Lees eerst deel 1 van De Lus

De LusHalverwege de Burgemeester Steenstraat stond een aanhanger van transportbedrijf Köller vlak aan de weg en daarop waren mannen bezig papieren te ordenen achter de inschrijftafel en had een man een microfoon in zijn handen, maar hij zei niets. De muziek was hier luid.
Honderd meter verder, op het grasveld tegenover de school, stond de tent. Ik zag Arie en Bert en Peter en nog een paar jongens. Ze begroetten me en gaven me een plastic beker bier.
Ik zei: Er zit er een bij ons in huis, een wielrenner.
Bij jullie in huis? vroeg iemand.
Ja, zei ik, ze hebben geen kleedkamers. Ze kleden zich om bij mensen thuis, blijkbaar.
De eerste wedstrijd ging van start, hele jonge ventjes op te grote racefietsen die een paar rondjes door het dorp reden. We bleven bij de tent staan, in de zon, bij de bar. Er werd omgeroepen wie er won. De jongen heette Berend en daar moesten we om lachen. Wat een naam.
Er volgde nog een wedstrijd, ik had geen idee welke klasse het was en af en toe als de groep renners langs kwam probeerde ik naar de shirts en de rugnummers te kijken, maar ik kon zijn shirt niet herkennen en nummer 78 zag ik ook niet.
Inge kwam bij ons staan. Het was toen al druk bij de tent. Verschillende jongens van de voetbalclub waren er, Nico van het werk was er, en ook de buurjongen van bij ons achter stond bij de bar, het was zijn eerste jaar bij de tent. Ik heb die buurjongen nog op een skelter door de brandsteeg zien rijden, toen ik een krantenwijk had, en nu dronk hij bier en rookte hij shag.
Inge zag er schitterend uit. Arie keek naar haar borsten en iemand floot tussen zijn tanden. Ze bloosde.
Ze zei tegen me dat ze zo moest gaan.
Dat weet ik, zei ik. Tot later.
Ze liep naar het dranghek en wachtte tot een groepje gepasseerd was zodat ze kon oversteken.
We stonden te zuipen in de zon. De muziek in de tent was inmiddels opgebouwd. De drive-in show van Veronica opende die avond de feestweken, ze deden een soundcheck, zoals een van de technici het noemde. Soundcheck, herhaalde Arie, en iedereen lachte.
Hè hè, one two. Hè hè, one two three.
Er werd in de microfoon geblazen en Arie zei: Sorry.
Het geluid van de tent overstemde dat van de speakers die langs het parcours hingen en we misten daardoor de start van de A-rijders of hoe die ook heten. De groep denderde langs de tent, er werd echt hard gereden, en toen de muziek van Veronica even stil was kon ik de speaker horen zeggen: Daar gaan ze voor hun tweede ronde van de Lus, er wordt gekoerst!
Later zei hij: Daar hebben we Inge, wat ziet ze er geweldig uit. Coureurs, voor jullie kijken, daar is een bocht. Daar is onze miss, welkom Inge!
Hij begon iedere zin met het woordje daar. Na een paar rondjes zei hij: Daar noteren we de eerste valpartij, in de bocht bij de kerk. De beruchte bocht van onze Lus.
Ik liet de bar vol biertjes zetten, gaf de jongen van de bar een handvol muntjes en deelde bekers uit.
Toen dacht ik dat ik nummer 78 voorbij zag komen, in zijn blauw-oranje shirt.
Is dat de kopgroep? vroeg ik.
Geen idee, zei iemand.
Niemand wist het en ik liep een stukje naar het dranghek en ging bij de boom staan waar een speaker hing en toen hoorde ik de spreekstalmeester de nummers afroepen en nummer 78 noemde hij als een-na-laatste.
Hij zat erbij.
Op een of andere manier moest ik daar blijven staan, moest ik wachten tot ze opnieuw voorbij kwamen, en toen zag ik hem duidelijk. Hij was de laatste van de kopgroep. Ik had de neiging naar hem te zwaaien, maar dat deed ik niet.

 

Deel 3 (slot) verschijnt morgen om 11 uur op deze site

Jan van Mersbergen
Laatste berichten van Jan van Mersbergen (alles zien)