Laurent RouxLaurent Roux (3 december 1972)

Bijna een jaar lang houdt de politie van Cahors de handel en wandel van een groepje mannen in de gaten. De mannen worden verdacht van smokkel van en handel in verdovende middelen. Doping.

En drugs.

Het duurt lang voor de recherche ingrijpt. De vermoedens zijn sterk, maar de bewijsvoering is allerminst waterdicht. Pas als de Franse Wielerbond de politie inlicht over de transacties, kan tot actie worden overgegaan.

Het is 18 januari 2005. Op een parkeerplaats net buiten Cahors wordt een 62-jarige Belg opgepakt. Hij en zijn zoon zijn de spilfiguren in een omvangrijke dopingsmokkel. De afnemers zijn Franse renners uit de buurt, voornamelijk amateurs.

Onder hen de broers Fabien en Laurent R.

Laurent Roux is een oud-prof en daarmee automatisch een grote naam. Zijn jaren bij het Nederlandse TVM en het Franse Castorama en hebben van hem een bekende verschijning in het wielerpeloton gemaakt. Roux is een mooie, stoere jongen. Een bink.

De kleine, geblondeerde Fransman presteert vooral goed in de zwaardere eendagskoersen. Zo wint hij in 1997 de loodzware Classique des Alpes. Roux is ook een etappekaper: er staan onder meer ritten in de Giro, Parijs-Nice en de Tour de l’Avenir op zijn erelijst.

Ook draagt hij enkele malen de bolletjestrui in de Tour.

Zijn broer, Fabien, schopt het nimmer tot de rangen der profs. Hij komt aan de kost als topamateur annex drugskoerier.

In het verhoor bij de openbaar aanklager geeft Roux in het voorjaar van 2005 toe vrijwel zijn hele carriere gedrogeerd te hebben rondgereden. Er is geen product dat hij ongebruikt heeft gelaten: EPO, groeihormonen, cortisonen, testosteron; het gaat er in de jaren negentig bij het peloton in als koek.

In 1999 slaat het noodlot voor het eerst toe. De talentvolle, jonge Fransman wordt na de Waalse Pijl betrapt op gebruik van amfetaminen. En dat in het post-Festinajaar, waarin iedereen zijn lesje geleerd zou moeten hebben.

De straf is mild: zes maanden. Maar Roux’ reputatie loopt een eerste buts op.

Dan, precies drie jaar later, valt hij nogmaals door de mand. Bij een out-of-competition-controle wordt hij betrapt. Wéér op amfetaminen, de meest verslavende aller dopingproducten.

Nu is de UCI onverbiddelijk en Laurent Roux wordt voor vier jaar uitgesloten van competitie. Zonder aarzeling pakt men het enige waardevolle in zijn leven van hem af.

Laurent Roux mist de koers, mist de wedstrijden, mist het afzien. Maar wat hij ook mist: de drugs. Zijn lichaam heeft zich gewend aan de farmaceutische ondersteuning van opwekkende pillen en spuiten.

De onvermijdelijk depressie volgt, evenals de pillen tegen die depressie. Zijn geest en fysiek zijn dan al te ver heen. Een eenvoudig pilletje van de psychiater is al lang niet meer genoeg.

Als extra oppepper begint Laurent af en toe weer wat amfetaminen te slikken. Voor puur recreatief gebruik.

Van Fabien, die nog fietst, krijgt hij af en toe een flacon flamand. Wat er in zit weet niemand – de inhoud van een goede pot belge is het geheim van de chef – maar de basisingrediënten zijn amfetaminen, caffeïne, cocaïne en een snufje heroïne.

Laurent Roux kent het goedje uit zijn tijd in het peloton, een verleden dat in hoog tempo grijzer lijkt te worden, zoals ook zijn beeld in de hoofden van de Franse wielerfans steeds vager en korreliger wordt. Het verdriet over de eenzaamheid, de ledigheid van zijn dagen en zijn gebrek aan vrijwel alles waar hij vroeger genoeg van had, maken van hem een steeds regelmatiger klant van de Tremelo-connectie.

Totdat al zijn geld eraan opgaat. Totdat hij moet gaan dealen om in zijn behoeften te voorzien. Totdat hij aan niets anders meer kan denken. Totdat hij een echte junk is.

De arrestatie in Cahors behoedt hem ervoor nog dieper te zakken. Als dat tenminste nog kan.

Frank Heinen