Jacques Esclassan

Jacques Esclassan

Sevilla by night, 28 augustus 2010. Vrouwelijk schoon lost de konten van de Footon-Servetto’s, de vijfenzestigste Vuelta a España gaat officieel van start. Met grote koplampen achtervolgen de ploegleiders hun duiven. De adembenemende helikopterbeelden gaan de wereld rond.

Ooit was het anders.

In de jaren zeventig was de Vuelta nog een voorbereidingswedstrijd op de Giro d’Italia, die in dezelfde maand plaatsvond. De Spaanse rittenwedstrijd duurde slechts tweeënhalve week. Op het Iberisch schiereiland was veel mogelijk. Enkele anekdotes.

De Vuelta van 1977 werd van begin tot einde gedomineerd door Freddy Maertens en zijn Flandriaploeg. De formatie van Lomme Driessens krijgt het regelmatig aan de stok met de Spanjaarden. Wanneer Maertens weer eens het hazenpad gekozen heeft, stoppen zijn ploegmaten het achtervolgingswerk van de Spaanse KAS-formatie af. Met hun fietspompen slaan de zenuwachtige Spanjaarden duchtig in het rond. “Dat beleven wij wel vaker,” relativeren Roger Verschaeve en Jos Van de Poel aan de aankomst.

Een andere keer rijdt Maertens het peloton uit elkaar. Een tweede groep probeert terug te komen in het zog van de motoren van de Guardia Civil, maar dat is buiten het fenomeen Lomme Driessens gerekend. Druk gesticulerend naar de Spaanse ordehandhavers speelt de autoritaire ploegleider voor koersdirecteur.

Ook van imposante helikopterbeelden is er in de jaren zeventig nog geen sprake, laat staan in Spanje. Om onregelmatigheden in een massaspurt te registreren, neemt er daarom bij iedere vlakke aankomst een jurylid plaats op een geïmproviseerde ladder. Het helse gevecht dat de laatste kilometers voor een spurt voorafgaat, zorgt iedere dag voor een regen van klachten.

Spurters in Spanje beschikken aldus het best over een stevige portie lef. Zo gaat Gerben Karstens, de notariszoon uit Leiden, meermaals onderuit op enkele honderden meters van de streep. Wanneer hij overeind blijft, is de Nederlander echter een van de snelste en sluwste renners van het peloton.

Deel b van de negende etappe van de Vuelta 1973, een criterium in Barcelona met aankomst op Montjuich, eindigt op een millimeterspurt. Niemand durft te zeggen of Karstens, dan wel Esclassan als eerste over de meet kwam. Omdat Karstens autoritair de handen in de lucht steekt, krijgt hij de bloemen, de interviews en de publiciteit.

De jonge Fransman Jacques Esclassan is niet onder de indruk; hij dient een klacht in bij de wedstrijdjury. Wanneer ruim een uur later bij de ontwikkeling van de fotofinish blijkt dat Esclassan met anderhalve centimeter voorsprong won, is de karavaan al een hele poos naar huis.

Ietwat beteuterd viert Esclassan zijn eerste overwinning in een grote ronde.

Ken Lambeets