Ventoux_2Quatorze juillet. De langste Touretappe.
Le Mont Ventoux.

Terwijl de renners hun stramme kuiten aan het werk zetten op de eerste côtes na de start in Givors zijn de échappées al vertrokken, op weg naar de uitzending.
Etappe vijftien wordt een zinderende etappe. Heet, droog, lang, en zwaar. Loodzwaar.
Een nationale feestdag voor iedereen behalve de renners.

De aanloop door het brede rivierdal kent nog genade, en maakt ruim honderd kilometer vol tot de brug bij Crest. Hier begint een compleet nieuwe rit door het departement Drôme: een prachtig decor met groene heuvels, rivierdalen en rotswanden.
De Côte de Bourdeaux (cat. 3) is een helling gemaakt voor de Tour. Vanuit het laaggelegen dorp slingeren de bochten zich enkele kilometers tegen 6% omhoog. Wie zich strategisch opstelt ziet de aanvallers al van kilometers ver aankomen. Er staat hier niet voor niets een burchtruïne.

Dieulefit, Le Poët-Laval. Op ‘n hoekhuis staat een in beton gekerfd hart met de initialen van Gerard Reve en Matroos Vos. Iets verderop een bord langs de weg dat duidelijk maakt dat de renners de Côte d’Azur betreden. De Tour balanceert hier op het opstaande randje van het Rhônedal.
Vers fruit a volonté.

Lavendel kleurt de velden paars. Nog twaalf kilometer tot Bedevaart Bédoin. Onderweg eerst het opwarmertje met de leuke naam ‘col de la Madeleine’. Vier kilometer op het buitenblad en prachtige vergezichten op de kale berg en het Observatoire. Reuzenfallus op een kaalgetrimde torso.

Eenentwintig beruchte klimkilometers vormen weer een nieuwe rit. De weg door het bos is steil, lang en overal hetzelfde.
Dan draait de weg en verschijnen stenen waar de felle zon op kaatst.
Hier is geen leven. Geen vogels, geen krekels, geen wegschietende hagedissen.
Geen water, geen struiken, geen huizen, bruggen of bermen.

Echt. Alleen. Steen.

Waarom stuurt men hier de renners heen?

Martijn Sargentini