Nu het aanstormende Nederlandse talent Lars Van der Haar in de nabije toekomst de veldritwereld zal veroveren, is het hoog tijd dat jullie het schaatsen vaarwel zeggen en het veldrijden weer omarmen.

De veldritsport heeft vitaliteit nodig. De wortels van de sport zitten onuitrukbaar in de Vlaamse klei. Dat staat in schril contrast met andere landen waar deze wortels nauwelijks nog een voedingsbodem hebben. Zo ook in Nederland. De tijd dat Adrie Van der Poel, Richard Groenendaal en Lars Boom het leven van de Belgen zuur maakten in het veld ligt definitief achter ons. Het gevolg is dat het aantal deelnemende Belgen aan een WK de plaats bepaalt van de eerste buitenlander. Zo mochten er op het WK vorig jaar slechts zeven Belgen starten waardoor de Tsjech Simunek achtste werd.

Desondanks kwam het schaamrood ons toen eerder op de wangen dan dat we een gat in de lucht sprongen. Kortom, een gevoel van onoverwinnelijkheid en heerschappij is veel leuker met tegenstand. Van een duel België-Nederland is er allang geen sprake meer in de cross. Het zou nochtans meer dynamiek geven aan het veldrijden. Deze sport teert op duels en spankracht. Maar maakt u zich maar geen illusies. Net als in het wegwielrennen zal België het van Nederland op alle domeinen blijven halen, maar dan in de cross met nog meer overschot.

Er moet durven geïnvesteerd worden in de cross. Een opmerkelijk feit kwam ons ter oren wat een aanleiding vormde om onze wenkbrauwen toch eens danig te fronsen. Je moet als Nederlander topacht hebben gereden in een wereldbeker om te mogen deelnemen aan het WK. Acht kansen waarvan er al drie verstreken zijn. Geen WK in een boerengat als Hoogerheide of Hooglede-Gits dit jaar, wel in het Amerikaanse Louisville. Het is uiteraard puur toeval dat deze regel er komt nu er dure vliegtuigtickets naar het verre Louisville moeten worden betaald.

Soit, het WK zal op zijn minst van start gaan met twee Nederlanders. Lars Van der Haar en Thijs Van Amerongen voldoen aan de selectiecriteria. Hopelijk staan in de woordenboek van Johan Lammerts ‘clementie’ en ‘deliberatie’. De jonge en beloftevolle Twan Van den Brand werd negende in de wereldbeker van Tabor in dezelfde tijd als de achtste. Alvast positief dat jonge Nederlanders als Van der Haar, maar ook Wubben en Van den Brand progressie boeken. En in ieder geval ook goed dat het WK vorig jaar niet in Louisville werd gehouden. Lars Boom voldeed met een zevende plek in de wereldbeker van Zolder als enige Nederlandse crosser aan de criteria om topacht te fietsen in een wereldbeker. En die deed dan toch sowieso niet mee.

Gelukkig dat niet alle landen een plaats in de topacht eisen of we spraken letterlijk van een Belgisch Kampioenschap. Het zou een gek zicht zijn, een WK met zestien crossers. Onooglijk, maar langs de andere kant ook tekenend en pijnlijk realistisch. Na drie wereldbekers hebben er dertien verschillende renners een plaats bij de eerste acht gereden in een wereldbeker. Negen Belgen en vier buitenlanders. En de Belgen scoren er 19/24 qua plaatsen in de topacht. Als alle landen deze regel zouden hanteren, staan er in Louisville meer Belgen aan de start dan buitenlanders.

De hegemonie van de Belgen heeft een tweeledig effect. Enerzijds verhoogt het de populariteit van de cross in Vlaanderen wat ook de bestaanszekerheid van de sport is. Anderzijds ontmoedigt deze microkosmos buitenlandse renners te investeren in het veldrijden en kiezen vaak talentvolle renners voor het mountainbike of de weg waar er meer roem en geld te rapen valt. Sinds UCI-coördinator Peter Van den Abeele is begonnen met de internationalisering van de cross is de sport alleen maar vervlaamst. Op een kunstmatige wijze het veldrijden in landen als Libanon promoten is verloren tijd en moeite die elders nuttig kan geïnvesteerd worden. Begin in Zwitserland, in Frankrijk en in Nederland. De geloofwaardigheid van zeven Belgen in de top zeven van een WK is ongeveer even groot als een Amerikaan die zeven jaar na elkaar de Tour wint. Het veldrijden dreigt helemaal een karikatuur te worden van zichzelf.

Kortom Nederlanders, kom naar het veld! Het wegwielrennen is toch maar bron van ergernis en dopingongemakken. Het is zo mogelijk nog langer geleden dat een Nederlander een klassieker op de weg won dan dat er één een wereldbeker won in het veldrijden. En als het echt moet, betalen we wel jullie vliegtuigtickets…

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)