Met de wetenschap van nu voel ik een zweem van spijt wanneer ik de beelden bekijk. Het is 13 juli 1999 wanneer een man met een klakske op zijn afgetrainde kop op krachtige wijze een klim bedwingt.
Met overmacht koerst hij af op de definitieve bevestiging van het leven dat hij in een ijzingwekkende sprint a deux met een agressieve vorm van kanker ternauwernood wist te behouden. Maar meer nog dan een bevestiging van zijn bestaan, legt hij hier op deze klim richting het Italiaanse Sestrière het fundament van een hegemonie die 7 jaar lang zal duren.
Ik vrat het boek, Door de pijngrens, waarin het allemaal beschreven werd. Natuurlijk, het lag er dik bovenop, die American Dream. Te dik; de boodschap dat alles te realiseren valt, zolang je er maar in gelooft, zolang je bereid bent om alles te geven en nooit op te geven. De maakbaarheid van het leven, waarmee zelfs de dood overwonnen kan worden. En toch greep het mij. Omdat de levensdrang, de hoop en het knokken zonder reserve van de bladzijden spatte.
Wil je beter worden? Wil je een wielrenner worden? Ga ervoor! Geef alles wat je hebt!
Het kan!
Hier op deze berg reed het bewijs dat het echt kon, dat het noodlot gekeerd kon worden. Dat het verhaal realistisch was.
Het was dezelfde energie die mensen in hetzelfde schuitje jarenlang zou inspireren, hoop zou geven. Hier fietste een moderne versie van de verlosser. Nedergedaald ter helle, bij het grof vuil gezet door zijn toenmalige wielerploeg Cofidis, kaal en weggevreten door verschrikkelijke chemo’s balancerend op de rand van leven en dood. Maar hij herrees, beter en krachtiger dan ooit tevoren. Klaar om de wereld te veroveren. Hij had de kanker overwonnen; de rest was kinderspel.
Het boek beschreef een bijna naïeve vorm van geluk. Een jongensachtige emotie van een kerel die de wereld met open vizier bestreed en oprecht verbaasd leek over de mogelijkheden van zijn nieuwe lichaam. Het ging over puur geluk veroorzaakt door de prestatie die vooral het gevolg was van hard werken en geloven in jezelf. Hij vierde het succes met zijn vrienden en geliefden; de mensen die hem nooit hadden laten vallen. Wat hier gebeurde was ver boven de sport verheven.
Het was overigens niet alleen de wederopstanding van Lance Armstrong die hier werd gevierd. Een jaar daarvoor was ook de Tour rakelings langs een definitieve afgrond geschoren. Drie weken lang had het grootste fietsfestijn ter wereld in het teken gestaan van een klopjacht op het bedrog dat de koers jarenlang in haar greep gehouden had. De zege van deze Amerikaanse wonderboy kwam als geroepen en voelde als een frisse nieuwe dag nadat het onweer de drukkende hitte van de dagen daarvoor uit de hemel geroffeld had.
Ach, we weten allemaal hoe het afgelopen is. En toch, ondanks alles voel ik het nog steeds. Een rilling langs mijn ruggengraat, omdat het verhaal te sterk lijkt om helemaal nep te zijn. Ik denk aan mijn vader. Hij bestreed zijn kanker met dezelfde wapens als Lance Armstrong.
Hij was kansloos.
Zijn houding maakte een goed gesprek over zijn dood onmogelijk. Verbeten zakte hij weg en stierf zonder bewust afscheid van ons te nemen. Hij knokte, net als Lance Armstrong. In zijn geval tevergeefs.
Misschien doen de beelden juist daarom nog het meeste pijn.
- Een spannend avontuur op de flanken van de Keutenberg - 13/04/2023
- De Zonnestraal: Jean-Pierre Monseré en de herinnering - 15/03/2023
- Koers of voetbal? - 23/06/2021
Mooi stuk Joost-jan.
En ik herken het gevoel. Mijn vader heeft ook in diezelfde periode gevochten en verloren van de kanker. Armstrong was mijn held, ik wilde hem zo graag geloven.
hetgene wat ik Armstrong nooit meer zal vergeven is het feit dat hij zijn ziekte zelfs misbruikte om zijn onschuld te bewijzen. Ik zie nog die persconferentie voor me waar hij de enige kritische journalist totaal tot op de grond moreel afbreekt, waar hij de argumentatie herhaald dat hij wel gek zou zijn nog enige risico met zijn lichaam te lopen door doping te gebruiken. Nee, hij wist gewoon beter wat ècht lijden was, ècht afzien… Ik wilde hem zo graag geloven, naïef als ik was, ik vond die journalist stom…
wat een hufter die Armstrong. Niet eens vanwege de doping, vanwege zijn karakter.
Dust23 ik ben het met je eens, onvergeeflijk dat hij zijn ziekte inzette bij het dopingverhaal. Je doelt op die pers conferentie waar hij Paul Kimmage, of was het David Walsh, de pan uitveegde met een triomfantelijk gezicht. En niemand die hem tegen durfde te spreken.
Dat je je door hem hebt laten foppen vind ik wel wat naief inderdaad. Al vaker heb ik het hier getypt in commentaren; al in 1998 las ik in een artikel van Ton Verheij (sportarts) op het internet dat er nieuwe doping was die het zuurstoftransport in het bloed verhoogde, PFC. Wat mij toen al deed denken dat die renners halve robotten waren. Waarom zag ik dat wel en anderen niet?
Toch is het verhaal wél sterk; hij heeft toch maar mooi teelbalkanker overwonnen en daarna topsport op wereldtopnivo bedreven. Weliswaar in een in die tijd verziekte sport.
Ernst, vergeef me mijn naïviteit (-;. Het was een periode van mijn leven waarin ik dit wilde geloven, het was een steun (en ik was een stuk jonger natuurlijk). Nu, of toen in een andere context, zou ik het niet zo klakkeloos meer geloven. maar ik wilde dat!
Dat is dus ook precies de reden waarom ik er zo woest over ben. Ik ben zeker niet de enige die er steun door voelde, die zich in de luren heeft laten leggen.
Ik kan het mooie verhaal niet meer zien. Ik zie een verrader die over de rug van mensen die steun nodig hadden, op een gebied anders dan sport en vermaak, een superheld werd.
Daarnaast ben ik me er zeer van bewust dat wielrennen altijd is doortrokken van doping, sport is toch in de eerste plaats emotie en pas dan objectief en rationeel(-;
P.s. ik doelde idd op die persconferentie, volgens mij was het die Walsh.