tdfutrechtEen zalige zomerdag in juli: Utrecht bulkt van het volk, de Dom priemt hoog in de helblauwe lucht en ronkende helikopters cirkelen boven de binnenstad. 24 uur na de grandioze openingstijdrit, staat het circus van de Tour de France opnieuw op het anders zo grauwe Jaarbeursplein. De tweede etappe vertrekt binnen enkele tellen en zal een lusje maken langs de Utrechtse grachten en singels.

Aan de start slaat Alberto Contador zijn kruisje. Een katholiek gebaar dat hij al ettelijke malen heeft opgevoerd. De Spanjaard is gepokt en gemazeld in de wielersport, won in zijn carrière zeven (of vijf?) grote rondes. Desondanks koerst hij op de gratie Gods.

Contadors ploegbaas Bjarne Riis kijkt toe. Als altijd met het gezicht van een sfinx.  De kale Deen heeft het niet zo op gebaren en kruisjes. Alhoewel. Tussen 1996 en 2007 leefde hij met een enorm groot kruis op zijn voorhoofd. Riis bestormde in 1996 als een opgepompte viking de hoogste Alpen- en Pyreneeëncols. Iedereen wist dat de Deen dat deed met verrijkt bloed. Riis zweeg. Tot hij in mei 2007 op de biechtstoel ging zitten. ‘Es war epo’, bekende de Deen.

Het kruis op Riis’ voorhoofd is desondanks nog steeds niet helemaal verdwenen. Geen rechter of instantie die hem veroordeeld heeft vanwege het feit dat hij zijn voormalige protegés Tyler Hamilton, Ivan Basso en Michael Rasmussen aan de dope hielp.

Nee, Riis is gewoon in Utrecht. Alsof er niets gebeurd is. Snel stapt de Deen in zijn volgwagen, want inmiddels is het peloton al weggeschoten. De meute koerst langs het Centraal Station, raast over de grachten en dokkert onder de Dom door. Deze kerk is het symbool van de stad en kent van oorsprong roomse wortels. Calvinisten verdreven echter in de 16e eeuw de katholieken. Dat gebeurde tijdens de Beeldenstorm. Ook de Dom ontkwam niet aan de vernielingen en is sinds 1580, op een kort katholiek intermezzo na, een protestants bolwerk.

Anno 2015 brengt de meest katholieke sport op aarde, het cyclisme, een eresaluut aan deze protestantse verovering. Symboliek ten top. Want het wielrennen kende de afgelopen jaren zijn eigen ‘Beeldenstorm’. Kampioenen vielen vanwege hun dopingzonden bij bosjes van hun voetstuk: Lance Armstrong, Jan Ullrich, Johan Museeuw, Erik Zabel, enzovoorts… Ze werden beschimpt en verguisd. Alsof zij het kwaad waren, de duivel in zich hadden.

Wat volgde, was een revolutie. Een nieuwe rennersgeneratie sprak zich uit tegen de cultuur van liegen en bedriegen. Doping moest niet lonen. Nee, hard werken, dát loont! Die calvinistische moraal waaide vooral over vanuit Groot-Brittannië, waar Tourwinnaars Bradley Wiggins en Christopher Froome als zelfbenoemde dominees de dopingjacht aanvoeren. Met het opgeheven vingertje voegde  ook Nederland zich bij de Engelsen: de immens populaire Michael Boogerd was ineens een grote loser.

Zoevende wielen naderen intussen de Dom. In de schaduw van deze kerk treft de katholieke cultuur opnieuw het calvinisme. Froome leidt de dans tijdens de geneutraliseerde start. Aan de zijde van de Engelsman fietsen Alejandro Valverde en Alberto Contador, zij die ‘gepakt’ zijn maar nooit hun zonden hebben bekend.

Terwijl de renners onder de Dom dokkeren, volgen Bjarne Riis (Saxo Bank) en Alexander Vinokourov (Astana) even later in hun ploegauto’s. Ietwat schichtig ontwijken zij de blikken van al die cynische Hollanders. Eregasten in de kleurrijke karavaan zijn onder meer Pedro Delgado, Steven Rooks, Joop Zoetemelk en Eddy Merckx. Mannen met dopingkrasjes. Maar mannen die weten dat de koers áltijd terugkeert naar zijn katholieke roots. Het liefst zo snel mogelijk. Niet voor niets tekent de Tourdirectie een parkoers uit dat in reuzenstappen richting het zuiden gaat.  Vanuit Nederland naar België, Frankrijk, Spanje of Italië. Landen waar ze hun kampioenen niet wantrouwen maar juist vereren. Daar waar ze kunnen zeggen: ‘Het wielrennen is hier thuis.’

Sjoerd Marcelissen
Laatste berichten van Sjoerd Marcelissen (alles zien)