Het moet zondagavond geweest zijn. Op tv hield een Slowaak in gebrekkig Engels een verward pleidooi met voldoende contouren om er toch warm van te worden. Niet voor wifi op de treinstellen van de NMBS of om een verbeterd contract. Ingetogenheid siert een wereldkampioen. Gewoon voor wereldvrede.

Er moest een guitige kwajongenskop opstaan om de megafoon die renners aangereikt krijgen na een zege te gebruiken om iets wezenlijks te zeggen. Hoe onverstaanbaar, beneveld van de inspanning en warrig Sagan (de Slowaak in kwestie) ook klonk. Niet het ikje en natuurlijk niet te vergeten de ploeg, de blessures en de harde vlijt om de top te bereiken en er niet weggedrumd te worden, inspireerden hem tot spreken. Maar gewoon de wereldvrede.

Eindelijk weer een wereldkampioen die doet dromen. Niet van heroïsche overwinningen over schots en scheve wegen en bemodderde kasseistroken, waarbij renners windhozen, motoren en getijden dienen te trotseren, maar gewoon van wereldvrede.

Ik begon ook te dromen. Inherent aan het kijken naar wielrennen. Het begint al als je klein bent en nog niks gezien hebt van de wereld. Je begint te dromen van de Tour en van renners van om de hoek die er zich ontpoppen tot ‘s lands helden. Dat gaat voort wanneer je wat ouder bent, snel de wereld wil zien en je droombeeld aan een renner ophangt, hoe irrationeel die motivatie ook moge zijn. En dat gaat zo door tot je volwassen bent en beseft nog niks van de wereld te hebben gezien en droomt over door fietsende mannen ingekleurde vervlogen tijden. Waarom nu nog over wielrennen dromen? Ik vraag het me in deze tijden, vaak in juli, ook steeds vaker af. Gisteren kreeg ik een antwoord. Het was in gebrekkig Engels, ik verstond er haast niets van. Maar het ging gewoon over wereldvrede.

In de kwajongen die overal grapt en grolt, houdt zich ook een idealist schuil. Sagan is inmiddels zes jaar prof, maar lijkt voor eeuwig twintig te blijven. Onbevangen spreekt hij uit de wereld te willen veranderen. Ik begon me in te beelden wat ik zou doen, mocht ik Sagan zijn. Zou ik de bondscoach en mijn ploeg bedanken voor het vertrouwen? Anticiperen op dopingvragen? Mijn onvoorwaardelijke dank uiten aan het adres van sponsors? Het koersverloop in enkele onsamenhangende zinnen samenvatten waar niemand iets aan heeft, maar omdat dit nu eenmaal van me verwacht wordt? Of toch maar een authentiek pleidooi voeren, gewoon voor wereldvrede?

Ik bleef zitten voor het journaal dat volgde en surfte wat rond op krantensites. Ik zag gruwelijke beelden uit Syrië, las over politici die vluchtelingen tellen alsof het wattages betreft van een Tour-winnaar en las over de bouw van muren. Die denkbeeldige tussen sport en politiek had Sagan in ieder geval net vakkundig gesloopt. Alle bevlogen idealisme ten spijt, begon ik te beseffen dat gewoon de wereldvrede voor een andere keer zal zijn.

Die wereldtitel heeft hij. De wereldvrede is dan maar voor 2016. Als je het blijft zeggen, ga je er ooit in geloven. Als Sagan het zegt, is het een kwestie van tijd. Gewoon wereldvrede.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)