Lance Armstrong

Lance Armstrong

Ik schrok er wel van hoor. Het nieuws over Lance kwam ook nog eens precies op de dag van de presentatie van mijn boek over Rooks en Theunisse. Kut.

Ik had het ook niet verwacht (gehoopt). Altijd in de alleenheerschappij van Lance geloofd. Als het moest, dwars tegen de stroom in, en nu, begin 2013, weet ik het weer zeker. Lance is een held. Een filmheld, mythisch figuur, Scarface, Marlon Brando, Lance Armstrong, niet van deze planeet.

Anders dan al die kleinzielige burgermannetjes die nu hem zo nodig aan de schandpaal nagelen en hijgerig “zie je wel” roepen, hun gelijk halend. Van die mediamannetjes die er hun missie van maken om de “waarheid naar boven te halen.” Hé, drink nog een bakkie, zet je schoenen netjes bij de buitendeur, trek je pantoffels aan, het is me toch wat, wat er allemaal zomaar gebeurt, heb ik al die jaren naar een sport gekeken die niet eerlijk is. Hallo, wakker worden, welkom in de grote mensenwereld!

Gatver. Ik heb een hekel aan kleinburgerlijkheid. Aan klokkenluiders. Aan de hypocriete calvinistische Hollandse mentaliteit van wat wel hoort en wat niet hoort. Kom op man, dat maken we zelf wel uit.

En dan de deskundigen, de oud-renners die de macht over de microfoon hebben. Allemaal zelf tot aan het strotje vol gezeten en nu als koorknaapjes ons wijs proberen te maken dat er zoiets moet zijn als het nieuwe wielrennen. Het nieuwe wielrennen, Ha. Een hele Tour naar mannetjes kijken die braaf in een rijtje achter elkaar, bij elkaar een berg oprijden. Als er dan toch eentje sneller is dan zijn baas, krijgt hij een seintje. Niet zo hard joh, dan kan ik het niet bijhouden, dat hadden we toch niet afgesproken, snik! Donder op man, het is geen Procycling computerspelletje. (wel leuk overigens op regenachtige dagen).

Ik ben een Amerikaliefhebber.

Ik vond het geweldig toen Eric Heiden de suffe schaatswereld op zijn kop zette. Voor Eric Heiden op het toneel verscheen, viel er nog wel eens een schaatser op het moment suprême, Eric niet, die zette dan even een handje aan het ijs en schaatste vrolijk verder. Wat nou, vallen. Dat doen we in Amerika liever niet hoor.

Geweldig toen de dartelende yank Greg LeMond, de oubollige Hinault voor lul zette. Dahag Das. Super, het gevecht tussen Lemond en Fignon in 1989. Lemond won nipt met zijn onverwachte actie met zijn “gekke” stuurtje en Fignon droop huilend af. Spannend.

Toen kwam Lance. Op 22-jarige leeftijd in een zeiknat Olso wordt hij wereldkampioen voor Indurain.

In 1995 wint hij ter ere van zijn op de Col de Portet d’Aspet gecrashte ploeggenoot Fabio Casartelli de Touretappe naar Limoges. De rit die Casartelli voor zichzelf aangestreept had. Lance komt solo aan balt zijn vuist richting hemel. Kippenvel.

Na zijn kanker komt hij terug. Er moet een moment in het ziekenhuis geweest zijn dat hij heeft gedacht: Fuck it, als ik hier levend uit kom, ga ik gewoon die Tour de France winnen, en niet één keer, vaak. Mijn idee. Make your dream come true!

Meer Lancemomenten:

In 2001 raakt Lance zijn ploeggenoten kwijt in de rit over de Galibier richting Alpe d’Huez. Lance valt terug en zijn tegenstanders denken dat ze de Texaan gebroken hebben. Yeah right. Lance vecht zicht terug en op de klim naar de Alpe d’Huez komt hij bij de voorsten terug. Hij kijkt heel even, heel doordringend, Jan Ullrich recht in zijn ogen (The Look), schakelt bij, en tiktiktik, hij is weg. Kippenvel. Natuurlijk wint hij deze Tour. In zijn eentje. Zonder al zijn huilie-huile ploegmaats, die toen nog wel enthousiast dankzij hun kopman hun geld kwamen oprapen en toen nog wel vrolijk mee snoepten van wat er ook maar voorradig was, zoals iedereen. Kom nou zeg!

Mijn zoon Frans, die dan 9 is, en ik volgen alles op de tv en gaan in Parijs naar de laatste etappe kijken. We lopen richting Place de Concorde. Tussen een massa zien we finish op een groot scherm. Ik neem Frans op mijn nek en hij ziet hoe Armstrong gehuldigd wordt. Ik zie niks. Later blijkt dat alle ploegen een ererondje Champs Elysees rijden ter afscheid. Ik til mijn zoon over de mensenrij heen en zet hem zo op een podiumpje tegenover de finish. We zien alle ploegen voorbij komen. Frans maakt een Foto van Armstrong tijdens de parade op de Champs Elysees. Kippenvel!

In 2003 zien we op de tv hoe in de etappe naar Gap Beloki vlak voor Lance valt. Net als Eric Heiden vroeger, die het ook verdomde om te vallen, is ook Lance dat niet van plan. Hij rijdt het veld in, snijdt de haarspeldbocht af en rijdt de weg gewoon weer op. Een van de mooiste ‘veldrit’-momenten ooit gezien. Lachen, maar ook kippenvel.

In 2004 neem ik mijn zoon mee naar de tijdrit op de Alpe d’Huez. We zijn er al een dag van te voren. Slapen in de auto op een parkeerplaats achter de Super U en zijn de volgende dag al vroeg op de berg. Het duurt lang, maar het is feest op de berg, dus het geeft niet. Dan is het zover. De helikopters vliegen om de berg heen. Kippenvel. Om de beurt komen de renners voorbij. Precies in omgekeerde volgorde volgens het klassement. Zij zien af en wij ook in de brandende zon. Als laatste komt Lance voorbij (nog zonder helm). Het is spannend, want er zijn veel Fransen die hem niet zien zitten, maar de mensenmassa breekt steeds op tijd. Als Lance voorbij is lopen we snel naar beneden. Daar zien we op een televisie in een geïmproviseerde biertent dat Lance natuurlijk wint.

In 2004 staan Emiel en ik op de Pla d’Adet. Dit keer goed ingesmeerd en met veel water vieren we feest op de berg met miljoenen Basken. Uren later komen de mannen de berg op. Boogerd in de voorste rij. Ik spring een meter van de grond. MICHAEL RIJDEN!!!!!! Dan komt Basso met Lance in zijn wiel. Paf, foto gemaakt. Lance! Kippenvel. Lance’s ‘vriend’ Hincapie mag de etappe winnen. (Shame on you George!)

In 2010 komt Lance naar Rotterdam. Hij wil nog een keer winnen. Een mooi moment als hij het Daniel den Hoedziekenhuis bezoekt waar de kankerpatiënten stralen als hij hen komt begroeten. Hij is stil en ingetogen. Hé, dit gaat wel echt ergens over. Kippenvel.

De volgende dag sta ik op de kade bij de ploegbussen. Altijd leuk. Lance komt als laatste uit de bus. Superster. Het is zo druk dat ik niks zie. Maakt niet uit. De dag daarvoor maak ik foto’s bij de ploegenvoorstelling en als ik tegenover Lance sta en hem roep krijg ik The Look recht in mijn gezicht. Kippenvel.

Hij wint niet. Hij had het misschien niet meer moeten doen. Maar ik was erbij.

Dan nog: door hem heb ik de muziek van Sheryl Crow ontdekt. Vind het schitterend.

Thanks Lance, you’re the champ. No matter what.

P.S. Ik ga nu proberen of ik in Wikipedia de 7 overwinningen weer terug kan geven aan de enige rechtmatige eigenaar.

Peter Tetteroo
Laatste berichten van Peter Tetteroo (alles zien)