Foto PR-kaart Bianchi-ploeg (1978)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 30 mei: Johan De Muynck (1948)

Een steeds grotere mate van reddeloosheid tekent zich af op het gezicht van Johan De Muynck. Nerveus kijkt de Belg om zich heen, maar in welke richting hij zijn hoofd ook draait, de volgwagen van Franco Cribiori is in geen velden of wegen te bekennen. In de uren voor de start van de 28 kilometer lange Giro-tijdrit tussen Arcore en Milaan is de roze truidrager geleidelijk aan al steeds zenuwachtiger geworden, maar nu hij, zo kort voor hij daadwerkelijk aan de chronorace dient te beginnen, zijn eigen ploegleider nergens ontwaart begint hij in paniek te raken. Wat nu?! Langer wachten? Of toch in z’n eentje naar de start gaan om die in elk geval niet te missen en onnodig tijdverlies te voorkomen?

Precies op het moment dat De Muynck de knoop wil doorhakken, wordt hij aangesproken. Gewoon, in het Vlaams. De man die hem op een draf tegemoet komt is bepaald geen onbekende van de renner uit Waarschoot. Het is Fred De Bruyne. De ex-coureur – in de jaren ’50 schreef hij vier van de vijf monumentale klassiekers op zijn naam – is inmiddels als commentator werkzaam voor de Belgische televisie en in die hoedanigheid aanwezig in de Giro. ‘Komaan! Opschieten!’ gebiedt De Bruyne zijn landgenoot. Die bedenkt zich geen moment en haast zich naar de start. Over niet meer dan een krappe minuut dient hij de eerste meters van de tijdrit te hebben afgelegd, dus er is geen seconde te verliezen. Dan maar zonder volgwagen op pad. Het is een bizarre situatie, die enkele uren later – de Giro wordt niet live uitgezonden in Vlaanderen, maar pas achteraf in samenvatting vertoond – door een geëmotioneerde De Bruyne met overslaande stem wordt beschreven in de microfoon van de BRT.

Drie weken en een dag eerder, toen een 64 kilometer lange ochtendetappe op Sicilië het startsein betekende van de 59ste editie van de Ronde van Italië, was Johan De Muynck als een van de kanshebbers voor de eindzege betiteld. Dankzij een sterk optreden in de Ronde van Romandië, waar de Belg niet alleen twee zware bergetappes en de tijdrit had gewonnen, maar ook de eerste plaats in het klassement opgestreken, werd hij geacht in de Giro de strijd aan te kunnen binden met de drie Italiaanse tenoren Francesco Moser, Gianbattista Baronchelli en Giuseppe Saronni en andere kanshebbers, zoals de Duitser Dietrich Thurau.

Er is echter een grote ‘maar’, die in dit geval eigenlijk in kapitalen dient te worden geschreven. De Brooklyn-ploeg, waar De Muynck voor uitkomt, heeft nog een kopman in haar gelederen, Roger De Vlaeminck. Een renner met een riante staat van dienst en bovenal een groot ego. De hoofdsponsor, een Italiaans kauwgummerk, en ploegleider Cribiori spelen vele malen liever hem uit in de Giro dan de bij het grote publiek minder tot de verbeelding sprekende De Muynck. Het levert een tweestrijd binnen de Brooklyn-ploeg op, die uiteindelijk alleen maar verliezers kent. Iets met twee honden, een been en een derde persoon, in dit geval Felice Gimondi, die na drie weken fietsen door Italië doodleuk in het roze op het podium staat.

Voor De Vlaeminck blijken de hoogste Dolomietencols een brug te ver. De twintigste etappe, een 170 kilometer lange bergrit tussen Vigo di Fassa en Terme di Comano, twee dagen voor het einde, is hem te veel. De Belg besluit voortijdig huiswaarts te keren. Blessure, luidt zijn excuus. Al beweren boze tongen iets heel anders. De Vlaeminck zou het niet hebben kunnen verkroppen dat ploeggenoot De Muynck een dag eerder het roze heeft veroverd. Die prestatie knakt het ego van de trotse klassiekerkoning, zoals je een steeltje van een paardenbloem breekt om het te plukken. In gezelschap van Ronald De Witte verlaat De Vlaeminck subiet de Giro. Dat hij de paarse trui van het puntenklassement op dat moment zelfs nog in bezit heeft, kan hem niet op andere gedachten brengen.

Tot overmaat van ramp gooit ploegleider Cribiori na het afhaken van zijn kopman zelf ook min of meer de handdoek in de ring. Voor hem is de Giro wel gedaan, ondanks dat het peloton nog enkele etappes voor de boeg heeft en De Muynck nota bene in het roze rijdt. Mede door het nijpende gebrek aan steun binnen de Brooklyn-ploeg zal hij het kleinood niet weten vast te houden.

De tijdrit naar Milaan, op de slotdag – ‘s middags staat er alleen nog een criterium door de stad op het programma – valt in het nadeel van de klassementsleider uit. Nog altijd lichtelijk in paniek door het uitblijven van zijn volgwagen rijdt De Muynck bepaald niet zijn beste race tegen de klok. Integendeel. Met in zijn kielzog koersdirecteur Vincenzo Torriani – die heeft, nadat Cribiori niet is komen opdagen, in allerijl twee reservewielen uit de Giro-coulissen gevist en neemt, met De Bruyne op de passagiersstoel, de plaats van de ploegleidersauto van Brooklyn in om de klassementsleider in geval van een lekke band te kunnen depanneren – geeft de Belg meer tijd toe dan hem lief is.

Vijfentwintig seconden mag De Muynck verliezen op Gimondi. Het worden er vierenveertig. Negentien te veel dus. Het roze is voor de Italiaan. Broedermoord binnen de Brooklyn-ploeg kost België de Girozege in 1976. Twee jaar later zal De Muynck zich revancheren. In dienst van Bianchi wint hij de ronde alsnog. Met dank aan de bruikbare hulp en adviezen van Gimondi, die eveneens voor Bianchi rijdt, en zich, in tegenstelling tot De Vlaeminck twee jaar eerder, wél durft weg te cijferen voor een ploeggenoot.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 31 mei: Robert Gesink (1986)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 30 mei: Johan De Muynck (1948)

Wielercultuur