De fiets die ik had, was een Mercier, een blauwe, een tamelijk zwaar geval. Later zou ik een ranke RIH krijgen, een rooie, die duidelijk veel sneller was. Maar met die Mercier won ik toch de Ronde van Gerwen. Het jaar was 1970 als ik het wel heb. En de categorie waarin ik won, was die van de adspiranten, toen nog met een ‘d’ als tweede letter geschreven om de Latijnse herkomst van het woord te benadrukken. Ik versloeg in de eindspurt Robert Adriaans uit Stiphout, die tot op de dag van vandaag betwist dat ik zou hebben gewonnen. Het was inderdaad nipt, maar ik won overduidelijk met banddikte en de banden van mijn Mercier waren behoorlijk dik, weet ik nog. Robert zal wel scheel hebben gekeken, van jaloezie, denk ik, want wie wil er nu niet de Ronde van Gerwen winnen.
In Gerwen had ik destijds mijn eigen onderkomen om me te om te kleden. Dat was de keuken van de familie Schaap. Ik kwam al geregeld bij die familie over de vloer omdat ik bevriend was met twee van de drie dochters. Een van die twee gaf me voor de wedstrijd nog een massage en waarschuwde me voor de harde wind die ik op het eerste deel van het parkoers flink op kop zou hebben. Het waaide die dag nogal, maar het schijnt tijdens de Ronde van Gerwen altijd te waaien, zelfs als er geen wind staat. Mede daarom ook heeft die ronde zo’n grote naam. Het is steevast een zware wedstrijd, op een parkoers dat door de open velden leidt. Het is een prachtig parkoers, waaraan weinig andere wielerrondes kunnen tippen. Het is ook niet zomaar een rondje om de kerk, maar eerder een klassieker, een waaierklassieker. Het is in ieder geval een flinke lus die steeds weer gemaakt moet worden.
In het jaar dat ik won, was het parkoers overigens iets anders dan in de laatste jaren het geval is. De kerk lag destijds net niet binnen het parkoers, maar wel eraan.
Bij mijn overwinning hoorden bloemen en een intense kus van de rondemiss, plus nog een diepte-interview met microfonist Cor Wijdenes. Ik kreeg een flink applaus van de toeschouwers, die vroeger bij criteriums altijd in grote aantallen aanwezig waren. Ik voelde me verguld, vooral met de kus die ik van de rondemiss had gekregen, die zo bijzonder was dat er kort daarna een foto van in omloop kwam. Jaren later schreef een journalist in het wielertijdschrift Helden dat zoiets in de wielersport nooit eerder vertoond was: ‘Vol op de bek, de mond open.’
Terug in de keuken bij de familie Schaap, werd geconcludeerd dat ik mijn overwinning waarschijnlijk aan de massage had te danken die ik had gehad. Ik sloot het niet uit. ’s Avonds ging ik met de masseuse dansen bij zaal Slegers in Lieshout. Ik gooide er af en toe een vreugdedansje uit, want ja, ik had immers de Ronde van Gerwen gewonnen, dat was niet niks. Vooral de kenners weten dat. Zelfs nu nog kan ik er af en toe bewondering mee oogsten als ik zeg ooit de Ronde van Gerwen te hebben gewonnen. Die ronde is in de ogen van velen volkomen terecht het kroonjuweel onder de criteriums en verdient het ten eeuwigen dage te blijven bestaan, inclusief rondemiss.
- De eerste Nederlandse wereldfietser - 03/11/2022
- De Ronde van Gerwen, 1970 - 31/03/2020
- De liefde voor de fiets - 26/04/2018
Geef een reactie