In de aanloop naar de Tour de France 2012 vertellen hetiskoers-bloggers over hun persoonlijke herinneringen aan de Tour. Vandaag de vijf mooiste persoonlijke Tourherinneringen van Pieter van der Meer.

Het vals spelen laat ik maar aan de profs over. Zij worden daar tenslotte voor betaald. Ik zal deze top-5 dus naar eer en geweten invullen. Ter controle: ik ben van 22 juli 1986, een rustdag in de Tour. Die dag of de strijd tussen Lemond en Hinault kan ik dus niet opvoeren als herinnering. Om maar te zwijgen over 22 juli 1968, de dag dat Jan Janssen wakker werd als eerste Nederlandse Tourwinnaar.

Fausto Coppi en Gino Bartali vielen ook af. Evenals Maurice Garin.

Ik moet het (helaas) doen met het tijdperk Lance Armstrong. De misschien nog saaiere Tours van begin jaren negentig zitten niet echt levendig in mijn geheugen. Alleen een naam, die ik als kleine jongen wel hoorde: Miguel Indurain.

1. Lance Armstrong vanuit de lucht
Lance Armstrong bepaalde mijn Tourjeugd. Die duidelijkheid in het wielrennen was ook wel fijn. Het leven van een puber is al zo verwarrend. Lance was de sterkste. De vraag was alleen altijd wanneer hij het tijd vond dat te laten zien. Uit die zeven overwinningen heb ik één tv-beeld nog duidelijk voor ogen. Zonder jaartal of plaats.

Armstrong had zijn duivels ontbonden en zijn knechten bedankt. Hij ging vooruit. Op jacht naar de koplopers. (Wie dat waren? Geen idee meer) De tv-helikopter hing vlak boven de Texaan. Of eigenlijk: vlak boven het groen van de bomen, waaronder Armstrong reed. Tussen de boomtoppen door zag je hem rijden. Steeds als de cameraman hem vanuit de heli goed in beeld had, was het kijkgat in het groendek al voorbij. Zo snel ging Armstrong. Voor mij stond dat beeld voor de klimsnelheid van de zevenvoudig Tourwinnaar.

(Mocht u weten welke Tour en welke beklimming ik bedoel, dan hoor ik dat graag)

Dan de overige tourmomenten mét beeld:

2. Opstapje Lance

De val van Joseba Beloki was akelig en spectaculair om te zien. Hoe het bandje van Beloki als een elastiekje wegkrulde op het vloeibare asfalt, wat alleen zichtbaar was op zwaar ingezoomd beeld, weet ik nog goed. De move van Lance Armstrong daarna staan mij toch nog beter bij. Niet zo zeer het stukje door het veld, maar meer hoe hij weer opstapte.

Ik zal de enige dwaas zijn die dat zag, maar in die soepele overzwaai beweging zag ik een oud-triatleet. Zo doen wij triatleten dat. Ook mooi: het klopje op de rug van de CSC-renner in het kopgroepje. “Je bent er weer.”

3. Knaven wint in Bordeaux

Wat was dat mooi om te zien: Servais Knaven die met een jagend peloton achter zich maar door bleef malen. In mijn herinnering had hij zijn handen lange stukken over de remkabels rusten, maar nu zie ik dat hij zijn remkabels van Campagnolo al netjes binnendoor had lopen. Dat geheugen liegt dus nog wel eens… Misschien was ik in de war met zijn zege in Parijs-Roubaix van twee jaar daarvoor.

4. Pantani krijgt een cadeautje

Lance was de baas in mijn Tourjeugd. Maar ik vond Marco Pantani toch ook wel een baas. Ik wilde in die tijd zijn Mercatone-Uno shirt hebben. Geen bijzonder mooi shirt, maar het shirt van Pantani. Het kwam er uiteindelijk niet, waarschijnlijk omdat het te duur was of omdat het niet in mijn maat verkrijgbaar was.

Op de Mont Ventoux was Het Olifantje oersterk. Hij wapperde met zijn vleugels en vloog naar de top. Het had mooi geweest als hij zo naar boven had gevlogen, maar Arsmrong haalde hem bij en liet zien wie The Boss is. Op de streep keek Pantani nog een laatste keer naar zijn opponent. Hij vond het goed. Het mocht.

5. Guerrini en de fotomoord

Deze herinnering is van veel eerder, maar toch altijd in mijn hoofd blijven hangen. Valpartijen blijven altijd hangen. Alsof je brein daar een stoel voor op de eerste rij heeft gereserveerd. Meestal gebeuren die valpartijen uit het niets, maar bij Guerinni zag je het bijna al gebeuren. Die Duitse fotograaf stond midden op de weg. Je denkt nog even: oh die stapt wel opzij, maar dat deed hij dus niet. Toch kon Guerinni zijn solotocht naar de finish op Alpe d’Huez vervolgen. Als hij niet zijn handen omhoog had kunnen doen, dan waren de excuses van de fotograaf waarschijnlijkn niet voldoende geweest.

Let bij dit filmpje ook even op dat fijne commentaar:

‘Wieder ein Holländer. Zum siebten Mahl ein Holländer…’

Pieter van der Meer