Tijdens het beklimmen van de Ventoux, twee weken geleden, was het stil. Alle renners die ik zag zwegen. Ik moest in die twee uur denken aan de omerta. Het zwijgen. Het zwijgen over wat er werkelijk gebeurt in het peloton. Zwijgen over verboden pilletjes, bidonnen en spuitjes. De renners schijnen van alles te verbergen voor de buitenwereld wat het licht niet kan verdragen. Vertel je er iets over, dan wordt er gedreigd dat je het licht in je ogen zult zien verdwijnen.

En wij? De liefhebbers? Wij willen dat die omerta verdwijnt. Dat renners eerlijk kunnen zeggen wat ze zelf ervaren. Hoe lastig het leven soms is, de druk die ze voelen, de leugens die ze daarover soms moeten vertellen, omdat hun leven onder een vergrootglas ligt.

Mogen we wel van hen verwachten dat ze hun mond open doen? Is het wel fair dat we dat verlangen? Ik bedoel: hoe open zijn wij in onze eigen omgeving over onze leugentjes om bestwil of angst om iets te zeggen? Verschillen we soms in ons dagelijks leven niet zoveel van de renners door onze mond te houden over schulden, een drankprobleem, vreemdgaan, losse handjes of andere zaken waar we niet trots op zijn?

Klimmend op die kale berg dacht ik aan de omerta en ons zwijgen. Ik denk dat ik niet zoveel verschil van de renners, bang dat mensen teleurgesteld in mij zullen raken. Ik zwijg nog even.

Peter Schutte
Laatste berichten van Peter Schutte (alles zien)