krijgen? Maar hij begrijpt: wie meester wil worden, moet eerst een tijdje gezel zijn geweest.

Hij was al op de plek van de nummer één gaan staan, zo zeker was hij van z’n zaak. Natuurlijk, het is allemaal een grote grap en grappen moet je niet te serieus nemen, maar winst en verlies zijn geen zaken waar je al te grappig over moet doen. Dat is bittere ernst. Heras en zijn Spaanse ploegmaats controleren het printje met uitslagen en tijden. Het staat er echt: er is iemand die de 14 kilometer door de heuvels van Oxfordshire sneller heeft afgelegd dan hij. Drie seconden bedraagt het verschil.

Zilver.

Eigenlijk klopt het wel, denkt Roberto Heras als hij nadenkt over zijn carriere. Net niet. Het is wel vaker net niet geweest. Toen hij uit de troepen van Armstrong deserteerde om bij Manolo Saiz de Tour te gaan winnen, kwam hij nooit meer in de buurt van de top-tien.

Het is de open zenuw van zijn leven, de Tour. Net als die ene Vuelta uit 2005, die hij won, maar ook weer niet. Hij werd betrapt op het gebruik van epo, nadat hij eerst met zijn ploeg de ongenaakbare Rus Menchov had geïsoleerd en afgemaakt.

Hij won de Vuelta net wel, maar die overwinning werd hem afgenomen. Menchov kreeg de zege maanden later cadeau. En bijna zes jaar later, toen de herinnering aan de wielrenner Roberto Heras nog slechts was opgebouwd uit vage beelden uit een steeds grijzer wordend verleden, won hij de Vuelta van 2005 alsnog. Zijn bloedmonsters waren destijds niet koel genoeg opgeslagen. Het was het geluk van de delinquent met een advocaat die alles af weet van vormfouten.

De naam Roberto Heras is sinds de herfst van 2005 besmet. Net niet door de Operacío Puerto trouwens, waaraan hij door de positieve Vuelta-tests wist te ontkomen. Maar ook wie besmet is, heeft recht op een tweede kans. Heras hoeft geen tweede kans meer. Als zijn schorsing erop zit, weigert hij om met gebogen hoofd terug te keren in de buik van het hypocriete peloton, dat hem excommuniceerde om iets waaraan iedereen meedeed. Die onrechtvaardigheid, daar heeft Roberto Heras geen zin meer in. Nooit meer.

Liever neemt hij deel aan mountainbikewedstrijden met duizenden deelnemers. Wedstrijden waarin het aankomt op uithouding, talent en wilskracht. Wedstrijden waarin het ieder voor zich is, God voor ons allen en we zien wel. De enige met wie hij samenwerkt is zijn broer Miguel Angel. Samen schrijven zij bijvoorbeeld een meerdaagse mountainbike-survivaltocht met de onheilspellende naam Nissan Titan Desert op de naam van Heras.

En er zijn de wereldkampioenschappen in Brompton.

Wereldkampioen is hij nog nooit geworden.

Hij wordt er verslagen wordt door Alastair Kay. Na uitvoerig de vellen met uitslagen te hebben bestudeerd en na ook nog een officieel protest wegens verdenking van fraude te hebben ingediend (Heras vertrouwt het wielrennen al lang niet meer, en het vouwfietsen al evenmin), staat hij even later op het podium met een zilveren medaille om zijn magere nekje.

Net niet. En hij bezweert zichzelf dat hij nooit meer iets met wedstrijdfietsen te maken zal hebben.

Een jaar later, op 5 oktober 2009, wordt Roberto Heras wereldkampioen vouwfietsen. Het is zijn laatste grote zege in de wielersport.

Frank Heinen