Er zal de komende tijd nog veel gezegd en geschreven worden over het vermeende dopinggebruik van Lance Armstrong. Ook hier. En hoewel ik liever over de koers praat, denk ik dat het nodig is. Als Armstrong inderdaad de grote fraudeur blijkt te zijn waarvoor hij door sommigen gehouden wordt, dan devalueert dat niet alleen zijn prestaties. Het maakt zijn tijd tot een voor wielrennen verloren decennium. Als het dat al niet is. Anne deed op dit blog een oproep om het verleden te laten rusten en vooruit te kijken. Ik zou juist willen pleiten om in de controverse rond Armstrong een aanleiding te zien voor introspectie. Simpelweg overgaan tot het doen van verslag van de koers is voor mij niet opportuun.

Hoe vallen dopingzondaars door de mand? Ja, met testen. Sommigen. Maar verder vooral door stommiteiten. De douane die in Rumsas’ auto een apotheek aantreft, Marc Lotz die ’t de controleurs zelf per ongeluk aanwijst, Ricco die bijna dood neervalt. Van de volgers hebben de coureurs weinig te vrezen. De enige coureur die bij mijn weten, bij toeval, gevallen is door een journalist, is Rasmussen. Hij werd in een ander land gezien dan zijn wherabouts zeiden.

We hebben niks aan gratuite verdachtmakingen. Een mens is bovendien onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Maar wat ik niet begrijp is welk systeem in twee decennia niet alleen de archetypische dopingzondaar heeft gecreëerd, maar ook in stand lijkt te houden. Over het zwijgen van (ex-)renners is het nodige gezegd. Maar waarom legt de journalistiek de sport niet vaker langs een ethische maatlat en vervult zij niet vaker een controlerende functie? En waarom zijn wij, de liefhebbers, zo genegen om de andere kant op te kijken? En hoe beïnvloeden liefhebbers en journalistiek elkaar?

Een bekentenis: ik ben een liefhebber van het commentaar van Mart Smeets. Van kinds af aan hoort zijn stem voor mij bij de koers. Maar het valt me steeds zwaarder om naar de Avondetappe te kijken en niet dat gele Livestrong bandje te zien. Prima stichting hoor, daar niet van. Maar met dat bandje zie ik ook zijn relatie met de coureur Armstrong. Alsof je René Mioch Arnold Schwarzenegger ziet interviewen. Die kritiekloze houding, ik vat het niet. Begrijp me goed: het gaat hier niet om Mart, ook hij is een archetype. De Belgen zijn eender. Mijn stelling is dat ook de journalistiek, door vrijwel uitsluitend verslag te doen en gedegen onderzoeks- en opiniewerk uit de weg te gaan, onderdeel is geworden van het systeem. Net als de liefhebbers. We zijn op een punt beland waar enerzijds maatregelen worden genomen om de sport schoon te maken die renners tot in het diepst van hun persoonlijke integriteit aantasten. En waar anderzijds gezegd wordt ‘ook al blijkt Armstrong een notoire fraudeur, hij blijft toch de grootste coureur van zijn generatie’. Meer schizofreen dan dit wordt het niet.

Iemand kan niet een fraudeur zijn en een groot coureur. Het een sluit het ander per definitie uit. Een openbaar aanklager moet nu aantonen hoe het zit met Lance. Het is de meest geëigende weg. Het systeem creëert enkel zeer dichte mist. We zullen zien of Lance schuldig of onschuldig is. Maar wat als blijkt dat waar is wat we allemaal vermoeden? Gaan we over tot de orde van de dag? Ik heb steeds minder behoefte aan een verslag van de volgende koers. Ik verlang naar een uitleg van het systeem, zodat het kan worden opengebroken en ik weer zonder enige reserve kan kijken naar al die prachtige jonge coureurs. Als Lance valt, wil ik dat Mart Smeets het duidt zodat ik zijn en mijn rol in het geheel begrijp. Pas daarna is het weer koers.

André Schaminée