Er waren vlammen en een steen op een bed van zwart fluweel dat op vernuftige wijze in gretige handen van een hoogwaardigheidsbekleder werd getild. Belangrijke handen die de steen mochten overhandigen aan de grappende winnaar Peter Sagan.
Een kitscherig circus. Een mislukte poging ook om de hel te symboliseren.

Uren later bevestigde het nieuws over het overlijden van wielrenner Michael Goolaerts de gêne waarmee ik het circus bekeken had.

Door mijn hoofd dreinde een regel uit het liedje Oostende van Spinvis:

Geschiedenis herhaalt zich nooit
Maar rijmt altijd een keer.

De beelden van die misplaatste show op de wielerbaan in Roubaix rijmden met de herinnering aan andere pijnlijke momenten in de wielersport. De vreugde van Richard Virenque na afloop van de door hem gewonnen koninginnenrit in de Tour van 1995, de etappe waarin Fabio Casertelli overleed. Het onaangepaste huldigingsfestijn in de Tour van 2002 op de dag dat een klein jongetje, Melvin Pompele, werd overreden door een auto uit de reclamekaravaan. De wijze waarop een bebloede en huilende Johnny Hoogerland aan het volk werd getoond.

Niet geheel toevallig allemaal gebeurtenissen die plaatsvonden in een wedstrijd georganiseerd door het ASO.

Tegelijkertijd denk ik terug aan 15 juli 2016, de dag nadat in Nice meer dan 80 mensen stierven bij een vreselijke terreuraanslag. De etappe van die dag werd voltrokken in stilte. Renners wisten hun sportieve prestaties te relativeren en reageerden ingetogen op hun zojuist geleverde prestaties.

Een oordeel vellen is simpel. Zeker vanuit de luxe geen keuze te hoeven maken. Interessanter is de zoektocht naar mijn eigen morele kompas. Ben ik in staat een ingrijpende keuze te maken die indruist tegen de op dat moment bepalende waarden?

Maar ook: hoe oprecht is de drang die ik voel om over de dood van een jong mens te schrijven. Is het omdat het mij, vanuit een persoonlijke ervaring, zo raakt? Is het omdat ik een bijdrage wil leveren aan een soort van collectief rouwproces? Of heeft het onbewust toch ook te maken met een zoektocht naar een podium. De misschien wel onbewuste persoonlijke behoefte aan erkenning over de rug van een gebeurtenis waarvoor maar een heel beperkt aantal geschikte woorden zijn.

 
Foto: Joris Knapen

Joost-Jan Kool