benberdenElk jaar wanneer het blad aan de bomen verguld is, het wielrennen op de weg stuiptrekkend verdwijnt naar vergelegen oorden en de ridders van de drek hun campers richting de bagger sturen om hun kunsten aan het volk te gaan vertonen, denk ik aan Ben Berden.

Gek genoeg werd ik fan van Ben Berden, juist in de periode (2005) dat hij een schorsing uitzat. Gezwicht voor de toverdrank epo, misschien wel om hem dat laatste zetje te geven naar de absolute top, om eindelijk verlost te worden van die vermaledijde bijnaam: Ben Derden. 15 maanden schorsing en het opheffen van zijn ploeg John Saey waren het treurige resultaat. Onderdeel van de schorsing was het verbod op training met vakbroeders, nefast voor de basis snelheid die snel verloren gaat. Daarom trainde Ben achter de scooter van zijn vader in de bossen rondom zijn woonplaats Neeroeteren. Een spektakel waar het halve dorp voor uittrok. Een beeld dat in mijn hoofd bleef hangen.

Ik dacht altijd aan Ben Berden in de verleden tijd, omdat ik ervan uitging dat zijn fiets al lang en breed in de wilgen hing. Een comeback na zijn schorsing, de glans eraf en dan op zoek naar een nieuwe invulling van het bestaan. Een man met een min of meer mislukte fietscarrière en nu begeleider van jong talent bij de wielervereniging in de buurt waar alles ooit begon of eigenaar van een fietsenzaak, langs de doorgaande baan van Neeroeteren naar Opoeteren, in het pand waar vroeger een steengoede bakker zat.
Zoiets.
En zo af en toe voor de fun op de fiets, nagewezen door papa’s die zoonlief vertellen dat die meneer vroeger een goede cyclocrosser was.
‘Net als Mathieu van der Poel, de wereldkampioen?’ vraagt het kereltje.
‘Zoiets,’ antwoordt de papa, ‘alleen lang niet zo goed.’
En dan kijken ze de renner na die langzaam richting de horizon sjokt.
Toen ik voor het laatst iets over hem las, had hij twee plaatjes op zijn arm waarover hij een heel verhaal hield. Volgens mij had het te maken met het onrecht dat hem was aangedaan. Daarna verloor ik hem uit het oog en dacht ik nog eenmaal per jaar aan ex-renner Ben Berden.

Maar wat bleek toen ik afgelopen week besloot niet alleen aan Ben Berden te denken, maar de moeite nam zijn naam te googelen: Ben leidt absoluut geen ingedut bestaan Neeroeteren of een ander dorp in een uithoek van het Vlaamse land; he rocks nog altijd the bike en drinkt bier met vrienden, gewoon omdat het kan. In the United States of America, ondanks alles nog altijd het land van de onbegrensde mogelijkheden, ook voor een in de drek gestrande cyclocrosser. Ver weg van Vlaanderen waar crossers mekkeren als jeanetten over krasjes op een moeizaam geparkeerde camper. Geen zuigende bagger in Kruisbeke, Niel of Hamme-Zogge, maar one dollar hand ups in Boulder en Vegas. Een uur lang lekker raggen met gelijkgestemden en dan genieten van het leven dat aan de andere kant van de plas zoveel relaxter is dan in het land dat hem naar eigen zeggen aan de bedelstaf hielp.

Maar bovenal; Ben is retecool. Er zijn toffe shirts met daarop de tekst Big Ben op een tribal-achtig logo en hij heeft tattoos als een wandelend schilderij, behalve op zijn gezicht, maar wel weer eentje in zijn nek waar een soort van Jezus net boven zijn kraag uit piept. Maar ondanks alles oogt hij nog altijd zo scherp als een mes en is hij happy in de sport waar hij ondanks alles nog veel van houdt.

Ik heb een zwak voor types als Ben Berden, de badboys, mannen met een verhaal. De onbegrepenen die met een tegendraads uiterlijk en een dwarse kop tegen de gevestigde orde aanschoppen of in ieder geval de indruk wekken dat met datzelfde uiterlijk te doen.
Je kunt ook zeggen dat Ben Berden een gefrustreerde gast met teveel tattoos is. Een redelijke crosser net onder de top, die uit de verboden pot snoepte en tot op de dag jammert dat hij onredelijk zwaar werd aangepakt (waar je ook al weer een flinke boom over kunt opzetten, vooral over de financiële kant van de zaak).

Badboy met een verhaal spreekt mij meer aan.

Joost-Jan Kool