Het belangrijkste wielerevenement van het jaar, De Draai van De Kaai in het West-Brabantse Roosendaal, wordt iedere zomer steevast voorafgegaan door een paar weken geploeter in het Frankrijk van Anquetil, Bernard en Hinault. Populair geploeter, dat wel. Velen zijn zelfs van mening dat de Ronde van Frankrijk een nog groter spektakel is dan die Roze Kermisronde in Italië, het vier-keer-een-berg-op in Zwitserland, en het ‘Och ja, in september wordt er ook nog gekoerst’-parcours in Spanje samen. Of misschien dat de Belgen er anders over denken; die doen zo’n Ronde tenslotte gewoon in één dag, en daar wint dan vaak een landgenoot. Dat is in Frankrijk al meer dan 25 jaar niet meer gebeurd. Naast het feit dat De Grote Boekel ieder jaar weer goed is voor de nodige valpartijen, dopingschandalen, wijnsessies met DeMart en het inmiddels traditionele gooien van de natte tosti richting de vegetarische klimgeit, brengt het wielercircus ons ook consequent Favorieten. En Favorieten zijn mooi, want daar moeten we normaal gesproken tot onze jaarlijkse Top Tien lijstjes medio december mee wachten, dus iedere gelegenheid halverwege het kalenderjaar is er één.

Natuurlijk zijn er na bijna honderd jaar Tour de France gemakkelijk 1001 statistieken te bedenken die eigenlijk leuker zijn dan de favorietenlijstjes. Hoeveel seconden heeft Fignon nodig om compleet uit z’n stekker te gaan? Wat zijn de betere klokkies om een ravijn mee in te donderen? Hoeveel kilo vreet Jan van Allemagne er deze winter weer bij (“Het gevaarte Ullrich deed aan de Bismarck denken, en die had een waterverplaatsing van 40.000 ton. Jan ziet er gewoon erg patent uit.” – Michel Wuyts)? En, natuurlijk, welke broeder van Team RadioSchleck rijdt daar nou eigenlijk..? Het voornaamste aspect van Favorietenlijstjes is immers in de huidige Tour een beetje zoek; het wordt pas vanaf de Nummer Twee een beetje persoonlijker, en minder voorspelbaar. Wie is er (na Contador) de grootste kanshebber voor het Geel. Wie zijn (na Cavendish) de beste sprinters? Welke Raborenner heeft er (na Gesink) het minste vertrouwen..?

Het is daarom misschien beter ook de favorieten over de rijke geschiedenis van de Tour te spreiden, en niet voor het huidige wielerseizoen op te stellen. Er is dan weer ruimte voor discussie. Wie is de beste ooit? Wie was de Beste Nederlander? Of de Beste Belg (ongetwijfeld Noël Vantyghem: “Samen met Eddie Merckx heb ik alles gewonnen. Ik Parijs-Tours, hij al de rest..”). En, waar eigenlijk heel dit stuk op afkoerst, wie is de Beste Commentator? Is dat DeMart? José de Cauwer? Maarten “de essentie van wielrennen is onderweg zijn” Ducrot? Michael – ‘volgens mij gaat-ie nu zus en zo doen’, waarop de renner ook zus en zo doet – Boogerd..?

Nee. Er kan er maar één de beste zijn. En de beste, dat is Michel Wuyts. De reden? Wie heeft er een reden nodig als je ‘frotten’ hebt. Dikpotigen. Windklieverij. Waaiernervositeit. Slingerpiloot. Bergop klefferen. Of zwadderen. “Hier zijn ze nog aan het vlassen.” En, natuurlijk, “Er wordt hier wat gekwiestenbiebeld”. Slechts een greep uit het indrukwekkende repertoire van het grootste genot op de radio- en televisiefrequenties in ons taalgebied. Geef Die Man De Babbeltjestrui.

“De processie van de kleurrijke rupsen zit erop”
“Voigt: 39 jaar en 6 kinderen. Zijn vrouw heeft nu reeds schrik tegen dat hij terugkomt uit de Tour”
“Hier maken ze de Rolls Royce onder de sardienen in blik”
“In het klassement staat hij nu al te kietelen aan de broek van Rojas”
“Hij staat een beetje te zwaar onze mecanicien, hij staat te zwaar, hij moet gaan lijnen, ’t is dringend”

“Dat is geen bemoedigend nieuws als je morgen bergop moet klefferen”
“Hun rug trekt scheef van ellende. Hij likt zijn voortube”
“We rijden nu naar Seraing, waar kinderen nog restjes erts op hun boterham krijgen”
“Hij zet zijn goede benen nog eens in de verf”
“Dit is de strook waar den Duvel z’n Moortgat opentrekt!”

“Kijk eens naar dat lijf: daar breek je de laatste restanten van de Berlijnse muur mee af”
“Er zit nog wat damp op Hushovd”
“Hier wat gesukkel om nog wat voort te kreffelen.”
“Cancellara vroeg hen: “heb je mayonaise bij? Want ik ga jullie allemaal aan frieten rijden”
“Ik zou toch eens in dat bord van Cancellara kijken en daar wat frieten uit halen”
“Milaan – San Remo is als een diva, een Scarlett Johansson. Ze staan met z’n 200 te trappelen om naar binnen te mogen, maar ze laat er maar één door.”

Over iemand die zijn gras maait langs het parcours: “Meneer, aub op Pasen wel, maar toch niet op de dag van de Ronde van Vlaanderen?!”
“Niet meer weglopen dames en heren. Als u een whisky bij de hand hebt, neem nog een slokje. U zal het kunnen gebruiken. José, geef me nog een mattentaart. Krachtvoer, ik heb het nodig.”

De meesten van bovenstaande quotes zijn met dank aan http://koerspoezie.blogspot.com/. Nog zo’n ode aan Wuyts. “Wat is koers toch schoon, het is niet te harden.”