Iljo KeisseDe ene kilometer is de andere niet, beseft Iljo Keisse wanneer hij zijn onder hem weggegleden fiets opraapt van het Turkse asfalt. En hij heeft er genoeg gereden in zijn loopbaan om daar over mee te praten. Voldoende kilometers van alles of niets, duizend meter lang alles geven en nergens aan denken. De meesten op een baan van gelakt hout en altijd linksom. Nooit rechtsaf en al helemaal niet op deze onmogelijke manier. Niet te geloven eigenlijk zo’n bocht, zo diep in de finale. Maar hij heeft nu geen tijd om zich daar druk om te maken. Zo snel mogelijk weer op de fiets en redden wat er nog te redden valt, dat is het enige dat nu nog telt. Trouwens, het peloton moet ook nog maar eens goed door deze bocht heen zien te komen. Misschien gaat deze hindernis zomaar in zijn voordeel uitpakken. Shit, ketting eraf. Rustig blijven, herstellen en zo hard mogelijk doorrijden. Hij weet hoe diep hij kan gaan. Dat heeft hij door de jaren heen wel geleerd. Hoog ritme, niet te zware versnelling. De benen niet kapot rijden nu. Souplesse. Voor zijn val had hij nog 15 seconden voorsprong op het peloton. Hij heeft geen idee hoeveel er overgebleven zijn. Balen dat hij juist nu onderuitschuift.

Maar goed, hij is inmiddels wel gewend aan tegenslag. Hoe lang strijdt hij nu al voor zijn recht in een schimmige dopingzaak? Het lijkt wel een monster. Steeds als het juridisch zwaard van zijn advocaat, steun en toeverlaat Walter van Steenbrugge een tentakel van de UCI, het TAS of welke instantie dan ook, afhakt, groeien er twee verse grijparmen voor terug. Een onnavolgbare kluwen van door en naast elkaar bewegende instanties is het gevolg. Wie weet hoe het allemaal zit, mag het zeggen. Maar nu staat hij voor een heel andere, veel overzichtelijker uitdaging. Zo hard mogelijk fietsen om uit de klauwen van een op hol geslagen peloton te blijven. De streep, een paar honderd meter verderop, daar moet hij overheen, als eerste welteverstaan. Duidelijk, maar daarom niet minder moeilijk. Winnen vandaag zou toch wel een fantastische revanche zijn op alle narigheid die hij in de afgelopen jaren te verwerken kreeg. Toch wel bijzonder; als klein mannetje droomde hij niet van een indrukwekkende zege in Turkije. Maar ja de tijden zijn veranderd en de mondialisering van de wielersport heeft er voor gezorgd dat hij hier dus ook geschiedenis kan schrijven.

Eigenlijk had hij nu liever op de Scheldedijk gereden, samen met Dimitri en Wouter. Frisse koppen in de Oost Vlaamse wind. Fietsen, lol maken en aan het eind spurten voor de eer. Een steek van verdriet schiet door zijn lijf. Heimwee naar een tijd die nooit meer terug zal komen. Nog een paar dagen en dan is het al weer een jaar geleden dat Wouter Weylandt verongelukte. Hij weet het nog als de dag van gisteren. Op hoogtestage in de Pyreneeën hoorde hij van het verschrikkelijke nieuws. Hij kan het nog steeds niet bevatten. Wouter reed zijn laatste kilometer zonder dat hij zich er ooit bewust van was. Een ongekend verdriet. Het was trouwens niet de eerste keer dat de dood langskwam in hun ooit zo vrolijke, onbezorgde vriendengroep. Een paar maanden daarvoor hadden ze ook al afscheid moeten nemen van Dimitri de Fauw. Ach, Dimi, misschien wel de vrolijkste van het stel. Hij bleek het leven niet meer aan te kunnen. Hij koos zelf voor de dood. Was het de verantwoordelijkheid die hij voelde voor de tragische dood van Isaac Gálvez, de baanrenner die op tragische wijze omkwam in het Gentse Kuipke. Was het zijn duistere kant, verscholen achter een masker van vrolijkheid, die hem dwong tot deze daad. Niemand die het wist.

Maar goed, hij moet vooruit kijken. Naar de toekomst die daar 300 meter verderop ligt. Nog één keer aanzetten. Dit gaat hij nooit meer uit handen geven, geen denken aan! Het peloton is nu heel dichtbij; de bek wagenwijd opengesperd om hem op te vreten en aan het zicht te onttrekken. Hij ruikt ze nu, hij hoort de opwinding van de laatste meters. Ze komen te laat.

De ene kilometer is de andere niet.

Joost-Jan Kool