Gewoon een avond in april. We kregen een telefoontje van iemand van de VRT, of we er mee in zaten in hun adressenbestand te belanden. Een aflevering van het programma Merci Merckx zou immers de raid uit rit 17 van de Tour van 1969, Luchon-Mourenx, in herinnering brengen. De jonge Eddy Merckx had in de Pyreneeën iedereen overklast en reed naar zijn eerste van vijf Tourzeges.
Presentator Karl Vannieuwkerke zou verblijven bij Belgen in de buurt die wat met Merckx of met wielrennen hebben, zo verklaarde de researcher. We praatten wat over wielrennen, over wat Merckx betekende voor een wielerliefhebber. Het is een vraag die me is bijgebleven, tijdens mijn eerste bergritten dit jaar, tijdens lange duurlopen door de glooiende velden. Wat betekent Merckx voor een wielerliefhebber geboren in de jaren ’80?
Eddy Merckx is de grootste wielrenner aller tijden. Dat zeg ik zonder ooit met echte aandacht naar beelden van Merckx gekeken te hebben, zonder de erelijst van Merckx aan te grijpen, zonder verdere omhaal. Het is een wiskundig axioma: twee punten worden verbonden door een rechte lijn; elk getal heeft een opvolger en die opvolger is ook een getal; Eddy Merckx is de grootste wielrenner aller tijden. Vaste prik in het Vlaamse onderwijs.
Ik vroeg me af of dat dan wel moest, weer maar eens een programma over Eddy Merckx. Een van de redenen dat de televisie hier jaren geleden buiten vloog, is dat programma’s steeds maar weer dezelfde mensen opvoeren, met dezelfde meningen over dezelfde onderwerpen. Na een tijdje heb je het wel gehad, dacht ik, met die hele Eddy Merckx.
In één moeite door ging ik me afvragen wie de grootste renner is uit mijn tijdperk, laat ons zeggen vanaf de tweede helft van de jaren ’90. Welke renner is de grootste van de afgelopen twintig jaar? Je zoekt iemand met een breed palmares, die een Ronde naar zijn hand weet te zetten maar ook in de klassiekers uit de voeten kan. Een winnaar op alle, zo niet vele terreinen. Bij wie kom je uit?
Mijn eerste onzorgvuldige gedachte bleef haken op Lance Armstrong. Beheerste elk onderdeel van de sport net dat tikkeltje beter dan de rest, toch? Kannibalistische instelling. Maar uiteraard zo verbrand als een Duitser na vijf dagen Costa Brava. Dus gingen mijn gedachten naar sir Bradley Wiggins. Als Wiggo nu maar Parijs-Roubaix gewonnen had, dan was mijn zoektocht voorbij. Tourwinnaar, wereld- en Olympisch kampioen, werelduurrecord, grote klassieker: klaar. Maar zonder die grote klassieker?
Cadel Evans. Wereldbeker mountainbike, Tour de France, resem korte rittenwedstrijden, wereldkampioen, Waalse Pijl. Waalse Pijl? Waarom heeft Evans verdorie Luik-Bastenaken-Luik niet gewonnen? En dan dat schrijnende gebrek aan charisma. Vincenzo Nibali won de drie grote rondes, deed aardig mee in wat klassiekers maar is nooit in de buurt van een regenboogtrui geweest. Alberto Contador heeft nooit meegespeeld in klassiekers, Philippe Gilbert niet in de Rondes. Alejandro Valverde? Ben je weer aan de Costa Brava.
Ik geraakte er niet uit. Intussen verstreek de maand april en ook de maand mei, waarin de opnames gepland waren. De VRT liet niet meer van zich horen. Misschien woonden we toch te ver van de route, waren we niet interessant genoeg, niet voldoende Merckxofiel. Ik lag er niet van wakker, van dat programma, maar wel van die ene vraag: wie is de grootste renner van de laatste twintig jaar? Welke criteria moeten we gebruiken om hem te zoeken? Wie zie ik over het hoofd?
Laat ik mijn joker maar inzetten: Marianne Vos is de grootste wielrenner van deze generatie. Of heeft u een beter voorstel? Verlos ons uit ons lijden: wie is de grootste?
- De grootste niet-winnaar uit het peloton - 13/09/2016
- Duizenden kilometers op kop - 29/06/2016
- Een biljartvlakke rit - 28/06/2016
Tom Boonen? Fabian Cancellara?
als Alberto de dubbel pakt…
Sven Nys?
maar één naam mogelijk: Fabian Cancellara
Vandenbergh is geloof ik best groot..
Aaah lijstjes, mijmeren we al liggend in de zetel, de benen ontspannen over elkaar, terwijl onze blik valt op de UCI-Wereldranglijst/ProTour/WorldTour-ranglijsten die hier ten chalet bor ook nog altijd netjes ingekaderd tegen de muur hangen.
Lijsten en rangschikkingen opmaken is tenslotte het enige wat de UCI (of ICU zo u wil) nog uitvoert … had ik bijna gezegd, maar 7 streepjes suggereren het tegendeel.
Maar bon, terug naar de echte cijfers horen we u denken … als we nu de optelsom maken van die klassementen in de periode ’95-’14, wie topt dan die lijst?
Wie doet beter dan Erik, Luis Leon, Samuel en Davide … ja zelfs Alberto, Joaquim en Alejandro?
Wel, het zou ons te ver leiden om de volledige erelijst van L. uit de doeken te doen,
maar de man is erin geslaagd om niet alleen (semi-)klassiekers zoals Milaan-San Remo (1), Lombardije (1), Waalse Pijl (2) en San Sebastian (2) op zijn naam te schrijven, alsook te schitteren op het WK (zilver), ja zelfs in de Drie Rondes wist deze Mazametter te scoren, getuige zijn ritoverwinningen (25) en truien (7x spurt – 3x berg – 1x eindoverwinning). Dit oermodel van een uitdovende kaars (rvv 1997) wist zelfs de top 73 van de Ironman in Hawaï te halen, daar waar anderen alleen al om te kunnen deelnemen er een hele opera van maken.
Helaas, met cijfers en statistieken kan men alles bewijzen, en zeker in wielerland waar de waan van deze dag de mestvaalt van morgen is, en onschuld te voet komt maar vertrekt op een fiets met een te onwezenlijk machtig groot verzet.
Dus rest ons nog om Grootsheid in De Koers op een andere manier af te wegen, in de weegschaal te leggen met Pure Klasse en Herstelvermogen, Persoonlijkheid en Topvorm op bestelling …
Kortom, wij gaan unamiem voor Oscar F., enkel bij geboorte gesignaleerd aan de Costa Brava.
Uiteraard heb ik aan Jalabert gedacht. Ik denk ook dat hij op statistische puntenlijsten het hoogste scoort van renners uit de laatste twintig jaar. Freire, Cancellara en Boonen vind ik persoonlijk te weinig veelzijdig om de grootste te zijn …
De vraag is uiteraard of veelzijdigheid in deze tijden van specialisatie nog een criterium is. Ik vind van wel, aangezien je anders specialisaties tegen elkaar moet gaan afwegen. Hoeveel klassieke zeges van Tom Boonen tegen hoeveel grote rondes van Contador?
Bij de mannen blijf ik misschien toch bij Wiggins, vooral omwille van de veelzijdigheid van het palmares.
Edwig van Hooydonck?
In bovenstaande commentaren worden ronderenners, klassieker renners, tijdrijders, kasseienvreters en noem maar op met elkaar vergeleken. In de atletiek heb je de meerkampers maar om die nu te vergelijken met bijvoorbeeld Usain Bolt?
Uiteindelijk bepaalt volgens mij gewoon met wie je meeste affiniteit hebt, of je het de grootste renner vindt. Ik heb meestal het meest affiniteit met de renners die ondanks weinig winst in koersen toch liefde voor het vak houden. Mannen van de lange carriere. Na Gent Wevelgem van dit jaar zeg ik daarom: Luca Paolini.
Een belangrijk verschil tussen atletiek en wielrennen is dan weer dat renners elkaar op gezette tijden bekampen in verschillende onderdelen. Klassieke renners rijden ook wel eens een ronde of een tijdrit en omgekeerd, terwijl Usain Bolt nooit tegen Mo Farah zal lopen.
Als we het over een lange carrière en liefde voor de stiel hebben, kan natuurlijk maar eentje de grootste zijn: Davide Rebellin. Ik vermoed dat een zekere inwoner van Vremde daar geen bezwaar tegen zou hebben.
Op basis van erelijst en wereldranglijsten van de laatste 10 jaar: Alejandro Valverde
Ja, daar was ik al bang voor ;-)
Wiggins en valverde