Terwijl de ene Johnny roem vergaart, gaat de andere naamloos naar huis. Net nu ik serieus had overwogen om John Gadret mijn persoonlijke heldenstatus te verlenen. Na zijn prachtige klimprestaties in de Giro was hij dé troef voor mijn Tourtotolijstjes. En dat terwijl ik doorgaans terughoudend ben in het ophemelen van coureurs en het met excentrieke klimmers bovendien vaak slecht afloopt.

Het zijn niet alleen die kale kop met stierennek en tatoeages (prikkeldraad op zijn enkel!) die me fascineren. Hij heeft vast een labrador die Johnny heet en zal geen Porsche rijden maar een glimmende Amerikaanse vier liter-pickup. Verlaagd. Op verzoek van de sponsor liet hij z’n piercings verwijderen (je zou er maar mee achter een volgauto blijven haken), maar veel meer compromissen sloot de zwijgzame Brutus niet. (Formaat in het echte leven: spichtig en klein.)

Vorig jaar reed John de klassementsambities van z’n ploegmaat Roche om zeep, toen hij demarreerde op het moment dat zijn kopman net lek reed. Hij maakte er weinig woorden aan vuil. Dat alleen al maakt hem sympathieker dan die paar andere Fransozen die de koers kleuren. Wat nog meer aanspreekt: mijnwerkersblik (noorderling) en zijn gekromde, gepijnigde fietshouding. Ziet eruit alsof hij het asfalt ieder moment kan verlaten om via de berm de kortste weg omhoog te kiezen. Dwars door de rotsen als het moet. Veldrijder, die jarenlang vrij anoniem z’n rondjes draaide door de Vlaamse klei. Weleens een nationale titel behaalde, maar Fransen halen hun neus op voor deze tak van sport, net als de rest van de wereld trouwens, minus de Vlamingen. Ploeteraar.

Johns ouders reden hem rond in dezelfde camper waarmee ze hem zouden volgen tijdens bergetappes. Speciaal schoongespoten met dezelfde hogedrukreiniger waarmee ze de veldritvélo deden, en de kleine John zelf wellicht. Spartaans. Vernoemden hun zoon vast naar Johnny Hallyday – al veertig jaar een gepimpte, galmende bejaarde, maar al even lang een icoon in Frankrijk.

Wachtend op dat ene moment, want vierde worden in de Giro – met grootse ritzege – is voor Fransen natuurlijk niet goed genoeg. Maar John is anders. Liefhebber. Zijn carrière is geen uitgestippeld parcours. Rijdt wanneer de ploegleiding het hem vraagt, eigenlijk altijd dus. Obscure Franse rittenkoersen, de veldrit van Roubaix, met een grote ronde of twee er tussendoor. De mentaliteit van Johnny uit dat andere land waar ze al jaren smachten naar wielersucces. Waar ze momenteel even genoegen nemen met een ander soort heldendom.

‘Nederlagen in het leven leiden tot de grootste overwinningen’, staat op Gadrets linkerarm getatoeëerd. Een mantra dat de wens naar iets groters verraadt, méér dan een uitschieter af en toe. Soms is de aankondiging van iets bijzonders mooier dan het moment zelf. Mijn kandidaat-held reed één keer in beeld deze Tour, hij werd gelost tijdens een bijna vlakke etappe. John zat zich duidelijk te sparen, zag mijn kennersoog.

Urenlang moest ik gister wachten op de verklaring voor zijn opgave. John had zich vast verslikt in de dop van een bierflesje, dat hij moet openen met z’n tanden, kijk naar dat gebit. Of hij bleek – buiten beeld – nog veel vaker te zijn gevallen dan al die anderen. Desnoods was zijn hond ziek.

En toen moest ik even slikken. De officiële lezing: Gadret was te vermoeid om nog op te stappen.

Mark de Bruijn