Bernal is de V&D van het wielrennen. Toen het warenhuis in Nederland omviel, waren de ‘retail-experts’ er als de kippen bij om te analyseren wat het warenhuis allemaal verkeerd had gedaan. Naast ieder argument dat ze aandroegen kon je een winkel zetten die hetzelfde ‘fout’ deed en wel succes had. Je kunt niet in de toekomst kijken en soms is zelfs het heden onverklaarbaar.

Het probleem is dat dezelfde mensen die voorspelden dat Bernal de Tour ging winnen, nu gaan uitleggen waarom hij de Tour nooit had kunnen winnen. De argumenten die er worden gebruikt zijn net zo speculatief als de argumenten die Bernal de grote kanshebber maakten.

Wedkantoor
Stop alsjeblieft met voorspellingen. Als wieleranalisten echte zulke goede voorspellers waren, zouden ze heel wat meer verdienen in de wedkantoren dan bij hun huidige baan.

Vorig jaar was de voorspelling dat Bernal op weg was naar een rij aan Touroverwinningen. Zoals ze nu over Pogačar zeggen en ook Remco Evenepoel al een jaar gouden bergen voorgeschoteld krijgt.

Na meer dan honderd jaar Tourhistorie moet inmiddels toch duidelijk zijn dat winst niet enkel wordt bepaald door je fysieke mogelijkheden, maar net zo goed door je mentale mogelijkheden en geluk. Het is vele malen makkelijker om één keer de Tour te winnen dan om vijf keer de Tour te winnen.

Wiggins
Bradley Wiggins kan je haarfijn uitleggen hoeveel energie het kost om je een jaar lang voor te bereiden op een Tourwinst. Je moet over een vreemde drijfveer of mentale woede beschikken om dit jaar in jaar uit te blijven doen. Je kunt niet meten of Bernal, Evenepoel, Pogačar, Van Aert of Van der Poel deze drijfveer hebben en hoe lang ze daarover kunnen beschikken.

Als je, zoals Bernal, je via de Tourwinst ontworsteld aan een armoedig bestaan, wat is je drijfveer daarna dan nog? Wellicht heeft hij nog meer motieven om keihard te trainen en zichzelf alles te ontzeggen, misschien weet hij dat zelf nog niet eens, hoe moet een analist het dan wel weten?

Blessure
Ook Evenepoel moet zich nu terugvechten van een zware blessure. Net als bij Tourwinst is dat één keer makkelijker dan meerdere keren. De toekomst gaat leren hoeveel veerkracht hij heeft, wat zijn motivatie is, wat zijn lichaam aan kan en wat zijn geest aan kan. Hoeveel Ullrichs en Vandenbrouckes moeten er nog komen voor we beseffen dat onze voorspellingen ergens het midden houden tussen hoop en speculatie.

Een renner is meer dan zijn wattage. En alleen achteraf, vaak lange tijd na de carrière, komen we erachter hoe een renner in elkaar stak. Kijk eens naar jezelf. Heb jij je carrière goed voorspeld, viel het te voorspellen? Als we het bij onszelf al niet kunnen, waarom doen we dat bij jonge renners dan wel?

Alex van der Hulst