Thorwald Veneberg (16 oktober 1977)

De camera van de NOS zoomt in op een Ikea-tafel met plastic koffiebekertjes met suikerzakjes en roerstaafjes erin. Een whiteboard met van die zwarte stiften ernaast. Hoogpolig tapijt waarover je geluidloos van kamer naar kamer kunt schuifelen. In de nieuwe habitat van Thorwald Veneberg zouden de meeste wielrenners nog niet dood gevonden willen worden.

Wie na zijn carriere bekender wordt dan tijdens, heeft iets verkeerds gedaan. In het geval van Thorwald Veneberg: te weinig gewonnen en te veel geprocedeerd.

Eén zege staat er op zijn actief, één eenzame eerste plaats in een eindeloze reeks verre ereplaatsen. Voor wie is afgestudeerd op het onderwerp ‘faalangst’, is het niet echt veel soeps.

Het is een winterse dag in het voorjaar van 2005, zo’n dag waarop het nooit helemaal licht wordt, waarop het al voor het middaguur begint met schemeren. Zo’n dag waarop het geen pretje is om wielrenner te zijn.

Het is de dag van de Grote Scheldeprijs, misschien wel de minst belangrijke wedstrijd van het Belgische klassiekervoorjaar, die door de Belgische televisie vooral wordt uitgezonden om in het ritme van woensdag-weekend te blijven.

De wedstrijd wordt bijna altijd afgesloten met een massale valpartij in het centrum van Schoten. In de laatste lijn kleven nog vlees, bloed en tanden van eerdere jaren aan het asfalt.

Die winterwoensdag in april 2005 slaat de regen tegen de ruiten van de commentaarhokjes. Favorieten stappen af, geven de pijp aan Maarten en kruipen in de elektrisch verwarmde auto’s van hun ploegleiders.

Ergens in de verte rijden twee stipjes. Het zijn de jonge Litouwer Tomas Vaitkus en de onbekende Nederlander Thorwald Veneberg. Ze mogen het uitmaken, als ze het maar snel doen. Iedereen wil naar huis.

Aan de aankomst in Schoten voeren Vaitkus en Veneberg een parodie op een sprint op. Hun door regen en lichaam afgekoelde spieren zijn niet meer warm te fietsen; één verkeerde beweging en de kramp slaat toe. Venebergs kennis van de bewegingswetenschap lijkt op dit moment vooral van theoretische aard.

Vaitkus wint wel eens massasprints, Veneberg wint überhaupt nooit. Commentatoren noteren de uitslag al kilometers voor de streep in hun boekjes.

Maar in het wielrennen gaat niet altijd alles zoals het zou moeten gaan.

Veneberg wint, het is de grootste en tevens enige overwinning uit zijn loopbaan.

Vaitkus is die dag nummer twee in de uitslag, maar niemand twijfelt eraan dat de regen en de wind hem uiteindelijk het meest heeft opgeleverd. Ze fietsen niet voor niets allebei voor een bank.

Het blijft wat Venebergs erelijst betreft bij die ene woensdag in Schoten. De Rabobank laat hem eind 2007 weten dat ze niet langer zitten te wachten op iemand die in theorie alles van faalangst weet, maar die remt voor bochten waar niemand anders voor remt. Zo iemand zijn ze liever kwijt dan rijk. Ook na zeven jaar trouwe dienst. Júist na zeven jaar trouwe dienst.

Zijn laatste wedstrijd is de 3-Länder Tour, die eindigt in het Zwarte Woud. Veneberg eindigt er als 27e in de slotetappe. Kopmannen Michael Boogerd en Thomas Dekker komen meteen achter hem, eenmaal over de finish schudden ze elkaar de hand. Een klein gebaar, maar voor Veneberg is het genoeg.

Wat nooit gebeurt, gebeurt nu: de renner berust niet in zijn lot, maar verdedigt zijn rechten als een echte werknemer. Hij is geen lijfeigene van de ploeg, het stenen wielertijdperk is bijna ten einde. Veneberg gaat procederen. Hij doet een beroep op de Flexwet, die is er immers oor alle mensen, zelfs voor wielrenners, zo denkt hij.

De rechtszaak sleept bijna een jaar aan, de overeenkomsten met het Bosman-arrest vallen de media steeds meer op. Veneberg strijdt voor de rechten van wielrenners zoals Bosman het ooit deed voor zijn voetballende collega’s.

Tijdens een zitting noemt de advocaat van de Rabobankploeg, mr. Eric Vilé, Veneberg ‘waardeloos en irritant’. Niet echt een eloquent argument, maar het komt wél aan.

De rechter concludeert dat dit de harde realiteit van de topsport is, dat het wielrennen een wereld is van cowboys en dat Veneberg zeven jaar lang willens en wetens in die wereld heeft gebivakkeerd.

De uitspraak op 5 december 2007 luidt dan ook: geen ontslagvergoeding.

Veneberg kan er niet mee zitten, die avond bevalt zijn vrouw van zijn tweede kind: Hanne.

Inmiddels, anno 2012, doet hij iets hoogs bij de KNWU. Hij is de baas van de wielrenners voor wier arbeidsrechten hij ooit streed. Hij zit op een kantoor, met roerstaafjes en een whiteboard. Jean-Marc Bosman zit alleen thuis, in een buitenwijk in Luik. Er gaan geruchten dat hij persoonlijke en financiële problemen heeft.

Dan toch liever een kantoortafel en plastic koffiebekertjes.

Frank Heinen