Toch nog even over gisteren, over Walsh bij Mart Smeets. Walsh zat daar halverwege de uitzending ineens aan tafel, met rode vlekken in z’n nek, klaar om zichzelf en zijn boek te rehabiliteren, na de aanval van Bert Wagendorp. Zijn goed recht, wat mij betreft slaagde hij. Het is hem gegund. Aardige vent, vast een prima journalist, hoewel een tikje ijdeler dan hij zich voordoet. Zijn toevoeging dat het voor een journalist zo ongemakkelijk is om een schouderklopje te krijgen was dan ook behoorlijk ongeloofwaardig.
Wat het item van gisteren bij vlagen zo ondraaglijk maakte om te naar te kijken, was het feit dat de discussie geen constructieve was (stelling – reactie – discussie – conclusie), maar dat we binnen een minuut zaten te kijken naar een wedstrijd verplassen en straatje schoonvegen.
Eerst het verplassen. Edwin Winkels wilde Walsh om onduidelijke redenen laten weten dat hij al langer in de Tour rondloopt dan Walsh. Walsh counterde door te zeggen dat hij heus al begin jaren tachtig bij de Tourcarrousel hoorde. (U weet wel, die carrousel waarin hij zich, roepende in de woestijn, zo alleen voelde.) Winkels reageerde daar weer op door te zeggen dat hem het hem op zich ook helemaal niet uitmaakte wie er nu langer bij De Club hoorde. Waarom hij er dan over was begonnen zei hij er niet bij. Smeets ging er nog even overheen door te zeggen dat hij er nóg langer bij hoorde.
Dan het straatje schoonvegen. Op de vraag van Walsh wat andere journalisten hadden gedaan om de waarheid achter het dopinggebruik in het peloton kwam Winkels met de opmerking dat hij al begin jaren negentig een stuk had geschreven over de opkomst van epo. Begin jaren negentig. Smeets zei dat hij meerdere malen aan Lance Armstrong zélf (!) had gevraagd of hij doping had gebruikt. Als bewijs liet hij er zelfs een filmpje voor starten met een liegende Lance Armstrong. Smeets zei ook dat de beschuldigingen van Walsh in diens boek door de UCI niet werden aangegrepen om Armstrong aan te pakken en dat er daarom blijkbaar niet genoeg bewijs was. Het punt van Smeets en Winkels: er was niets te vinden, er was geen bewijs, we konden niks, hoe graag we ook wilden.
Wat een pijnlijke vertoning. Drie mannen, waarvan er twee, de twee buitenste, de ander, de middelste, in een soort sandwich namen, daarbij wanhopig de schijn hooghoudend dat ze niet zagen hoe ze hun werk beter hadden kunnen doen. Hadden Smeets en Winkels gewoon gezegd dat ze het anders hadden kunnen en moeten doen, was er niets aan de hand geweest, had het ze zelfs waardering opgeleverd. Maar nu werd het almaar pijnlijker, mijn plaatsvervangende schaamte ging tot vér voorbij het niveau van toen ik twaalf was en mijn vader, omdat het zo leuk folkloristisch was, voor een schaatstocht op het Veluwemeer verscheen in een lange onderbroek en op houtjes voor het oog van mij en mijn vriendjes.
Het is begrijpelijk dat journalisten te veel deel gaan uitmaken de wielerwereld, daar is die wereld intrigerend genoeg voor. Ik zou er zelf vermoedelijk nog veel verder in verzuipen. Het pijnlijke was het gebrek aan zelfkritiek en toegeeflijkheid en het teveel aan ijdelheid om het gesprek aan te grijpen als een markering in de tijd en om het anders te gaan doen. Zoals Mark Misérus en Thijs Zonneveld bijvoorbeeld.
Helemaal gelijk!!!
Hallelujah!
Ook veelzeggend was de manier waarop Mart Smeets het alleen maar over Bert Wagendorp had die zaterdag had gezegd dat Walsh een proces vanwege het boek zou hebben verloren. Hij verzweeg daarbij dat hij daar volledig in mee was gegaan: “jaja, kostte hem een miljoen”. Maar eenmaal met Walsh aan tafel legde hij die woorden alleen bij de handig afwezige Wagendorp in de mond.
Laf.
Het was ontkenning van het niveau Al Sahaf. “Er was geen bewijs”. Smeets heeft niet gezocht, hij heeft zich gekoesterd in de uitstraling van LA, in de hoop dat er wat aan hem zou blijven kleven.
Begrijpelijk voor een presentator en commentator, welhaast onvergeeflijk voor een journalist.
Vanavond pas de uitzending gezien en inderdaad, onze mannen luisterden niet en hadden zich slecht voorbereid. Vooral Winkels, terwijl ik die best hoog heb zitten. Wat Armstrong zo misselijk makend heeft gedaan was het feit dat hij anderen ergens toe heeft aangezet of, en dat was veel erger, collega wielrenners die niets met doping te maken wilde hebben, achtervolgde en kapot maakte. De rol van UCI, ook zoals Walsh zei, zal in de komende tijd duidelijk worden. Ook de rol van de heer Verbruggen. Mooi zal het niet worden. U, heer Haanstra, heeft helemaal gelijk, bedankt voor dit heldere stuk. Nu hopen dat de heren Smeets, Winkels en Wagendorp dit even lezen. Misschien krabben ze zich achter de oren…
Ik vind dat Walsh zich op een prima manier verdedigde tegen belachelijke beschuldigingen. Er hebben zich flink wat mensen belachelijk gemaakt, waaronder Bert Wagendorp (due ik erg hoog had zitten), David Walsh is niet één van hen.
De helaasheid van de Tour de France is alle bagger die erbij komt: half Nederland kruipt op een racefiets en elke journalist heeft in de smiezen dat je, mits handig aangelegd een gunstig imago creëert. Want kijk nou eens goed: Mart Smeets, Winkels of die paljassen bij Tour du Jour, tenenkrommend. Het is maar goed dat de Tour niet veel koers biedt, dat schept ruimte voor geleuter over alles behalve koersen. De vertoning met Walsh was wel zo beschamend in aanleg die proleet van de Telegraaf godbetert -de fokking Telegraaf- Wagendorp die amper kan spellen, Walsh iets te flikken waar hij in GB door Walsh zwaar op aangepakt zou worden. Namelijk waaraan Walsh zijdelings refereerde, de GB-wetgeving t.a.v. ‘liable action’: levensgevaarlijk terrein voor een journalist.
Maar Smeets gelegenheid bieden tot weerwoord was hoewel correct toch vooral slechte tv: persoon B reageert in afwezigheid van persoon A iets wat die 2 dagen eerder heeft gezegd.
Leve David Walsh en mensen als hij die niet bang zijn klappen te incasseren. En dat aan tafel met dat Nederlandse pseudo journaille annex kenners. Beschamend was het.
Wagendorp zit bij de Volkskrant en schrijft daar over het algemeen, door mij, zeer gewaardeerde stukken.
Pardon, een fout mijnerzijds. Ik heb Wagendorp kennelijk als zodanig op ‘mijn harde schijf’ staan. Onvergeeflijke fout van mij. Alles dienaangaande neem ik terug met excuus waar nodig.
Volkskrant bedoelt u en daar schrijft Bert W. over het algemeen, door mij, zeer gewaardeerde stukken.
Waarom Thijs Zonneveld als voorbeeld aanhalen,die zat tijdens de oratie van Wagendorp gewoon ja en amen te knikken.Geen enkel woord van protest,waarschijnlijk wil hij ook zijn (komende) week van glorie bij de avondetappe niet opgeven.
Kom op Thijs.
Volgens mij had Thijs laatst dienst samen met Michael Boogerd. Toen er een caption in beeld kwam met renner, nr. en de aanduiding ‘crevaison’ wisten beide heren niet dat het dan om een lekke band gaat. ‘Eh.. wat is kreefason?’, riep Boogie. En Thijs lult ook al geen meter over de grens, dus dat schiet lekker op. Wat een ellende allemaal.
Mooie observatie Menno. Wat het naar mijn idee ook was: een clash tussen de nulsomspelcultuur van de Angelsaksische journalistiek (2 bronnen en wederhoor maakt een feitenrelaas) en de semantische mist waarin de Nederlandse journalistiek zich vaak bevindt – ook buiten de sport.
Volgens mij was het issue dat ten tijde van het verschijnen van het boek van Walsh er geen bewijzen waren tegen LA. Bewijzen op grond waarvan een zaak gestart kan worden. Dit werd verward met de kennelijk journalistieke norm dat 2 afzonderlijke getuigenissen (niet eens onder ede) als bewijs van waarheid voor publiceren van een mening gelden. Want zonder harde bewijzen blijft het boek van Walsh – juridisch – precies dat. Het is te wijten ana het gebrekkige Engels van Smeets en Winkels dat ze dat niet goed over het voetlicht kregen.
Tijdens het gesprek werd het verschil duidelijk tussen beschrijvende (adoratie) journalistiek en -twijfelen aan prestatie gevolgd door- onderzoeksjournalistiek. Helemaal pijnlijk werd dat toe Henk Grol nog even van Mart mocht zeggen dat Grol een enoirme bewondering had voor Lance Armstrong. Walsh hield daarna een spiegel voor die er niet om loog. Henk Grol zat daarna naar mijn idee met een enorme kronkel in zijn maag dat zichtbaar werd in zijn nawoord toen Walsh weg was. Die spiegel hadden de heren Nederlandse journalisten zichzelf ook kunnen voorhouden. Dit verzuimen ze te allen tijde om het moreel verwerpelijke gedrag van Lance Armstrong naar boven te halen. Dat hebben ze ook verzuimd in de uitzending waar Wagendorp en co de uitspraken deden. Overigens werd daar gesproken over het embedded zijn van Walsh in de Skyploeg. Dat gaf Wagendorp de aanleding voor zijn uitspraken, maar daarover hadden aan Walsh ook wel een paar kritisch vragen kunnen worden voorgelegd. Daarvoor was in de uitzending geen ruimte. Jammer, dat had wel wat kunnen opleveren met iemand die daar toe durft door te gaan. Ach verder is zo’n programma als avondetappe ook gewoon een programma om de tijd wat minzaam in te vullen over de tour en wat aangelegenheden.
Ah, ik zie net dat Anne Spapens al iets heeft geschreven over het embedded zijn van Walsh:
https://hetiskoers.nl/2013/whats-up-walsh-2/
Juiste analyse, ofschoon ik me toch niet kan herinneren dat Walsh zoveel schouderklopjes kreeg. Hij was a pain in the ass en dat liet men overal merken.
Het interview draait eigenlijk maar om één ding: Smeets en Winkels die Walsh aanvallen op zijn integriteit. Dat komt bekend voor. Waar hebben we een dergelijke agressieve strategie vaker gezien…?
In feite is het onvoorstelbaar wat er tijdens het interview gebeurde. De uitgekotste onderzoeksjournalist (Walsh) die jarenlang een verbeten strijd voert tegen corruptie in het wielrennen, wordt van links en rechts geattaqueerd op zijn betrouwbaarheid door mede’journalisten’ die zélf jarenlang de andere kant op keken, een bloedende neus veinzend. Er was immers “geen enkel bewijs voor dopinggebruik.”
Die hele situatie aan tafel deed surrealistisch aan. Het interview toont precies aan waarom het medialandschap rondom het wielrennen totaal verrot is. De circusaapjes van de wielermedia zijn erger dan de drugsgebruikende renners, hun teambazen en dokters bij elkaar.
De schijnheiligheid, het schoonvegen van de eigen straat, het hypocriete gestotter, Mart Smeets die in zijn armoedige Engels in zijn argumentatie geen centimeter verder komt dan ‘you had no proof’, ‘no, you didn’t’. Winkels die een slap lulverhaal ophangt over zijn krant die hem geen tijd voor onderzoeksjournalistiek gunt, en dat terwijl hij ooit twintig jaar geleden nog wel een artikel had gepubliceerd over EPO.
Walsh kondigde aan dat de UCI binnen afzienbare tijd ook aan de beurt komt. Iedereen die het USADA-rapport heeft gelezen, weet hoe dat rapport zeer duidelijke aanleiding geeft om de UCI te verdenken.
De vraag wat Walsh over de corruptie in de UCI weet, is nooit aan de orde gekomen. Daar ging het interview ook nooit over. Het was een – pijnlijk mislukte – poging van enkele wielerjournalisten om de eigen straat schoon te vegen. Het circus moet immers gewoon blijven draaien.
Wat moeten de circusaapjes anders?
Ik las “From Lance to Landis” van Walsh in 2008 omdat ik al veel eerder twijfels kreeg en bleef houden over Lance, en vele anderen in het peloton. Na Walsh’ boek “wist” ik heel zeker dat het foute boel was, en dan is het ontluisterend om te zien hoe al die jaren Smeets zijn best deed om Lance te behagen.
Dapper dat Smeets hem aan tafel haalde, maar inderdaad geen excuus richting de kijker (of Walsh). Plaatsvervangende schaamte, maar de andere kant ervan is dat nu nog meer mensen zelf konden zien dat Smeets afgedaan heeft. Wagendorp is een leuk schrijver, maar dat maakt hem nog geen denker. Op dit onderwerp slaat hij weer eens de plank volledig mis.