De weelde van het Nederlandse wielrennen

Door |zondag 29 mei 2016|

Steven Kruijswijk mag met zijn ongelukkige manoeuvre in de afdaling van de Col d’Agnel dan wel een zekere podiumplaats hebben verspeeld, wie zijn Giroprestaties in een wat breder perspectief plaatst ziet dat het Nederlandse wielrennen op dit moment feitelijk in grote weelde leeft.

Ga maar na. In de laatste drie grote rondes reden vier verschillende Nederlandse renners zich de toptien

‘Het kan gewoon niet’

Door |zaterdag 28 mei 2016|

Het is inmiddels middernacht geweest. Ik kan niet slapen. Of eigenlijk. Ik wil niet slapen. De tv staat nog steeds aan. Het apparaat die mij vanmiddag getuige deed zijn van de val van Kruijswijk. Sindsdien ben ik leeg. Ik loop met m’n ziel onder m’n arm door het huis. Mijn vriendin probeerde me op te beuren. Ze bedoelde het goed.

De val

Door |zaterdag 28 mei 2016|

In de afdaling
van de Col d’Agnel
een stuurfout maken
en overkop gaan

met de roze trui
in de witte sneeuw,

steeds verder
rijden ze weg,

Chaves, Valverde
en Nibali,

geen ploegmaat
in de buurt,

niemand
die een paar trappen
wil helpen,

ach jongens
en de Risoul
moet nog
komen,

hoe bidden we
Steven zo hard
mogelijk
naar boven

is er echt
geen heilige
die zijn pijn
een beetje
wil verdoven

Chefke van Kruijswijk

Door |vrijdag 27 mei 2016|

IMG_0422‘Niet normaal wat Stevie hier doet. Als ie zo doorrijdt hebben we een heel speciaal feestje binnenkort. Maar ik durf niet al te veel te hopen. Veel te bang dat ’t ongeluk brengt’. Jesper Boom zit met goed bier en slechte wifi in de lobby van het rennershotel, 15 kilometer vanaf finishplaats Andalo.

Als je wint…

Door |donderdag 26 mei 2016|

kuifjeroze… heb je vrienden. Herman Brood en Henny Vrienten wisten het al ruim 30 jaar geleden.

Nu Steven Kruijswijk de Giro lijkt te gaan winnen is iedereen zijn vriend. Heb je vroeger met hem geknikkerd, je haalt er de krant mee. Ik ook. Niet de krant dan. En ook niet geknikkerd.

Trainen met Steven Kruijswijk

Door |woensdag 25 mei 2016|

‘Het is ook altijd wat met jou, hè?’ Lachend werp ik hem het zakje van mijn bril toe en wijs naar zijn wang waar de lippenstift van de rondemiss nog zichtbaar aanwezig is.

‘Ik wilde het erop laten zitten,’ antwoordt Steven, ‘als aandenken aan gisteren, maar hoezo is er altijd wat met mij, Nelis?’

‘Dat aandenken hoef je niet te bewaren, jongen,