Wielerjournalisten, Tourvolgers in het bijzonder, wordt nog weleens verweten dat ze een speurneus missen. Ze noteren wat er gebeurt en wat er wordt gezegd. Ze zijn trots als ze een interview met de Tourdirecteur weten te regelen. Alleen is Christian Prudhomme, net als voorgangers Jean-Marie Leblanc, Félix Lévitan en Jacques Goddet, helemaal niet de baas van de Tour, hooguit een zetbaas. De Tour is volledig eigendom van de ASO en het draait om de A in die afkorting: de familie Amaury.

Alex Duff heeft in zijn boek Le Fric (Frans voor: het geld) geprobeerd de organisatie van de ASO bloot te leggen en een inkijkje te geven in de familiebesognes van de Amaury’s. Daarbij heeft hij getracht zo veel mogelijk financiële tegels te lichten.

Follow The Money

Met de onderwerpkeuze voor het boek schiet Duff in de roos. Het is een gemis dat het principe follow the money niet vaker wordt toegepast in de wielerjournalistiek. (Het is overigens maar de vraag of je dat wielervolgers moet verwijten die al een dagtaak hebben aan het volgen van het nieuws). Ondanks dat Duff veel nieuwe informatie opdiept, weet ook hij nooit ver voorbij de muur van zwijgzaamheid van de familie te komen.

Tweede Wereldoorlog

De ontstaansgeschiedenis van het imperium van Amaury is direct verbonden met de Tweede Wereldoorlog. Verzetsheld Émilien Amaury krijgt via de geallieerden een kist met gesmokkelde cash om zijn verzetskranten te bekostigen en om na de bevrijding een vrije pers in Frankrijk op te zetten. Amaury grijpt, mede dankzij de steun van Charles de Gaulle, zijn kansen nadat de Duitsers verdreven zijn. Zeker omdat alle bestaande kranten waar een luchtje van collaboratie aan zit niet verder mogen. Dat brengt ook Jacques Goddet bij Amaury.

L’Equipe

Goddet is niet van onbesproken gedrag. Hij is iets te toegeeflijk geweest voor de Vichy-regering en zijn sportkrant L’Auto mag niet verder. Na bemiddeling van Amaury maakt Goddet een doorstart met een krant die L’Equipe gaat heten. De Ronde van Frankrijk kan daarna ook weer verreden worden waarbij de Franse overheid grotendeels eigenaar is van de race. Dat verandert in 1956, wanneer Amaury en Goddet samen de Ronde kopen voor 20 miljoen Franse francs. In 1965, met Goddet in de financiële penarie, koopt Amaury L’Equipe en daarmee de Tour.

Het sportdeel van de bezittingen van de familie Amaury is bijeengebracht in de Amaury Sport Organisation. Daar horen niet alleen wielerwedstrijden als de Tour, de Waalse Pijl, LBL, Parijs-Roubaix en Parijs-Nice bij, maar ook de Dakar Rally en de marathon van Parijs. De ASO levert de familie jaarlijks zo’n 20 miljoen euro aan dividend op.

 

Wouter Vandenhaute

Dat kan beter, hebben veel investeerders gedacht. Vanuit het perspectief van de gladde zakenman kun je meer geld uit de wielersport trekken. Zeker als alle partijen zich laten opkopen en er één competitie wordt gevormd. Alex Duff beschrijft enkele van die mislukte pogingen om een soort van Champions League van het wielrennen te vormen. Onder andere Wouter Vandenhaute deed een vergeefse poging. Als troostprijs kocht hij enkele Vlaamse koersen en vormde daarmee Flanders Classics. (Een goed boek over Vandenhaute zou trouwens ook welkom zijn). Andere partijen, zoals de Rothschild bank, kwamen ook niet veel verder. De familie Amaury wilde nooit verkopen en wist de wielerploegen altijd net genoeg te paaien dat ze niet in opstand kwamen.

Daarnaast weet de ASO, inmiddels onder leiding van kleinzoon Jean-Étienne Amaury, handig te laveren tussen Franse belangen en internationale sponsors. De Tour is immers altijd afhankelijk van de toegeeflijkheid van de overheid om de wegen en cols af te zetten gedurende drie weken.

Geheimen

Le Fric laat je achter de schermen van de eigenaars van de Tour kijken. Je komt er vooral achter hoeveel we nog niet weten. Wat wil de familie Amaury precies, wat levert de Tour op en welke invloed oefenen ze uit? Dat blijft in het duister. Wellicht staat Duff te ver af van de Franse invloedrijke families om achter alle geheimen te komen.

Zijn gebrek aan waardevolle financiële informatie wordt duidelijk als hij overbekende verhalen uit de Tour gaat navertellen. Op nog een keer Coppi vs Bartali, Armstrong vs Walsh, Froome en Wiggins, zit niemand te wachten. Het voegt ook weinig toe aan een boek dat een geweldig uitgangspunt heeft, maar in de uitwerking het nodige mist. Dat mag iemand best nog een keer goed overdoen.

 

Alex Duff – Le Fric: Family, Power and Money: The Business of the Tour de France
336 pagina’s
Uitgeverij Constable
ISBN: 9781408716694
Te koop in de boekhandel of via Bol.com

Alex van der Hulst