1. De dingen die u ziet zijn mogelijk echt.
  2. De dingen die niet echt zijn ziet u niet.
  3. De dingen die u niet ziet bestaan mogelijk wel.
  4. De dingen die mogelijk bestaan worden zelden beschreven.
  5. De dingen die wel worden beschreven ziet u.
  6. De dingen die wel worden beschreven zijn mogelijk echt.
  7. De dingen die u leest zijn mogelijk verzinsels.
  8. De dingen die verzinsels zijn schijnen mogelijk.
  9. De dingen die mogelijk schijnen zijn welbeschouwd onmogelijk.
  10. De dingen die onmogelijk zijn blijken geloofwaardig.
  11. De dingen die geloofd worden zijn droombeelden.
  12. De dingen die gedroomd worden bevatten een schijn van echtheid.
  13. De dingen die authentiek ogen zijn een gemiddelde van misvormde indrukken, wensen en beeldvorming.
  14. De dingen die u ziet die schijnbaar echt zijn worden geloofd zolang ze echt kunnen zijn.
  15. De dingen die worden geloofd zolang ze echt kunnen zijn blijken dat zelden.
  16. De dingen die minder tijdelijk dan een vingerknip de illusie van echtheid kunnen evoceren dragen het eeuwige leven in zich.
  17. De dingen die hiertoe als voorbeeld kunnen gelden: een roman, een toneelstuk, een bergrit in de Tour.
  18. De dingen die een bergrit in de Tour overtreffen:
  19. De dingen die u wel ziet wil u niet per se zien.
  20. De dingen die u wenst te zien ziet u.
  21. De dingen die u ziet zijn denkelijk niet echt.
Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)