Het is zondag 5 april 1987. ´s Middags een uur of drie. Een lichte spanning maakt zich van mij meester. Begrijpelijk, de finale van de Ronde van Vlaanderen komt er aan, op tv. Maar er is meer. Vandaag doet Teuntje van Vliet mee voor de overwinning. Vind ik. En wil ik vooral.
Van Vliet is in 1987 niet te stoppen. Een rit in de Tirreno-Adriatico en de Omloop Het Volk heeft hij op dat moment al winnend afgesloten en er zal nog het een en ander volgen. Voor De Ronde is Teuntje misschien niet helemaal gemaakt, maar met de benen van 1987 kan hij alles. Denk ik. Wil ik.
Supporter zijn van Teun van Vliet is in 1987 natuurlijk erg makkelijk. Wat wil je, we hebben het over een goedlachs lefgozertje dat wedstrijden wint. Te makkelijk voor mij, ik ben een fan van het eerste uur. Teuns wereldtitel van 1979 (puntenkoers bij de junioren) ging nog een beetje aan mij voorbij maar vanaf 1981 ben ik van de partij. En zoek ik bij de amateuruitslagen in de krant steevast naar ´Van Vliet, T.´. Waarom? Van Vliet woont in Maasland, ik in het naburige Maassluis. Dat schept een band. Voel ik. En wil ik.
Mei 1984. Van Vliet wordt prof, bij het Belgische DRIES. Ik voel trots. Een paar maanden later volgen al de eerste aansprekende zeges: ritten in de rondes van Nederland en België. Nog meer trots! Die laatste zege wordt uitvoerig ‘bezongen’ (in woord en beeld) in de krant die ik die zomer op mijn Vlaamse vakantieadres tussen wat leesvoer vind. Ik neem de krant mee en koester ‘m. Nog steeds.
Trots en pijn wisselen elkaar de jaren erna af. Teuntje wordt in 1985 tweede in Milaan – San Remo. Wat goed! Maar laat zich wel een beetje piepelen door ploegmaat Kuiper. Best jammer. Samen met Henri ‘Toontje’ Manders dokkert hij in de Tour van datzelfde jaar over de kasseien. Van Manders’ ploegbaas Raas moet Van Vliet al het kopwerk doen. Toontje klopt Teuntje. Oef, balen. Overwinningen zijn er ook. Een rit in de Coors Classic van 1986 bijvoorbeeld. Mooi!
Maar dan de benen van 1987 waarmee hij ‘Vlaanderen’ moet kunnen winnen. Oké, als het peloton de Koppenberg op snelt, zit Teuntje niet bij de allereersten maar veel scheelt het niet. Vanderaerden, Kelly en Criquielion moet hij na de Koppenberg makkelijk weer bij kunnen halen. Denk, en wil ik. Maar dan is er Phil Anderson, nota bene een ploegmaat van Van Vliet. Phil valt, en verspert de weg voor de renners die op de Koppenberg toch al aan het proberen zijn op de fiets te blijven. Renners achter de Australiër stappen of vallen van de fiets. Van Vliet is het belangrijkste slachtoffer. Vind ik.
Was Anderson niet gevallen, dan had van Vliet in de kopgroep gezeten. Had hij op de demarrage van Criquielion gereageerd. Gewoon omdat de benen van 1987 dat konden. En als je die twee laat sprinten, wint Van Vliet met gemak.
Dacht ik. En: ik wilde het zo graag.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Ik moest deze week nog denken aan mijn jeugdheld Teun van Vliet. Mooi om dit nu te lezen, dank!