Foto PR-kaart ONCE (1991)
Verjaardagskalender 8 april: Melchor Mauri (1966)
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is er geen Spaanse wielrenner wiens onhandige stuurkunst zo vaak op de Nederlandse televisie is vertoond als Melchor Mauri. Het is de eerste vrijdagmiddag van juli in het jaar 1996. Plaats van handeling is Aix-les-Bains. Terwijl de weergoden de straten in de regio Auvergne-Rhône-Alpes hebben getransformeerd in een waterparadijs, maakt het peloton zich op voor de slotkilometer van de zesde Touretappe.
Het geaccidenteerde parcours dat de renners die dag hebben afgelegd is voor pure sprinters te lastig gebleken en dus lijkt de apotheose een strijd te worden tussen rappe mannen met inhoud, zoals Erik Zabel, Laurent Jalabert en Fabio Baldato, en een clubje outsiders dat hen met een gewiekste tempoversnelling zal proberen te verrassen. Met name Andrei Tchmil en Rolf Sørensen worden door het spurtersgilde met argusogen bekeken. En dan ineens is er een tempoversnelling uit onverwachte hoek.
Door het dikke gordijn van regendruppels valt een oranjewit shirt te ontwaren, onmiddellijk gevolgd door een zuurstokroze tricot. Een kortstondig moment denken de televisiecommentatoren Rabobank-kopman Sørensen te herkennen, maar al snel wordt duidelijk dat de Deen, als ware hij een bevelhebber in het leger, een verkenner vooruit heeft gestuurd om het pad, dat naar een ritzege kan leiden, te effenen. Het is Michael Boogerd, die in de natte straten van Aix-les-Bains uit het peloton ontsnapt. De Hagenaar wordt op de hielen gezeten door een luitenant van Jalabert. Een renner van ONCE, die als plakband aan zijn achterwiel kleeft en weigert over te nemen. Melchor Mauri.
Boogerd heeft geen tijd voor gebakkelei en trekt vol door. De finish is nog net iets te ver weg om Mauri nu al de kop op te dringen, met het risico dat de Spanjaard de benen stilhoudt en de ploeggenoten van Zabel, die nu uit alle macht achtervolgen, het tweetal inrekenen. Natuurlijk, dan zal Sørensen het commando van zijn jonge ploeggenoot overnemen, maar eerst wil Boogerd zijn vluchtpoging tot het uiterste zien te brengen.
Net op het moment dat hij zich heeft verzoend met het feit dat zijn metgezel geen meter kopwerk zal doen en zijn benen een kort moment van rust gunt om een wijde haakse bocht naar links te nemen, komt Mauri langszij. Als een Formule 1-coureur, die met een uitremactie een concurrent passeert, rijdt de ONCE-renner links langs Boogerd. Of rijden… Glibberen is een beter woord. Het kletsnatte Franse asfalt is geen partij voor de velgremmen op de stuurloos geworden fiets van de Spanjaard. Mauri glijdt rechtdoor alsof een onzichtbare arm hem heeft vastgegrepen en naar de stoeprand trekt. De Spanjaard kan zich nog net op tijd schrap zetten om te voorkomen dat hij de dranghekken toucheert. Boogerd heeft de uitglijder in zijn ooghoeken zien gebeuren, is zelf wel goed door de linkerbocht gekomen en zet nog eens aan.
Terwijl Mauri in de achtergrond bijna geheel tot stilstand is gekomen en zijn voorwiel in de juiste richting stuurt, scheert Boogerd als een hovercraft over het doorweekte wegdek. Zijn opponent doet nog wel een poging tot achtervolgen, maar als Boogerd aan de wereld toont waarom hij vroeger bij de tandarts niet een sticker maar een compleet vel mocht uitkiezen en zijn gave gebit bloot lacht om de dagzege te vieren, wordt de renner van ONCE overlopen door het peloton. Zabel klopt Jalabert en wordt tweede. Mauri is de schlemiel van de dag en omdat Boogerd de gelukkige winnaar is, zal de onhandige actie van de Spanjaard in die spekgladde linkerbocht in Aix-les-Bains tot in de lengte van dagen herhaald worden op de Nederlandse televisie.
Wie niet of nauwelijks bekend is met de onfortuinlijke renner zal denken: ‘Ha! Mauri! Koekenbakker!’ Maar dan doe je hem onrecht. Vijf jaar eerder wint hij namelijk op knappe wijze de Vuelta. Niet door uitgesproken de beste zijn, maar door juist nergens een fout te maken. De specialiteit van de kanariegele ONCE-brigade, de ploegentijdrit, gecombineerd met Mauri’s kwaliteiten wanneer er individueel tegen de klok wordt gestreden en voldoende klimcapaciteiten om de schade in het hooggebergte binnen de perken te houden, zijn ruim voldoende om alle favorieten achter zich te houden. Pedro Delgado, Marino Lejarreta en Miguel Indurain verslikken zich in outsider Mauri. Die laatste eindigt, twee maanden voor zijn definitieve doorbraak in de Tour, op de tweede plek en zal door toedoen van zijn verrassende landgenoot de Vuelta nimmer winnen. Tegen Indurain foutloos blijven, maar in een man-tegen-man gevecht met Michael Boogerd genadeloos de mist in gaan, het maakt Melchor Mauri in Nederland bekender dan hij vermoedelijk zou willen.