Beste Kenny,

Zo! Eindelijk terug in de Tour. Het werd tijd, of niet dan?

Sommige wielerfans zullen zich afvragen wat je hier komt doen, maar hun azijnzure commentaren moet je maar naast je neerleggen. De echte kenners weten dat je een echte winnaar bent.
Onlangs vertelde je dat je al je profoverwinningen zo zou inruilen voor één etappezege in de Tour. Kijk, zo zien wij van Het Is Koers het graag. Daarom gaan we je een stukje op weg helpen. Het trappen zul je zelf moeten doen, het opletten ook, maar dat mag geen probleem zijn: je hebt allang bewezen dat je beide aspecten prima beheerst.

Woensdag 4 juli 2012, staat je een lange etappe te wachten: 214,5 kilometer. De etappe voert je door noordwest-Frankrijk, een hoekje dus waar jij wel vaker mooie uitslagen reed. Reden te meer om dat vandaag ook weer te doen.
Je start in Abbeville, een stadje aan de Somme. Hier ligt meteen de eerste link met Nederland: de Nederlandse textielhandelaar Joost van Robais begon er in 1665 een weverij die uitgroeide tot de grootste textielfabriek van Europa. Maarten Ducrot zal het ons, aan de tv gekluisterde Tourmalloten, gegarandeerd vertellen, maar het is toch leuk als jij er als enige renner in het peloton ook weet van hebt. Van een beetje historisch besef is nog nooit iemand slechter geworden, nietwaar?

Bron: CyclingtheAlps.com

Goed, door met de etappe. Na ruim dertig kilometer westelijk koersen bereik je Mers-les-Bains en ja, de naam zegt het al: je zit aan de kust. Een kleine zeven kilometer verder wacht de eerste klim van de dag: de Côte de Mont Huon, een bijtertje uit de vierde categorie. Er zal vast een groepje renners ontsnappen, maar je weet hoe dat gaat: op tien kilometer voor de finish worden die wel weer teruggehaald, dus niets om je zorgen over te maken. Op kilometerpunt 69 en 74 kom je trouwens ook nog klimmetjes tegen. Allemaal rond de twee kilometer lang, en allemaal tussen de 3,9 en 4,4 procent; goed te doen dus.
Waar je misschien meer last van zult krijgen, is de wind. Vanaf Mers-les-Bains rijd je een dikke honderd kilometer langs de kust. De kans is groot dat je hier wind schuin of zelfs vol tegen hebt. Inderdaad: waaiers! Spreek met je ploegmaten van tevoren goed af waar je gaat zitten Kenny, want als je de slag mist, ben je met een flinke puist wind tegen al gauw gezien. Raak echter niet in paniek als dit scenario zich werkelijk voltrekt: je hebt na de laatste kustplaats Fécamp nog zo’n 75 kilometer landinwaarts om het goed te maken. Om energie te sparen voor je sprint in Rouen is het echter wel handig als je gewoon zorgt dat je meezit in de juiste waaier.

Volgens de gemiddelde weersverwachtingen heb je in het stuk landinwaarts de wind in de rug, maar ja, gemiddelden zeggen ook niet alles. Vast staat dat het hard zal gaan. De ploeg van Mark Cavendish zal niet meteen op kop komen, die laten eerst de anderen de kastanjes uit het vuur halen. Wees verstandig en volg dit voorbeeld!
Argos-Shimano zet alles op Marcel Kittel, dus je kunt erop rekenen dat die ploeg wel wil rijden. Hetzelfde geldt voor de ploeg van André Greipel – de vete tussen hem en Cavendish is nog lang niet uitgevochten. En de Rabo’s natuurlijk; die zullen opnieuw te vroeg op kop komen om Mark Renshaw in stelling te brengen. Ach Kenny, jij weet wel beter toch?
Zo rond het 200-kilometerpunt zit je mooi voorin. Met een beetje geluk heb je de brede rug van Kris Boeckmans voor je en Marco Marcato naast je. Even na het 200-kilometerpunt volgt een venijnig stukje; eerst scherp naar rechts, vlak daarna scherp naar links. Bijna als een haarspeldbocht. Zaak is om het wiel van Kris te houden. De komende paar kilometers blijft de weg redelijk bochtig, maar gezien de breedte moet dat geen probleem zijn. Pas wel op dat je niet te veel links of rechts gaat rijden: de greppeltjes zijn verraderlijk. Ook goed om te weten trouwens: dit stukje gaat nog even 4 procent omhoog! Des te meer reden om Kris voor je te hebben dus.
Na Saint-Martin de Boscherville (op kilometer 202,5) gaat de weg weer naar beneden en rond kilometerpunt 207 stuit je op een vluchtheuvel en een rotonde. Je rijdt nu Canteleu in, een voorstadje van Rouen. De weg wordt wat smaller en je rijdt in een rechte lijn naar de rotonde bij de kerk. Twee keer knipperen met je ogen en je bent het dorp alweer uit. Al snel volgt een tunneltje van een paar meter, met een wegversmalling. De weg wordt daarna weer breder en gaat naar beneden; de laatste mogelijkheid om nog even op adem te komen voor je Rouen binnenrijdt.
Bij aankomst in Rouen is het opletten geblazen: er ligt namelijk een busbaan op het midden van de weg. Het zou kunnen dat de organisatie hier nog wat aan doet, maar ik dacht, ik waarschuw je toch even.

De laatste kilometers voeren je langs de oever van de Seine. Probeer nu goed voorin te zitten en houd die positie vast. Dat is echt van het grootste belang, want iets meer dan een kilometer voor de finish moet je nog een brug over: scherp naar rechts, scherp naar links. Daarna is het simpelweg volle bak en wij van Het Is Koers vertrouwen erop dat je het vanaf dit punt wel alleen af kunt. Knallen Kenny! Laat je niet intimideren door die kleine Britse gifkikker. Dit keer kom jij met de vuist gebald over de streep!
Wij nemen het juichen wel voor onze rekening.

Succes!

Namens Het Is Koers,

Mariska Tjoelker

P.S.: in Rouen gingen eerder Fedor den Hertog (1977), Jan Raas (1980) en Gerrit Solleveld (1990) al winnend over de streep.

En nog een PS.: Wij van Het Is Koers zijn natuurlijk van harte bereid van bovenstaande informatie een mooi pleistertje voor op je fiets te maken.

Mariska Tjoelker
Laatste berichten van Mariska Tjoelker (alles zien)