Als recreatief fietser weet je natuurlijk perfect wat de ideale lente- en zomersport is: lekker kilometers maken op je racefiets. ’s Winters train je binnen op je Tacx, Wahoo of Elite of ga je naar de sportschool om te spinnen. Of misschien bind je de ijzers wel onder en stap je op het ijs. En je pakt natuurlijk de mtb, want geen seizoen is lekkerder om het bos in te gaan.
Zelf haalde ik kort geleden de Merida mtb weer uit de schuur. Op het fietspad was het erg glad voor mijn dunne racebandjes, maar niet voor de mtb. Het kostte even wat tijd om weer te wennen aan de rolweerstand, maar ik reed uiteindelijk in een waterig zonnetje over het asfalt van Utrecht naar Lage Vuursche om daar de mtb-route aan te vallen.
De route in Lage Vuursche is zo’n 10 kilometer lang en kent maar weinig hoogtemeters. Ik had dramatische verhalen gehoord over de staat van de route na een periode van regenval, vooral omdat de route op het laagste punt van de regio ligt (vandaar het woord ‘lage’ in de plaatsnaam Lage Vuursche) en al het water zich daar verzamelt. Ik verwachtte dan ook een grote modderbende. Het viel uiteindelijk mee, al lag de track er een paar weken later al een stuk modderiger en meer stukgereden bij.
Het begin van de route vinden kostte wat moeite. Zeker het eerste stuk was de bewegwijzering soms lastig te zien. Een belangrijke afslag naar links ontdekte ik pas op het allerlaatste moment. Daarna was het vooral genieten geblazen. Ik stuurde de Merida over een bed van bladeren (soms verraderlijk: enkele flinke boomstronken waren aan het oog onttrokken) door een schitterend bos. De track is niet al te lastig, waardoor je ondanks de hobbels al snel in een prettig ritme komt. De route bevindt zich overigens in de achtertuin van prinses Beatrix en paleis Soestdijk. Daar merkte ik verder weinig van, of het moet de koninklijke snelheid zijn die ik af en toe ontwikkelde.
Op sommige technische stukken was het moeilijk manoeuvreren, niet alleen vanwege de bladeren, maar ook door de smalheid van de track. Maar over het geheel genomen is het een fijn parcours, zeker als je nog niet heel handig bent met je fiets. Er zitten genoeg rustpunten (lees: lange rechte stukken) in de route om op adem te komen of juist flink door te trekken.
In de omgeving Utrecht is Zeist-Austerlitz een spannender en uitdagender parcours, vooral dankzij de klimmetjes en het snellere bochtenwerk. Wie het minder van zijn stuurkunsten maar meer van lekker doorstampen moet hebben, geeft vermoedelijk de voorkeur aan Lage Vuursche. Een ander voordeel van die laatste: na je ritje kom je weer terug in het dorp, dat overloopt van pannenkoekenhuizen en koffietenten. Acute honger en dorst kun je daar dan ook direct stillen, en dat is ook veel waard.
Geef een reactie