Nee, nee, nee. Ik hoorde het de Sporza-commentatoren zeggen. Meer hadden ze niet. Soms bleven ze minutenlang stil. Dan weer even: ‘Nee’.
Ze vertelden nog wel wie er in beeld reden, wie er demarreerde, maar slechts om dat andere niet onder ogen te hoeven zien. Dat wat ze hadden zien liggen op het asfalt. Een landgenoot, een twintiger, een aanstaande vader. Hij bewoog niet. Veel bloed.
Nee.
De rit kwam ten einde en er won iemand. Sporza schakelde weg. Reclame, en toen een soapserie.
In mijn hoofd zaten de twee commentatoren daarna nog minutenlang tegenover elkaar, het headset van de oren gehaald, hangend om de nek. Geen van de twee wist wat te zeggen. Wachten op wat ze onuitspreekbaar vreesden.
Om 18:00 kwam het nieuws. Wouter Weylandt is dood. Twintiger, aanstaande vader, wielrenner, talent. Gevallen in een koers die hij eigenlijk niet van plan was te rijden.
Het is een prachtige sport, maar vandaag even niet.
Meest illustratieve moment: Renaat Schotte onthoudt dat hij commentator is en wil de kijker bijpraten. ‘We moeten even zeggen wat er nu gebeurt in de koers’. Karl Vannieuwkerke riposteerde: ‘We moeten helemaal niets.’