In zijn prachtige boekje ‘Reisoefeningen’ schrijft de Utrechtse dichter Ingmar Heytze over zijn paniek en zijn angsten. Zijn wereld werd steeds kleiner en speelde zich op een gegeven moment alleen nog maar af binnen de stadsgrenzen van Utrecht. Verder durfde hij niet meer. Te bang geworden om een paniekaanval te krijgen. Door op de fiets te stappen krijgt hij langzaam het vertrouwen in zichzelf weer terug. Het fietsen blijkt een helende werking op hem te hebben en zorgt er voor dat, langzaam maar zeker, zijn actieradius steeds wijder wordt Hij verlaat de stad en op den duur zelfs de provincie. Het fietsen geeft de vrijheid terug die zijn hoofd hem had afgenomen.

Ik herken met sterk in dat deel van Heytze. Veel te lang hebben angst en paniek mijn leven beheerst. Het begon met een paniekaanval in een restaurant. Nog voor het hoofdgerecht was uitgeserveerd stond ik samen met mijn ouders en mijn zusje al weer buiten. De paniekaanvallen volgden elkaar steeds sneller op. In de supermarkt, de trein, het theater, een volle kantine, de bioscoop, bij mensen thuis. Mijn wereld werd steeds kleiner omdat ik alle plekken waar ik bang was een paniekaanval te krijgen uit de weg ging. Ik werd bang voor het bang zijn. Via de huisarts kwam ik in contact met iemand die me aanraadde om hard te gaan lopen. Dat heb ik een paar jaar redelijk fanatiek gedaan. Toen vonden mijn knieën het wel mooi geweest.

In 2012 kocht ik mijn eerste racefiets. En sinds die tijd blijkt het fietsen voor mij, net als voor Ingmar Heytze, een therapeutische werking te hebben. Niet fietsen is in alle gevallen minder voor mijn gemoed dan wel fietsen. Maar ook tijdens het fietsen word ik soms (of zelfs) nog overvallen door angst. Helaas.

Zondag 17 juni stond er een bijzondere tocht op het programma. Samen met Frank, Yorick en Jan-Willem zou ik, vanuit onze woonplaats Haarlem, een rondje om het IJsselmeer gaan fietsen. Dwars door Noord-Holland, over de Afsluitdijk, Friesland, Flevoland met de Oostvaardersplassen, langs het Muiderslot en door Amsterdam heen. 307 kilometer in totaal. Naarmate de dag van de tocht dichterbij kwam werd ik steeds prikkelbaarder. En daarmee gepaard ging de zin om het af te zeggen. Want wat als ik de afstand niet aan zou kunnen, of het tempo van de anderen? Of wat wanneer een hongerklop me zou vellen of wat, en dat was het ergste, ik zou worden overvallen door een paniekaanval?

Zeker tien keer heb ik overwogen om het af te zeggen. Soms met een smoes, soms ook wel door eerlijk te zijn en aan mijn vrienden te vertellen dat ik het niet (aan)durfde. Op het laatste moment besloot ik helemaal niets af te zeggen en wel degelijk te gaan fietsen.

De nacht voor de rit sliep ik maar vier uur. Veel minder dan de anderen die een stuk vroeger naar bed gingen. We spraken om half zes ’s ochtends bij het pontje af die ons over het Noordzeekanaal zou brengen in de richting van Assendelt. Ik was er als eerste. Daarna kwamen Frank en Yorick en tot slot Jan-Willem. We waren allemaal zenuwachtig voor wat voor ons de langste tocht ooit zou gaan worden.

Foto: Yorick Dix

En tijdens die lange tocht gingen we alle vier, op onze eigen manier door een dal of door dalen. Yorick was de laatste veertig kilometer hyperalert omdat een vorige monsterrit na 260 kilometer eindigde met een smak op het asfalt, een rit in de ambulance en een gebroken jukbeen. Jan-Willem gaf in Lemmer al aan dat hij geweldige last had van beide knieën. En toen waren we net op de helft en moest het ergste deel, de ‘etappe Lemmer-Urk’ pal tegen de wind in, nog komen. Frank leek even zwarte sneeuw te zien op de Afsluitdijk maar dat bleken kilometerslange zwermen vliegjes die als een dunne, zwarte rookwolk boven de witte lijnen op het fietspad zwermden.

Zelf ging ik een aantal maal door een mentaal dal waarin ik bang was voor een opkomende angstaanval. In Amsterdam, achter het Centraal Station en met nog maar 25 kilometer te gaan, leek het mis te gaan. De vele mensen, de geluiden die bij een station horen en de afmattende vermoeidheid waren mijn zwarte sneeuw. Mijn wolk van vliegjes. Niet op de Afsluitdijk maar gewoon in de hoofdstad. Ik twijfelde even. Doorfietsen naar Haarlem met een, waarschijnlijk, niet meer afnemende angst of een klein pilletje nemen waardoor de angst zou gaan zakken. Ik koos voor het laatste. Deze dag en deze ervaring zou ik mij niet meer laten ontnemen.

Rond half acht reden we Haarlem binnen. Veertien uur waren we in totaal onderweg in wat voor ons allemaal een memorabele rit was geworden.

Mijn actieradius had zich uitgebreid tot een rit boven de 300 kilometer. Maar meer dan dat was het een overwinning. Een overwinning op de irrationele angsten die mij, vaker dan me lief is, proberen klein te houden.

Foto: Yorick Dix

Matthijs schrijft vaker over angst en paniek. Dat doet hij onder andere op zijn blog http://www.matthijswind.wordpress.com.

Directe links naar diverse blogs over paniek:
https://matthijswind.wordpress.com/2017/05/10/paniek/
https://matthijswind.wordpress.com/2018/01/20/littekens-van-angst/
https://matthijswind.wordpress.com/2016/06/10/angst-in-kerkelanden/

matthijswind
Laatste berichten van matthijswind (alles zien)