En géén gebitch! Aldus mijn ploeggenootje regelmatig voorafgaand aan een van de wedstrijden die we met onze elite damesploeg rijden. En dat is best lastig. Vrouwen die koersen zijn geen dames. Nou ja, het zijn wel dames op de foto die wordt gemaakt in het nieuwe tenue: haar los, goed opgemaakt en borst vooruit. Maar eenmaal in koers is het een ander verhaal.

Je zou er een strippenkaart op kunnen bijhouden: Trut, bitch, k*twijf, flikker op, hou je lijn, een hoop hé’s, ho’s en ellebogen in je zij kun je in een gemiddelde omloop of klassieker wel afstrepen.

Terwijl het internationale profpeloton met Marianne Vos afgelopen weekend in Drenthe neerstreek werd in Zuid-Holland de seizoensopener ‘Omloop van Strijen’ gereden door de rest van het Nederlandse vrouwenpeloton. De verwachting van een onrustige koers met veel gescheld en valpartijen werd ruimschoots waargemaakt. Halverwege de koers kwam een aantal dames ten val en het volgende rondje mocht het hele peloton afstappen om te wachten totdat de ambulance haar veilig kon meenemen.

Wat gebeurt er toch met deze dames in koers? Deze dames die in het dagelijks leven gewoon student zijn. Of juf. Of een kantoorbaan hebben. In het startvak kun je een vriendelijk maar gespannen knikje of glimlach nog wel verwachten, maar eenmaal met de adrenaline van het harde fietsen in het lijf verdwijnt elke rem en redelijkheid. En is dat dan gek? Als iemand jou met 45 km per uur iets naar je hoofd slingert heb je dan tijd om te bedenken wat je wel of niet terug roept?

Misschien is dat ook wel het mooie aan koers: een tijdelijke vlaag van verstandsverbijstering en vrouwen die gereduceerd zijn tot hijgende, de benen ronddraaiende machines die minstens zo fanatiek op de fiets zitten als de heren.

En ik krijg er vooral moraal van, moraal voor komend weekend, de volgende koers, de volgende krachtmeting met deze fietsende vrouwen.

Roos Anneveldt