Het internationale wielrennen moet in de jaren zeventig voor Belgen wel een beetje saai zijn geweest. Meneer Merckx kon er wat van maar in zijn kielzog deden nogal wat anderen niet veel voor hem onder. Vlamingen vooral. Oké, Gimondi, Zoetemelk, Moser, Raas, Hinault en Kuiper sputterden misschien wat tegen maar op grote zeges hoefde je in Belgenland vaak niet meer dan een maand te wachten.
Eric Leman, Jempi Monseré, Walter Godefroot, die andere Waler (Planckaert), Joseph Bruyere, Lucien van Impe, Frans Verbeeck, Patrick Sercu, Herman van Springel en – niet te vergeten – veelwinnaar en wereldkampioen Freddy Maertens.
En dan hebben we het nog niet eens over het afgebeelde viertal gehad. Roger de Vlaeminck won weliswaar 22 ritten in de Giro, maar het eindklassement was nooit voor hem. Hij hoort er dus niet bij. De andere drie waren wel eindwinnaar, De Kannibaal zelfs vijfmaal.
Even een jaren-zeventig-overzichtje van het aantal Belgische zeges in de belangrijkste koersen. Van 1970 t/m 1979, op een totaal van 10 dus:
Tour de France: 5
Giro d’italia: 6
Vuelta a Espana: 3
Milaan – San Remo : 7
Ronde van Vlaanderen: 7
Parijs – Roubaix: 8
Luik-Bastenaken-Luik: 8
WK op de weg: 4
Bijna de helft van de Belgische zeges komt op naam van Eddy Merckx, dat wel…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie