De Côte de Vivero. Een vier kilometer lange klim van tweede categorie, met een gemiddeld stijgingspercentage van net zeven procent. Hemelsbreed ligt de pukkel niet meer dan een steenworp afstand buiten Bilbao, maar de parcoursbouwers van de Tour de France hebben de route van de openingsetappe van 2023 zo uitgetekend dat er op de top van de Côte nog dertig kilometer moet worden de afgelegd tot aan de aankomstlijn in de grootste stad van het Baskenland. De voorlaatste scherprechter van de dag zal de klassementsmannen vermoedelijk geen problemen bezorgen en biedt vooral renners die azen op de dagzege en het eerste geel of op de bolletjestrui een fraaie kans om weg te springen uit het peloton. Als Pascal Eenkhoorn, Lars van den Berg en Elmar Reinders ongeschonden over de Vivero komen en de afdaling naar Sondika, een buitenwijk van Bilbao, inzetten, kunnen ze gedrieën opgelucht ademhalen. De Nederlandse Tourdebutanten van dit jaar hebben er dan zo’n 154 kilometer op zitten en daarmee ontlopen ze een curieus ‘record’. Dat van de Nederlandse Tourdeelnemer met het kleinste aantal gereden kilometers in de Franse ronde. Een prestatie die op naam staat van een renner met een van de meest roemruchte achternamen in de vaderlandse wielersport. Van der Poel. Niet Mathieu natuurlijk of vader Adrie, maar Jacques. De drie en een half jaar jongere broer van Adrie. Oom dus van Mathieu. In 1987 stond hij aan de start van zijn eerste en enige Tour de France, maar Parijs zou hij niet halen. Sterker, Jacques van der Poel bereikte Frankrijk niet eens. Na slechts 152 luttele kilometers op Duits grondgebied te hebben gereden zat zijn Touravontuur erop en keerde een hevig teleurgestelde renner terug naar de ouderlijke boerderij in het Brabantse Hoogerheide. Een ervaring rijker, een illusie armer.
custom nfl jersey
cheapest customized t shirts
custom basketball jerseys
custom jerseys soccer
custom jersey
team jerseys
custom football jerseys
custom jersey basketball
custom hockey jersey
all nfl jerseys
custom jerseys online
custom nfl jerseys
custom design
custom nba jerseys
cheap jerseys custom
customize football jersey
baseball jerseys custom
cheap jerseys online
nfl custom jerseys
custom soccer jerseys
custom jerseys online
custom hoodies cheap
custom jersey maker
customize jersey soccer
custom basketball
custom softball jerseys
custom basketball jerseys
customize jersey basketball
custom jerseys
cheap jerseys
custom football uniforms
jersey store
cheap football jerseys
custom jersey maker
custom jerseys
cheap jerseys
custom basketball jerseys
nba jersey customized
custom soccer jersey
custom baseball jerseys
custom soccer jerseys

Enigszins verbaasd, maar vooral ook opgelucht had Jacques van der Poel anderhalve week eerder de telefoonhoorn terug op het toestel gelegd. Bij monde van ploegleider Roger Swerts had werkgever Roland-Skala Van der Poel het heugelijke nieuws medegedeeld dat hij was opgenomen in de Tourselectie van het Belgische team. De weg naar Frankrijk, of beter: Duitsland, want de 74ste editie van La Grande Boucle vertrekt op woensdag 1 juli 1987 in West-Berlijn, is voor zowel renner als ploeg allerminst vanzelfsprekend. Waar broer Adrie in zijn amateurtijd en eerste profjaren een flink aantal overwinningen en fraaie ereplaatsen aan elkaar rijgt als malse stukken vlees aan een shaslick spies, wordt al snel duidelijk dat Jacques niet is gezegend met evenveel talent. Pas wanneer hij in 1985 de nationale titelstrijd bij de amateurs wint, kan de jongste van de gebroeders Van der Poel een profcontract tekenen.

Speerpunt

Skala-Skil, na Panasonic en Kwantum Hallen op dat moment de derde Nederlandse ploeg in het peloton, neemt de 23-jarige Jacques op in haar gelederen. Met een keurige twaalfde plek in Parijs-Roubaix, negen plaatsen achter zijn grote broer, maakt de Brabander in zijn eerste maanden als beroepsrenner indruk. Al snel wordt echter duidelijk dat er bij Skala-Skil voornamelijk knechtenwerk wordt verlangd van de neoprof. Speerpunt binnen de ploeg is Hennie Kuiper. De tweevoudig runner-up in het eindklassement van de Tour de France richt zich in de tweede helft van zijn carrière vooral op eendagskoersen en heeft in het seizoen voor zijn komst naar Skala-Skil nog uitgepakt met een overwinning in Milaan-Sanremo en een derde plek in de Ronde van Vlaanderen. In etappewedstrijden is Kuiper echter al enkele jaren bij lange na niet meer de kanshebber van weleer. Desondanks rekent ploegleider Roger Swerts met het aantrekken van Kuiper op een uitnodiging voor de Tour. Die komt er in 1986 niet. Rondedirecteuren Félix Lévitan en Jacques Goddet houden Skala-Skil wekenlang aan het lijntje, maar besluiten kort voor de proloog de laatste wildcard aan het Amerikaanse 7-Eleven toe te kennen, ten koste van een derde Nederlandse ploeg. De aanwezigheid van Kuiper en ook van aanstormend sprinttalent Jean-Paul van Poppel, anderhalve maand eerder nog winnaar van twee Giro-etappes, kunnen Lévitan en Goddet niet overtuigen. Jacques van der Poel en zijn ploeggenoten moeten de Tour van 1986 thuis voor de televisie volgen.

Het mislopen van de belangrijkste en publicitair meest interessante koers ter wereld zorgt voor een forse reorganisatie binnen de ploeg van Roger Swerts. Cosponsor Skil besluit aan het einde van het jaar haar periodieke financiële injectie stop te zetten en elektronicagigant Skala is niet in staat het volledige budget om een wielerploeg een nieuw jaar lang de weg op te sturen, zelfstandig op te hoesten. Swerts en zijn directeuren zullen een tweede sponsor moeten vinden. Die zoektocht verloopt niet soepel en zorgt er bovendien voor dat spurtbom Van Poppel en zijn trouwe gangmakers Gert Jakobs en Nico Verhoeven alvast hun handtekeningen zetten onder een deal met Jan Raas. De ploegleider van Kwantum Hallen zal in 1987 een doorstart maken onder de naam Superconfex en maakt dankbaar gebruik van de stroperige gang van zaken bij Skala, om Van Poppel aan zich te binden. Die moet uiteindelijk het Gewestelijk Arbeidsbureau in Utrecht inschakelen om zijn overstap via de ambtelijke molen daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Als de Skala-ploeg haar voortbestaan toch weet te garanderen door een fusie aan te gaan met het nog bescheidenere Belgische Roland-Van de Ven, houdt Swerts Van Poppel vanzelfsprekend alsnog aan zijn lopende contract. Het sprintkanon weet echter met succes hard te maken dat Tourdeelname voor zijn loopbaan essentieel is en dat de kans daarop bij Superconfex veel groter is dan bij het nieuwe Roland-Skala. De voorloper van het UWV geeft de Nederlander gelijk, waarna die, in gezelschap van Jakobs en Verhoeven, daadwerkelijk het groengrijze tricot van Superconfex aan mag trekken.

Meesterzet

In de nieuwe Roland-Skala formatie is Jacques van der Poel één van de slechts vier Nederlandse renners. Doordat de ploeg op een Belgische licentie rijdt, dient volgens de regels van de internationale wielerbond de helft plus één van het rennersbestand de nationaliteit van de ploeg te hebben. Aangezien Roland-Skala door het geringe budget van de beide hoofdsponsors slechts onderdak kan bieden aan vijftien renners, waarvan er dus ten minste acht Belg moeten zijn, wordt het merendeel van de Nederlandse inboedel van Skala-Skil afgeschud als rijpe appels die van de boom vallen. Uit de voormalige Roland-Van de Ven-stal stappen bovendien de Denen Jesper Skibby en Brian Holm mee over, waardoor er voor slechts vijf van de negentien Nederlanders van Skala-Skil plaats is bij opvolger Roland-Skala. Dat wordt zelfs nog een landgenoot minder. Jean Habets valt kort voor de seizoenstart pijnlijk buiten de boot, als Roger Swerts voor het vijftiende en laatste plekje in de nieuwbakken ploeg een andere, veel bekendere, renner weet binnen te hengelen.

De Belgische ploegleider, zelf als renner in de jaren ’60 en ‘70 een gerespecteerd knecht van kampioenen als Raymond Poulidor en Eddy Merckx, overziet het seizoen zoals een schaker zijn bord. Vervolgens schudt hij een strategische meesterzet uit zijn mouw waar grootmeester Garry Kasparov een buiging voor zou maken. Tourdeelname, daar heeft Swerts zijn zinnen op gezet. In tegenstelling tot een jaar eerder dient er ditmaal niets aan het toeval overgelaten te worden. Veteraan Kuiper en aanstormend talent Van Poppel konden de Franse rondedirecteuren niet vermurwen, maar met de renner die Swerts in 1987 naar zijn nieuwe ploeg haalt schiet hij in de roos. De Tour start dat jaar immers in West-Berlijn en zal, na een tussentijdse verplaatsing per vliegtuig, ook de steden Karlsruhe, Stuttgart en Pforzheim aandoen. Liefst vijf dagen bivakkeert het Tourpeloton in Duitsland, voordat bij Straatsburg de Franse grens zal worden overgestoken. De bekendste Duitse renner van de jaren ’80 zou de ultieme ambassadeur zijn om zijn ploeg naar de Tour te loodsen, redeneert Swerts. Ten koste van Jean Habets mag Dietrich Thurau het shirt van Roland-Skala aantrekken. Blauwwit met daarop een keyboard, het voornaamste muziekinstrument dat geldschieter Roland fabriceert.

Enfant terrible

Niet dat de harten van Lévitan en Goddet onmiddellijk sneller zullen gaan slaan bij het horen van de naam van ‘enfant terrible’ Thurau. De Duitser heeft voor zijn overstap naar Roland-Skala een nogal stormachtige carrière doorgemaakt. Als 19-jarige had hij in het najaar van 1974 een flitsende entree gemaakt in het profpeloton onder de hoede van Peter Post. De Amstelveense ploegbaas koesterde een heilig vertrouwen in zijn Duitse protegé en loodste hem naar een fraaie reeks zeges. Hoogtepunt was de Tour van 1977, waarin Thurau liefst vijf etappes won, achttien dagen het geel droeg en uiteindelijk als vijfde aantikte in Parijs. Met als saillant detail dat Post door de prestaties van Thurau blind was voor het rijden van zijn tweede kopman, Hennie Kuiper. Die kwam uiteindelijk 48 tellen te kort op Tourwinnaar Bernard Thévenet. Het is achteraf vaak besproken en nu sowieso makkelijk kletsen natuurlijk, maar als Post zijn ploeg zich in de eerste Tourweken net even wat meer had laten bekommeren om Kuiper en minder om Thurau, had Hennie misschien… Ach, laat maar.

Na enkele succesvolle jaren bij TI-Raleigh was Thurau overgestapt naar IJsboerke. In Belgische dienst had hij in 1979 nog Luik-Bastenaken-Luik gewonnen en was tiende in de Tour geworden, maar daarna was de carrière van de West-Duitser rap bergafwaarts gegaan. Dieptepunten waren zijn diskwalificatie in de Tour van 1980, als gevolg van liefst drie positieve dopingcontroles, en zijn uitsluiting uit de ronde vijf jaar later, na het slaan van een wedstrijdcommissaris. Niet bepaald het beste uithangbord om een Tourdeelname te versieren, maar desondanks besluit Roger Swerts de gok te wagen en Thurau een van de vijftien plekjes bij Roland-Skala aan te bieden. Naast de acht Belgen, de twee Denen en vier Nederlanders. Adri van Houwelingen, Johnny Bogers, Jacques van der Poel en Hennie Kuiper, een oude bekende van Thurau, zijn de gelukkigen die mee mogen van Skala-Skil naar Roland-Skala.

Opgelucht

Ondanks de komst van Dietrich Thurau is het in de eerste maanden van 1987 opnieuw nagelbijten geblazen voor de Belgische ploeg. De prestaties in het voorjaar en in de Giro laten op z’n zachtst gezegd nogal te wensen over. Tot overmaat van ramp heeft Félix Lévitan al aan het begin van het jaar publiekelijk te kennen gegeven niet meer dan twee Belgische teams te willen uitnodigen voor de Tour. Hitachi, met Claude Criquielion, lijkt op voorhand een zekerheid, waardoor liefst vier ploegen dingen naar het tweede startbewijs. Behalve Roland-Skala komen Sigma (met oud-Tourwinnaar Lucien Van Impe), ADR (met Fons De Wolf) en Lotto-Joker (met sprinter Jef Lieckens) in aanmerking. Terwijl Roland-Skala met Kuiper en Thurau in de Giro d’Italia rond rijdt, brengt de Tourdirectie precies een maand voor de start in West-Berlijn het verlossende bericht naar buiten dat er niet twee, maar drie Belgische ploegen acte de présence mogen geven: Hitachi, Lotto-Joker én Roland-Skala.

Drie weken nadat zijn ploeg het felbegeerde startbewijs krijgt, kan Jacques van der Poel opgelucht adem halen. Als een examenkandidaat die zojuist gebeld is dat hij is geslaagd, legt hij opgelucht de telefoonhoorn neer in zijn ouderlijk huis in Hoogerheide. Er kruipen echter ook gevoelens van verbazing door het lijf van de 24-jarige renner. Vanzelfsprekend heeft hij van ploegleider Swerts te horen gekregen wie zijn acht ploeggenoten in de Franse ronde zijn. In het rijtje uitverkorenen ontbreekt een belangrijke naam. Die van één van de twee vaandeldragers. Niemand minder dan Hennie Kuiper is door Swerts buiten het keurkorps gelaten. In plaats van aan de inmiddels 38-jarige veteraan geeft de ploegleider de voorkeur aan een jongere generatie coureurs, onder wie Van der Poel en de één jaar jongere Johnny Bogers. Thurau mag uiteraard wel naar de Tour, evenals de Denen Skibby en Holm. Het Belgische kwartet Johan Capiot, Herman Frison, Rudy Patry en Patrick Verschueren completeert de ploeg. Waar Jacques van der Poel voornamelijk verbaasd is door het ontbreken van Kuiper, is de Tukker zelf des duivels over het besluit van Swerts hem te passeren voor de Tourselectie. De nummer twee in de eindrangschikking van zowel 1977 als 1980 had gedacht op een waardige manier afscheid te kunnen nemen van de Franse ronde en die wordt hem op deze manier ontnomen. Zinsneden als ‘donderslag bij heldere hemel’, ‘pijnlijke beslissing’ en ‘grootste teleurstelling uit mijn loopbaan’ worden door menig journalist gretig opgetekend uit de mond van de tot op het bot getergde Hennie Kuiper.

Omschakelen

Die laat, na het uiten van zijn onvrede, doorschemeren een gang naar de rechter te overwegen. Via die weg wil Kuiper alsnog een Tourstart afdwingen. Het maakt dat het management van Roland-Skala, na het gesteggel over het contract van Jean-Paul van Poppel en een eerder geschil met voormalig Skala-cosponsor Skil, andermaal een leger advocaten in stelling moet brengen. Kuiper claimt contractueel te hebben vastgelegd dat hij zelf zijn eigen programma mag bepalen. Swerts pareert door te stellen dat die afspraak weliswaar in het oorspronkelijke contract met Skala-Skil stond, maar dat door de samensmelting met Roland een streep is komen te staan door verouderde overeenkomsten. Bovendien vindt Swerts dat Kuiper al langer niet uit de verf komt in meerdaagse wedstrijden. De prestaties van de Nederlander in de Giro – Kuiper werd teleurstellend 44ste – onderstrepen dat. Terwijl Thurau, met een tweede plek in de afsluitende Giro-tijdrit en een etappezege plus vijfde plaats in het eindklassement in de Ronde van Zwitserland, juist bewijst nog niet te zijn afgeschreven en op tijd in vorm lijkt voor de Tour, is Kuipers rol in grote rondes volgens Swerts uitgespeeld.

Het is voor Jacques van der Poel even omschakelen. Hij zal de Tour gaan rijden, maar niet met de renner die hij inmiddels ook als een mentor is gaan beschouwen. Kuiper en Van der Poel hadden in de wintermaanden zelfs samen, in gezelschap van hun beider echtgenotes, vakantie gevierd met een trip naar de andere kant van de wereld. Nieuw-Zeeland, Singapore en Bangkok hadden ze aangedaan. Natuurlijk spraken ze er al over de Tour. Het leek beide renners zo’n mooi vooruitzicht. Waar Van der Poel zou debuteren, zou Kuiper als wegkapitein van Roland-Skala zijn twaalfde en laatste ronde rijden en zijn jonge collega wegwijs maken in de heksenketel die de Tour de France heet. Het komt er niet van. Swerts houdt uiteraard voet bij stuk en Kuiper besluit ten langen laatste eieren voor zijn geld te kiezen en af te zien van een rechtsgang. De jongste van de broers Van der Poel gaat zonder zijn mentor naar de Tour en zal zijn debuut in dienst stellen van de onberekenbare en grillige Thurau.

Tourdebuut

Als de liefst 207 renners op woensdagmiddag 1 juli 1987 een voor een van het startpodium in West-Berlijn glijden om aan de proloog van de 74ste Ronde van Frankrijk te beginnen, wachten Jacques van der Poel 6,1 relatief zorgeloze Tourkilometers om kennis te maken met La Grande Boucle. Terwijl kopman Thurau even later, voortgestuwd door de aanmoedigingen van zijn in groten getale aanwezige landgenoten, op de Kurfürstendamm naar de zesde eindtijd zal snellen, legt Van der Poel het hors-d’oeuvre tegen het uurwerk 37 seconden langzamer af dan zijn ploeggenoot. En nog eens zeven extra ten opzichte van Jelle Nijdam. De Nederlander stuift met een gemiddelde van 51,5 kilometer per uur door de straten van West-Berlijn en mag de eerste gele trui aantrekken. Van der Poel klasseert zich als 150ste.

De volgende dag staat er, vrij standaard in die dagen, eerst een relatief korte ochtendetappe van iets meer dan honderd kilometer op het menu. ’s Middags gevolgd door een ploegentijdrit. Terwijl Nijdams ploeggenoot en voormalig Skala-Skil-renner Nico Verhoeven opnieuw voor Nederlands ritsucces zorgt, kwijt Jacques van der Poel zich voorbeeldig van zijn taken als luitenant van Thurau. De Duitse nummer zes in het algemeen klassement wordt keurig uit de wind gehouden door zijn knecht, krijgt op tijd zijn bidons aangereikt en hoeft geen trap te veel te doen. De tijdritspecialist kan al zijn krachten te sparen voor de 40,5 kilometer lange collectieve race tegen het uurwerk, die enkele uren later op de renners wacht.

Misschien dat Thurau die morgen iets te veel op reserve heeft kunnen rijden. Of dat Van der Poel juist meer energie had verspild dan hem lief is. Feit is dat de renners van Roland-Skala er direct vanaf de start van de ploegentijdrit vol invliegen. Logisch. Thurau is na de ochtendetappe weliswaar twee plaatsen gezakt in het klassement, maar staat op niet meer dan 26 tellen van de nieuwe geletruidrager Lech Piasecki. Met een goede ploegentijdrit houdt Thurau zijn kansen om, net als tien jaar eerder, in het geel te komen volledig open. Ook Jesper Skibby laat zich bepaald niet onbetuigd. De Deense tempobeul en zijn Duitse kopman denderen als twee op hol geslagen paarden door Berlijn, de rest van de ploeg met zich mee zeulend. De tandem Thurau/Skibby rijdt alsof de koppeltijdrit Trofeo Baracchi abusievelijk deel uitmaakt van de Tour. Alleen Brian Holm kan aardig meedraaien met het tweetal. Zodra een van de Belgen of Johnny Bogers de rol van locomotief van de Roland-Skala-trein overneemt, zakt de snelheid alsof er weldra een station nadert.

Het moordende tempo wordt Jacques van der Poel al na zeven kilometer te veel. Eerst moet de Tourdebutant een gaatje van enkele decimeters laten ten opzichte van het achterwiel van de ploeggenoot voor hem, maar snel worden het meters. Decameters. Hectometers. Niet veel later is de blauwwitte trein uit het zicht verdwenen. Het laatste wagonnetje eenzaam achterlatend. Collectief wachten zou de ploeg immers tijd kosten, die Thurau met het oog op zijn gele ambities absoluut niet kan missen. Desolaat kachelt Jacques van der Poel door West-Berlijn. Zijn benen voelen als twee pilaren van beton, die onderaan zijn romp hangen en alleen met de allergrootste moeite enigszins in beweging te krijgen zijn. Nooit voelde de jongere broer van Adrie zich op de fiets zo hulpeloos.

Déjà vu

Hetgeen zich op de eerste donderdagmiddag van juli in 1987 in West-Berlijn afspeelt, doet sterk denken aan de ploegentijdrit in de Tour van precies een jaar eerder. Toen reed PDM, onder aanvoering van Gerrie Knetemann, Pedro Delgado en Steven Rooks, eigenhandig liefst drie van haar renners naar huis. Debutanten Jan Siemons, Marc van Orsouw en hun Belgische ploeggenoot Wim Arras konden de anderen niet bijbenen, overschreden de tijdslimiet en moesten direct hun spullen pakken en de thuisreis aanvaarden. Jacques van der Poel staat eenzelfde lot te wachten. Acht minuten na zijn ploeggenoten bolt de moegestreden Nederlander over de finish. Aangezien de renners van Roland-Skala ruim een minuut langer nodig hadden voor de race tegen de klok dan Stephen Roche en zijn Carrera-ploeg, de snelsten van de dag, bedraagt Van der Poels achterstand op de winnaars meer dan twintig procent van de snelste tijd. Hij moet naar huis. Al wacht Roger Swerts nog tot enkele uren later het officiële communiqué van de wedstrijdleiding bekend is gemaakt, alvorens hij zijn pupil op diens hotelkamer het slechte nieuws komt brengen. Terwijl het Tourcircus de volgende dag op het vliegtuig van Berlijn naar Karlsruhe stapt om daar een dag later de ronde te vervolgen, kan Jacques van der Poel terug naar de ouderlijke boerderij in Hoogerheide.

De ritwinst van ploeggenoot Herman Frison na een knappe solo in de vierde etappe, de dagzege van broer Adrie in Renazé, de fraaie derde plek van Jesper Skibby en de vijfde van Dietrich Thurau in de tijdrit rond Futuroscope, waardoor de Duitser oprukt naar de tweede plaats in het klassement op slechts driekwart minuut van leider Charly Mottet; Jacques van der Poel moet het noodgedwongen allemaal thuis voor de televisie beleven. Net als de aftocht van Thurau. Het geel zal de Duitser niet weten te bemachtigen en na twee weken Tour krijgt hij last van zijn linkerknie. Een door de dopingcontroleurs geautoriseerde cortisonen-injectie mag niet baten en op de ochtend van de vijftiende etappe naar Blagnac besluit de geplaagde renner op doktersadvies huiswaarts te keren. De overgebleven renners van Roland-Skala – naast Van der Poel en Thurau heeft Capiot de Tour al verlaten en ook Bogers zal Parijs niet halen – rijden in de resterende etappes roemloos door Frankrijk. Enige lichtpuntje is Jesper Skibby, die zich in de tijdrit rond Dijon naar een knappe vierde stek in de daguitslag knokt.

Curieus record

Slechts 6,1 + 105,5 + 40,5 = 152,1 kilometer heeft het Touravontuur van Jacques van der Poel mogen duren. Het levert de jongere broer van Adrie het curieuze ‘record’ op van de Nederlandse Tourdeelnemer met de minste gereden kilometers in de Franse ronde. Natuurlijk, er zijn meer landgenoten die in hun enige Touroptreden nog niet halverwege de eerste week kwamen. Harrie Schoenmakers bijvoorbeeld. De knecht van Wout Wagtmans en Wim van Est moest in 1951 in de tweede etappe meermaals een wiel afstaan aan zijn kopmannen, maar toen hij even later zelf lek reed wachtte niemand op hem. Schoenmakers kwam te laat binnen en kon naar huis. Zes jaar later gaf Arie van Wetten na slechts twee dagen ziek op en ook de enkelvoudige Tourdeelnames van Jos Lammertink in 1986 en, recenter, Piet Rooijakkers in 2009 strandden door valpartijen al na niet meer dan enkele dagen. Stuk voor stuk reden zij echter meer Tourkilometers dan Jacques van der Poel.

Waar Jan Siemons en Marc van Orsouw na hun debacle in de ploegentijdrit van 1986 een herkansing krijgen en beiden meerdere edities van de Tour zouden uitrijden, komt er voor Jacques van der Poel geen tweede kans. Het jaar na zijn onfortuinlijke debuut ontvangt Roland-Skala geen uitnodiging van de Tourdirectie. De drie voornaamste blikvangers, Dietrich Thurau, Johan Capiot en Hennie Kuiper, zijn verkast naar respectievelijk Panasonic, TVM en Sigma. Aangezien Roger Swerts er niet in is geslaagd gelijkwaardige vervanging te vinden, wordt Roland-Skala gepasseerd als de uitnodigingen voor de editie van 1988 bij de Société du Tour de France in Parijs de deur uitgaan. Thurau ontbreekt dat jaar eveneens aan de start. Panasonic-ploegleider Peter Post heeft betere opties voor zijn Tourselectie dan de wispelturig koersende Duitser. Capiots nieuwe werkgever TVM wordt ook niet uitgenodigd, zodat uitgerekend Hennie Kuiper en de in 1987 eveneens door Swerts gepasseerde Ludwig Wijnants de enigen zijn van het Roland-Skala uit het voorgaande jaar, die in 1988 wél aan de Tour mogen beginnen. Allebei in dienst van verfgigant Sigma. Kuiper rijdt een vrijwel anonieme laatste ronde, maar krijgt in ieder geval zijn kans alsnog afscheid te nemen van de koers waarin hij tweemaal tweede werd en die hij in 1977 misschien zelfs had kunnen winnen.

Na zijn kortstondig Tourdebuut zal Jacques van der Poel nog vier jaar prof zijn. Telkens aan de zijde van Adrie, die met eerst Walter Godefroot en daarna José De Cauwer bekokstooft dat hij zijn jongere broer mee mag nemen naar hun ploegen Domex-Weinmann en Tulip Computers. In de Tour wordt Jacques, in tegenstelling tot Adrie, door de Belgische teams niet opgesteld. Het curieuze Nederlands record van slechts 152,1 gereden Tourkilometers, waarvan geen millimeter door Frankrijk, staat intussen geruime tijd in de boeken. Als de drie Tourdebutanten van dit jaar, Pascal Eenkhoorn, Lars van den Berg en Elmar Reinders, veilig over de Côte de Vivero nabij Bilbao geraken, komt daar geruisloos weer een jaartje bij.

Vincent de Lijser