Na twee hoofdstukken vind ik het lastig Alleen maar een fiets van Kees de Jong te duiden. Wat is eigenlijk de rode draad van het boek, waar gaat het over? Maar twee hoofdstukken later valt het kwartje: De Jong heeft een boek geschreven dat over plezier gaat. Plezier in fietsen, plezier in de fiets zelf en plezier in bezig zijn met fietsen – daar valt ook passief genieten van fietsen onder (lees: wielrennen op tv kijken in je joggingbroek).
In eerste instantie ligt de vergelijking met Draag nooit een gele trui van Alex van der Hulst op de loer. In dat boek worden met de nodige humor archetypen van fietsers beschreven, van ‘de bolle’ tot de ‘materiaalfreak’ en de ‘boze fietser’. De Jong begint in Alleen maar een fiets ook met het typeren van wielrenners en would-be wielrenners aan de hand van materiaal- en kledingkeuze, waardoor de lezer aanvankelijk op het verkeerde been wordt gezet. Gaandeweg wordt echter duidelijk dat die typeringen uitsluitend een middel zijn om tot de kern van het boek te komen: de liefde voor de fiets.
De Jong kiest in dit boek niet voor een afstandelijke of cynische benadering. Hij vervlecht persoonlijke fietservaringen – van het kopen van zijn eerste fiets tot een fikse hongerklop – met verhalen van anderen, die hij heeft opgetekend in de vorm van interviews. Hij interviewt niet alleen (ex-)professionals als Laurens ten Dam, Maarten Ducrot en Karsten Kroon, maar heeft juist ook oor voor verhalen van bijvoorbeeld een soigneur, een bikefitter en een journalist. Bovendien besteedt hij aandacht aan betrekkelijk nieuwe fenomenen als Strava en Zwift, waardoor Alleen maar een fiets een waaier aan anekdotes, tips en ervaringen vormt die telkens betekenis krijgen in het fietsplezier dat beschreven wordt.
Bikefitter Jim van den Berg, zelf ex-prof, verwoordt het mooi: “Vroeger keek ik een beetje neer op mannen van een bepaalde leeftijd die een dure fiets kochten terwijl ik nu denk: wat ben je voor figuur als je het je kunt veroorloven maar jezelf niet gunt? Uiteindelijk gaat niemand 150 kilometer alleen maar op de fiets zitten alleen maar voor het aanzien.”
Passieve wielerliefde wordt door De Jong zelf in het juiste kader geplaatst: “Ik vind het heerlijk om tijdens de voorjaarsklassiekers eerst zelf een rondje te maken, om vervolgens moe maar voldaan in een joggingbroek en oud shirtje onderuit te zakken en aan te zien en horen wat er allemaal gebeurt. Daar kan best wat ongezond eten en drinken bij. Drinkers trekken op zondagmiddag rond twee uur gretig een Karmeliet of andere tripel open, kaasliefhebbers halen hun Franse, gerijpte stinkkaasjes uit de koelkast om soldaat te maken. Als er meerdere koersen tegelijk bezig zijn, maken een tablet of laptop met een brakke livestream de setting compleet. Er is niets mooiers dan koers kijken, nou ja, op zelf fietsen na dan.” Hoe herkenbaar is dát?
De gekozen vorm zorgt ervoor dat het boek leest als een trein en dat het bovendien ook makkelijk verteerbaar is voor fietsers die misschien niet wekelijks een boek tot zich nemen. Daarmee is Alleen maar een fiets een aanrader als feestdagencadeau voor iedereen met liefde voor de fiets.
Alleen maar een fiets
Kees de Jong
211 pagina’s
€ 18,99
O.a. te koop via bol.com
Geef een reactie