Meimaand. Tussen de kasseien in het Noorden schiet onkruid op. De laatste tifosi hebben Luik verlaten. Amstel is weer gewoon een Hollandse pils zoals al die andere Hollandse pilsjes waarmee geen Belg gezien wil worden. Renners rijden bergop, zoals renners horen te doen. In Romandië in de gutsende regen als voorbereiding op de Giro, in vreemde trainingsoorden zoals op Teide of een Baleaar.
Klimmers verkennen op dit eigenste moment de Tourcols. Nairo Quintana is vlak voor Romandië gefotografeerd op Plateau de Beille in het hart van de Pyreneeën, een col waar enkel de allergrootsten heersen. Voor de sport even het lijstje: Pantani in 1998, Armstrong in 2002 en 2004, Contador in 2007, Jelle Vanendert in 2011.
“Het hoofd moet naar een berg staan.” Zo heeft het spaarzame spraakwaterstraaltje Joop Zoetemelk het klimmen op de fiets ooit samengevat. Een klimmer ben ik niet, maar aan het einde van de winter staat mijn hoofd altijd naar een berg. Ik woon nu vier jaar op een klein uurtje van de Pyreneeën en weet: mooier dan wanneer de prille lentezon zachtjes het witte laken van hun schouders haalt, worden ze niet.
Ik neem buikvet tussen mijn vingers en citeer in gedachten uit een interview met Erik Breukink vlak voor de Tour van 1992. “Rond mei gaat het echt knagen, dan zie ik me bij momenten op training in de Ardennen al de Peyresourde oprijden.” Bij mij gaat het net omgekeerd; wanneer ik in mei de Peyresourde oprijd, probeer ik mezelf wijs te maken dat het gewoon een Ardennentochtje is. De Peyresourde vanuit Arreau, dat is zeven keer de Cauberg. De Peyresourde vanuit Luchon is zeven keer de Côte de Wanne. In mei moet het bij mij vooral knagen aan het buikvet.
Ik rijd niet zo vaak op de Peyresourde, nochtans na Tourmalet, Aubisque en Aspin de vaakst beklommen Tourcol. Ik houd van gekronkel, van brute wisselingen in stijgingspercentage, van het ruwe Franse wegdek. De Peyresourde is me teveel autostrade. De Peyresourde, dat is een wielerploeg die wiskundig omhoog fietst. Een col met bijhorend computermodel. Wie de Tour wil winnen, moet in de Ardennen denken aan Hautacam, aan Plateau de Beille of aan de Marie-Blanque als het echt steil gaat. Winnaars denken niet aan de Peyresourde, tenzij ze boven op de Cauberg koffiekoeken gaan halen voor het zondagse ontbijt.
Op 2 mei deed ik hem toch weer. Ik reed van Arreau naar Luchon, over de Peyresourde, en weer terug. Een dikke zestig kilometer, meer is het niet, en de helft daarvan moet je niet eens trappen. Je vraagt je af waarom het toch zo’n pijn doet, dat hele tochtje. “Als een renner niet makkelijk klimt, krijgt hij geen enkele versnelling lekker rond, of die nou klein of groot is,” zo leerde ons Peter Winnen Op 2 mei kreeg ik op de Peyresourde geen enkele versnelling lekker rond.
Het is ook zo’n tochtgat. De Moeren op hoogte. Het lijkt alsof de wind loodrecht uit de hemel op de Peyresourde valt en dan in twee richtingen naar de valleien stuwt. Daarom heb ik op 2 mei zowel vanuit Arreau als vanuit Luchon in de laatste kilometers de wind stevig op kop. Dat gaat in je kop spelen. Jelle Nijdam verklaarde ooit dat eerst de kop moet ronddraaien en dan pas de benen. Zo is het maar net, denk ik. Of niet. Je kan nog honderd wielercitaten verzamelen, geen enkel zal echt beschrijven hoe het voelt om op de fiets een berg te beklimmen. Klimmen is afzien én genieten op het geitenpaadje tussen wanhoop en euforie.
Op 2 mei zijn de wolken nooit minder dan dreigend in de Pyreneeën maar voor de verandering valt er geen druppel. Ik weer me tegen de wind, tegen de vermoeidheid, tegen de wetenschap dat ik in de laatste haarspeldbochten niet eens tien per uur rijd. Ik denk aan thuis, ik denk aan Patrick Tolhoek. “Op het bankstel blijf je geen renner,” zei de Zeeuwse hardrijder ooit. “Op de fiets schakel je de wanhoop weg.” Ik schakel de wanhoop weg maar de vermoeidheid blijft. Nog een halve keer Wanne en we zijn thuis.
U ziet. In de Pyreneeën is het goed toeven naast én op de fiets. Beroemde cols liggen er voor het opfietsen, maar ook voor minder geoefende wielrenners zijn er hele mooie routes zonder duizelingwekkende aantallen hoogtemeters. Zelf fietsen in de Pyreneeën? U vindt alle info op Tourisme Hautes-Pyrénéés en Rendez-vous en France!
- De grootste niet-winnaar uit het peloton - 13/09/2016
- Duizenden kilometers op kop - 29/06/2016
- Een biljartvlakke rit - 28/06/2016
Geef een reactie