Willy voelt zich niet lekker vanochtend. Hij moet braken en ijlt van de koorts. Ze hebben mij nodig, kreunt hij menigvuldig en almaar luider. Stil maar, sust zijn echtgenote zonder wie hij gewis in deze zorgwekkende toestand vertrokken was naar Frankrijk. Hij belt zijn baas Bruno op, die het forfait van Willy de komende dagen niet onoverkomelijk acht, maar verontrust is over het lot van de koelboxen die Willy zou vervoeren en al snel besluit: ik stuur deze namiddag nog iemand om ze op te halen. Tuut tuut tuut.
En zo geschiedt ook. De koelboxen worden opgehaald door een jonge verzorger van de ploeg, met een rechterarm volledig bedekt met tatoeages en een arrogantie die hem doet denken aan Richard, zijn Richard, over Richard later meer. Willy drukt de pedante kwal en bovenal collega – loyauteit aan de ploeg overstijgt te allen tijde persoonlijke ressentimenten, zo handelt Willy al zijn hele leven en kijk waar het hem heeft gebracht, hij is de verzorger van de topfavoriet in deze Ronde van Frankrijk, weliswaar de verzorger die door omstandigheden zelf verzorging behoeft – nog een goede raad op het hart, hij kent nog een goede binnenweg aan de Frans-Belgische grens, de Rue du Dronckaert, een befaamde smokkelroute. Elk risico is het niet waard. Maar het verwaande joch bevestigt zijn reputatie en is al weg voor Willy zijn zin kan vervolledigen. Oké, nu is er niets gebeurd, maar als, mits en dan. Willy mag er niet aan denken.
En wat het ook is, zijn Richard in handen van een ander, de gedachte bespoedigt de genezing van Willy niet, om het zacht uit te drukken. Let op, Richard doet het niet slecht. Hij draagt de gele trui, wat zou dat geweest zijn mocht Willy hem masseren en prepareren? Hij vindt zichzelf de beste verzorger in het peloton en Richard plukt er nu de vruchten van, zij het geheel buiten zijn blikveld.
Het werk is af, zou je kunnen denken, maar zo denkt Willy niet. De raadselachtige griep is uit zijn lichaam verdwenen en na twee weken Tour haakt hij ook aan. Hoewel de omgeving allerminst onbekend voor hem is, voelt hij zich een onbekende wanneer hij in het circus neerstrijkt, maar zal dat rap veranderen wanneer hij zijn Richard kan spreken.
Maar dan gebeurt er iets vreemds. Nu ja, niet voor de aandachtige toeschouwer, die heeft wel in de smiezen wat voor miezerig heerschap Richard is. In het geval van Willy ligt dat anders, voor Willy is Richard zijn zoon en hier loopt de zoon de vader straal voorbij. Eerst denkt hij dat Richard hem echt niet opmerkt, hoopt hij, maar nee. Richard snauwt hem kort wat toe, maar zijn gele trui maakt hem niet bepaald sympathieker en het was voorheen al niet veel soeps.
Willy kan er niet bij dat roem zo snel kan inwerken op mensen. Een gevangene wordt respectvoller behandeld, hij kan het onmogelijk weten, maar denkt het wel. En Richard? Die wint de Ronde van Frankrijk. Zijn eerste van drie. Geen nederlaag of tegenslag, werkelijk niks dat zo veel pijn doet als Richard die de Tour wint zonder hem, in die mate dat het Willy ertoe beweegt het wielerwereldje definitief en gedegouteerd de rug toe te keren.
- Het nieuwe wielerjaar in 40 stellingen - 22/02/2022
- Wielrennen bestaat niet - 13/05/2020
- Ooit was er wielrennen - 07/05/2020
Geef een reactie