Het was opnieuw een pittige dag in de Vuelta, waar Michael Woods uiteindelijk met de bloemen aan de haal ging. Ook een aantal Nederlanders was mee in de vlucht van de dag, waaronder Ide Schelling, Niki Terpstra en Thymen Arensman. Helaas geen Jetse Bol.
‘De animo om mee te zitten was vandaag weer groot,’ aldus Bol. ‘Helaas niet alleen bij mij, maar bij zo ongeveer het hele peloton. Het duurde dan ook erg lang voordat er een definitieve groep wegreed – zonder mij jammer genoeg. Ik heb het vandaag wel meerdere keren geprobeerd, maar gemakkelijk was het niet. De groep die wegreed was sterk, met onder andere Valverde erin. In eerste instantie zat er niemand van onze ploeg mee. Maar gelukkig wist mijn ploeggenoot Oscar Cabedo de oversteek nog te maken op de lange beklimming.’
‘We waren gelukkig voor het donker binnen en dat zal de aankomende dagen waarschijnlijk ook wel zo blijven. We koersen richting het oosten van Spanje waar het langer licht blijft. Spanje is natuurlijk een groot land en dat levert een groot verschil op qua zonsondergang. Bij mij thuis in het westen (Girona) gaat de zon al voor zessen onder, terwijl in pak hem beet Vigo (uiterst links op de kaart) het dan nog vijfenveertig minuten langer licht blijft.’
Jetse Bol rijdt zijn derde Vuelta in dienst van de Spaanse procontinentale ploeg Burgos-BH. Hoe zijn de zaken bij die ploeg eigenlijk geregeld?
‘De ploeg heeft in die drie jaar dat ik er rijd goede stappen gezet qua professionaliteit. Sowieso is de Vuelta natuurlijk het hoogtepunt van het jaar voor de ploeg en dan merk je wel dat iedereen een stapje extra zet. Zo hebben wij hier bijvoorbeeld vier verzorgers en vijf mechaniekers mee, tegenover de gebruikelijke twee om twee in normale koersen. Een eigen chef hebben we niet, maar ik moet zeggen dat het wat betreft het avondeten altijd wel goed geregeld is in Spanje. Het grootste nadeel aan geen chef hebben is alleen wel dat het tafelen wat langer duurt. Ik heb mijn plaats binnen de ploeg goed gevonden en aan tafel lul ik lekker mee. Alleen als er echt door elkaar heen gediscussieerd wordt verlies ik het verhaal nog wel eens. Moppen letterlijk vertalen in het Spaans werkt trouwens niet echt, maar vooral Angel Madrazo kan hard lachen om mij humor negro.’
‘In de avonduren probeer ik altijd te lezen, ik heb De vijand van mijn vader (van Almudena Grandes) net uit. Nu ben ik begonnen in De verdwijning van Josef Mengele van Olivier Guez. Alleen vallen mijn ogen ’s avonds al snel dicht, dus echt snel vooruit ga ik nog niet. Als ik thuiskom ga ik beginnen in De zaak Mulder van Barry Smit, die heb ik in papieren versie liggen. Hij paste helaas niet meer in mijn koffer.’