Redde de spannende slotweek met Hollands glorie deze Tour?
Niet voor wielerliefhebber en journalist Mark de Bruijn.
Hij probeert te begrijpen waarom hij zich nog nooit zo verveelde in juli.
Vergeet de nabeschouwing, in de voorbeschouwing van 2018 winnen nóg meer landgenoten etappes en wordt het de Tour du Moulin.
Froome op zijn retour, er zullen er meer zijn die er moed uit putten, na de uitverkoop wankelt heel team Sky. Het kán, de verstikkende dominantie van één ploeg doorbreken. We zagen ook het alles dicterende sprinterstreintje verdwijnen in de vlakke etappes, wie wakker bleef dan.
Tot zover de theorie. Zoals de laatste week van de Tour ook alleen in theorie spannend was. Er gebeurde wel wat, iets dat leek op muiten en profiteren van andermans pech. Maar het waren geen acties die verschil maakten. Het enige drama zat ‘m in vervelende valpartijen.
Niemand kon het verschil maken, behalve die Duitse sprinter. Op eigen kracht, want die treintjes hebben blijkbaar hun eindstation bereikt. Eerst kopieer je het trucje, daarna verhef je het tot perfectie. Dan resteert alleen de chaos nog.
Ergens op dat kantelpunt zitten we hopelijk, want ik zag een uit-ontwikkelde Tour. Renners als rekenmachientjes. Gefocust op hun wattagemeters, het tellertje dat de nieuwe standaard werd terwijl iedereen aan het bijkomen was van de nasleep van het epo tijdperk.
Vergeet de zakken voorbewerkt bloed of mysterieuze pakketjes. Wie het best scoort op de combi van lichaamsgewicht versus vermogen laat zich door geen avonturier meer verrassen.
Zet twee van de beste voetbalteams tegenover elkaar en de combinatie van klinische perfectie en moderne technologie slaan het spel dood.
Dat zien we nu, het duurde in het wielrennen alleen wat langer, omdat schimmige randfiguren er de toon bepaalden.
Stilaan zijn ze vervangen door echte wetenschappers. Die sloten een duister verbond met de parcoursontwerpers. Ja, de verveling heeft me welhaast paranoïde gemaakt.
Tour-organisator ASO vreest de door de liefhebber gewenste chaos, ze willen het voorspelbare voorspelbaar houden, ingegeven door ronkende verdienmodellen. Dat het ook anders kan zagen we óók deze Tour, één schamele etappe lang. De uitspatting duurde 101 kilometer lang, op de Franse feestdag. Een Fransman won en toch was het veruit de leukste etappe. De renners moeten in de war geraakt zijn, ze vlogen erin en stopten met rekenen.
Pleidooien om grote wielerrondes radicaal te hervormen (waarom niet minstens tien van zulke etappes?), ook die zijn onderdeel geworden van het ritueel. De kenners van de oude stempel namen ook dit jaar die discussie over. Het zijn toch de renners die de koers maken. Het is al honderd jaar zo, stop toch met klagen.
Ik ben niet jong, ik ben niet oud, misschien moet ik stoppen met klagen en ook met kijken. Ik heb het geprobeerd hoor, zondag in de vooravond ben ik zelf gaan fietsen. Prompt won Dylan Groenewegen. Misschien was zelfs dat voorspelbaar. Net als de dip die nu volgt.
Maar volgend jaar wordt alles beter.
Tijd voor een grondige evaluative. Waarom zijn de giro en de Vuelta veld malen leuker? Mark grijp de pen
Frankrijk is en blijft een mooi land, alleen die verrekte fransen drukken er zo een vervelende stempel op. Of ga de oortjes discussie nog eens aan. Misschien zoals in de F1, de technische eisen aanscherpen zoals bandbreedte, dikte en hardheid, het aantal te gebruiken banden te beperken. Wat zal het lijden anders worden. Dat van die daaltijdritten vind ik ook wel het overwegen waard. Oh wat zal het spannend worden. Ik verheug me net als afgelopen maand al op een volgende Tour. Hopelijk bljjft het niet bij verheugen in 2018.
Sinds 2012 is de enige manier om de tour te overleven al het invullen van een tourpoule en tegen beter weten in te hopen op een overwinning als een van je goedkope aanvallers in de kopgroep zit. Dat en nationalisme. Ik heb toch wel genoten van Mollema dit jaar. Groenewegen vond ik ook leuk, alleen het was zo slecht in beeld dat ik niet mee kon schreeuwen.
Excellent, haalt mij de woorden uit de mond. Ook ik verlang naar een paradigma-shift.