De noodzakelijke leegheid na de Ronde van Lombardije

Door |dinsdag 10 oktober 2023|

Met gebalde vuist schreeuwde Tadej Pogačar iets in de camera. Hij keek nog eens achterom en zag niks. Geen Roglič, geen Vlasov, geen Bagioli en zelfs en geen broertjes Yates. Op de top van de Passo di Ganda had hij zijn belagers achter zich gelaten, de kramp verbeten en een niet meer in te halen voorsprong opgebouwd. Met een grote

Madonna del Ghisallo

Door |maandag 12 oktober 2015|

Als ik de bladeren zie vallen,
denk ik aan Lombardije,
aan een peloton dat zich langzaam
opwaarts richt in een langgerekt
gedicht, op weg naar de kapel
van Madonna del Ghisallo
waar klokken juichend beieren,
hoog uittorenend boven
het meer van Como.

En iedere keer verzucht ik dan :
was het wielrennen maar écht
een katholieke sport gebleven,
dan

Nibali

Door |maandag 5 oktober 2015|

Nadat Vincenzo met doods-
verachting de Civiglio
afdenderde

en zo de uitzinnige Italianen
na zeven jaar weer een zege
in een klassieker schonk

zag ik hem op het podium
staan met Emma Vittoria

zijn dochtertje van
anderhalf,

er is veel waar een mens
niet aan moet denken

als hij als een kamikaze
naar eeuwige roem
wil razen

Ronde van Lombardije

Door |vrijdag 2 oktober 2015|

murosormanoWaar de klassieker ook start
of finisht, op de Ghisallo
en de Sormano vallen
de bladeren altijd
om ter mooist,

uitverkoren kampioenen
mogen hier fiets, trui
of beker schenken
aan de Madonna,

ook mijn bede wordt
verhoord op weg
naar Como:

zonder af te moeten
stappen boven komen
op de Muro

Lombardije: overschatte koers

Door |donderdag 27 september 2012|

Weinig waar ik zo’n gloeiende hekel aan heb als de herfst. Ja, aan de Ronde van Lombardije misschien. Overschatte koers. Vaak ellendig rotweer, even vaak een voorspelbare winnaar. Wiedes: slechts drie renners hebben half oktober nog zin om 260 kilometer te koersen. Kansje van drieëndertig een derde procent dus.

Nou nou nou. Spannend, hoor.

Ik hoor het Gary Lineker al zeggen: de

Voor Sauro

Door |donderdag 27 september 2012|

Lang geleden verongelukte mijn zusje Maartje. Ze werd slechts 12 jaar oud. Daarna veranderde ons leven en hoewel de tijd alle wonden heelt, bleef er een litteken achter. Een open zenuw die blootgelegd wordt wanneer ik – op wat voor manier dan ook – geconfronteerd word met vergelijkbaar verdriet. Nog altijd lijd ik mee met de mensen voor wie van